Roemenen en Bulgaren worden nog even niet soepeler toegelaten om in Nederland aan het werk te gaan. Zolang Nederland kampt met stijgende werkloosheid en dreigende recessie, zullen Roemeense en Bulgaarse arbeidsmigranten een werkvergunning nodig blijven houden. De ministerraad besloot hiertoe op voorstel van minister Henk Kamp (Sociale Zaken) en houdt zich daarbij aan wat in het regeerakkoord is vastgelegd. Al is het misschien een achterhoedegevecht, toch is dit momenteel het juiste om te doen.
Sinds Bulgarije en Roemenië in januari 2007 lid van de EU werden hebben burgers uit deze landen vrij toegang tot Nederland. Ze hebben echter geen vrije toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Momenteel vallen Bulgaren en Roemenen nog onder het regime van de zogenaamde overgangsperiode en blijven een tewerkstellingsvergunning nodig hebben om hier als werknemer aan de slag te kunnen. Dit kunnen ze krijgen door een uitnodiging van een Nederlandse werkgever, zoals dat ook vaak gebeurd met seizoensarbeiders in de land- en tuinbouw die jaarlijks terugkeren naar hetzelfde bedrijf.
De toestroom van Oost-Europese arbeiders was veel groter dan verwacht. In
De Telegraaf:
Volgens schattingen zijn nu tussen de 286.000 en 325.000 van deze migranten, veelal Polen, in Nederland. Het kabinet is nog bezig met de aanpak van problemen die dit heeft meegebracht, zoals uitbuiting van de migranten en overlast in bepaalde woonwijken. Kamp: Dan moeten niet tegelijkertijd nog meer arbeidsmigranten naar Nederland komen. Als de grenzen voor werknemers uit Roemenië en Bulgarije volledig opengaan, worden uit deze EU-landen nog eens 20.000 migranten verwacht.
De grenzen gaan vanaf 1 januari 2014 helemaal open. Reden voor het kabinet om tot die tijd de Roemenen en Bulgaren niet soepeler toe te laten, is de gedachte dat het bizar is om arbeidskrachten uit het buitenland te halen, terwijl in Nederland er ongeveer 500.000 mensen met een uitkering zijn die kunnen werken.
En dit lijkt me niet meer dan logisch. Liever stimuleren dat uitkeringsgerechtigden aan het werk gaan, dan dat we hun baantjes weggeven aan arbeidsmigranten.