Een crisis is een uitgelezen mogelijkheid de dingen opnieuw principieel door te denken en mogelijk diepgeworteld te wijzigen. In het geval van de eurocrisis gebeurt dit te weinig. Er wordt veel gerekend terwijl we tegelijkertijd horen dat de consequenties van de verschillende scenario's nauwelijks door te rekenen zijn vanwege talloze onvoorziene omstandigheden.
Bij alle discussies en twijfels over de euro wordt als alternatief steeds de gulden gepresenteerd. Deze vergelijking ligt voor de hand omdat we in 2002 een stap gezet hebben van de gulden naar de euro. Hiermee wordt de gulden tot de goudstandaard verheven waaraan het succes van een nieuwe munt afgemeten kan worden. Het is de vraag of dat klopt. Met name omdat zowel de euro als de gulden twee konijnen uit dezelfde hoed zijn. Waarom de ene ongedekte fiat valuta vervangen door een andere?
De keuze om garant te staan voor de Griekse schulden had immers ook kunnen plaatsvinden als Griekenland de drachme was blijven gebruiken en Nederlandse banken tegelijkertijd vol in Grieks staatspapier waren gestapt. Daar heb je geen euro voor nodig. Het feit dat er politieke argumenten zijn om de eurozone met Griekenland in tact te houden staat in principe los van de euro/gulden discussie. Indien de euro een prima munt is uitgezonderd de politieke inmenging, dan moet die politieke inmenging bekritiseerd worden, niet de munt.
Wat er wel toe doet is het fenomeen genaamd: monetair beleid. Dhr Keynes, daar is hij weer, heeft ooit verkondigd dat een economische crisis ontstaat door vraaguitval. Dat kan zomaar gebeuren en je kunt er weinig aan doen; het zijn 'animal spirits'. Om deze vraaguitval op te vangen verlagen centrale banken de rente waardoor het eenvoudiger wordt te lenen waarna de hoeveelheid krediet (en daarmee ook schuld) in een samenleving toeneemt. De verwachting was dat we dankzij monetair beleid gevrijwaard zouden blijven van economische crises. Inmiddels weten we wel beter.
Dit voortdurend wriemelen met de rente in een omvangrijk en divers gebied als de eurozone is niet zonder consequenties. Als Griekenland en Portugal in de zuidelijke uithoeken in een crisis zitten en een lage rente wensen, kan het zijn dat Finland en Ierland juist om een economische afkoeling vragen. Waarlijk een mission impossible voor de Frankfurtse interestvoetzetters. Als gevolg van de lage rente om de Duitse investeringen in het voormalige Oost-Duitsland te bespoedigen, heeft oa Spanje een oververhitte huizenmarkt ontvangen, inflatie en een onevenredige stijging van salarissen vergeleken met Duitsland. Kortom een mini-bubbel in het eurogebied. Het Lombard street rapport wijst daarom terecht op divergentie ipv convergentie als gevolg van de euro. De meer precieze omschrijving is echter als gevolg van centraal monetair beleid. Want divergentie is geen gevolg van de gemeenschappelijke munt maar van gemeenschappelijk monetair beleid.
Merk op dat een eventuele terugkeer naar de gulden alleen de schaal van dit probleem wijzigt, niet de essentie. Ook binnen Nederland hebben regio's uiteenlopende kredietbehoeftes die onmogelijk vanuit Amsterdam centraal gestuurd kunnen worden.
Als de gulden en de euro in de kern hetzelfde zijn en de problemen veroorzaakt worden door gecentraliseerd monetair beleid plus de politieke keuze de eurozone kost wat kost bij elkaar te houden, dan rijst de vraag in hoeverre de gulden het gewenste alternatief kan zijn, niet in de laatste plaats omdat de naoorlogse gulden een soort D-mark light was; of beter, in combinatie met die D-mark een mini-euro, een neuro avant-la-lettre, waarvan de waarde net zoals nu unilateraal in Frankfurt bepaald werd.
Begrijp me niet verkeerd, ik denk dat de gulden een betere keuze is dan de euro. Met name om de politieke componenten terug te dringen en de schaalgrootte van de rentevoet te verkleinen. Maar ik denk tevens dat er betere varianten zijn dan de gulden. Helaas zal die principiele discussie niet gevoerd worden zolang er hoofdzakelijk met cijfers gegoocheld wordt. Tevens krijg ik de indruk dat de gevestigde politieke orde weinig zin heeft die discussie te voeren en het makkelijker vindt gedwee achter haar Brusselse meesters aan te hobbelen, die zoals te verwachten hun eigen agenda uitrollen.