Het afschaffen van de dividendbelasting is waarschijnlijk nog veel duurder dan het kabinet doet voorkomen. Het kostenplaatje kan makkelijk oplopen tot wel tweeënhalf miljard euro. Dat stelt fiscalist Michiel Spanjers op basis van cijfers uit de Miljoenennota 2019 die deze krant heeft gepubliceerd. Spanjers is verbonden aan de Universiteit Leiden en was eerder politiek adviseur bij het ministerie van Financiën. Het kabinet maakt het zich nu wel erg makkelijk, volgens Spanjers. Rutte III heeft er baat bij als het doet alsof het schrappen van de dividendbelasting minder kost dan in werkelijkheid het geval is. En dat is precies wat er lijkt te gebeuren, zegt de fiscalist die een autoriteit is op dit vlak.
Dat het kabinet stelt dat het jaar erna het schrappen van de belasting plots een half miljard minder zou kosten dan die schatting van 2,4 miljard, dat gaat er bij Spanjers niet in. „Dan reken je het naar jezelf toe”, verwijt de fiscalist het kabinet.
Rond het ministerie van Financiën valt te horen dat de rekenmeesters daar denken dat er volgend jaar eenmalig meer dividendbelasting betaald wordt door een verschuiving in andere belastingen. Spanjers erkent dat effect, maar zegt ook dat bedrijven naar verwachting in 2020 juist meer dividend zullen uitkeren dan het jaar ervoor. Ze zullen hun winstuitkering immers deels oppotten tot het moment dat de aandeelhouders er geen belasting meer over hoeven te betalen. Dat alles maakt dat er volgens hem in 2020 juist hogere kosten zijn voor het afschaffen van de dividendbelasting. „Ik durf te zeggen dat het richting de 2,5 miljard gaat.”