Enfant terrible

Geen categorie07 aug 2012, 20:30
De Europese leiders die de open markt en de euro invoerden, wisten dat dit zou leiden tot een crisis die alleen met een politieke unie kon worden opgelost. Die elite heeft ons willens en wetens bedrogen en zwendelt ons nu een federaal Europa in. Aldus Thierry Baudet, de jonge wilde onder de nieuwe conservatieven, vandaag in de Volkskrant.
Het zijn aantijgingen die niet onweersproken mogen blijven. Allereerst vanwege het charisma van de auteur zelf. Baudet heeft alles mee. Hij is jong, intelligent, ziet er goed uit, heeft al diverse publicaties op zijn naam, staat na zijn proefschrift aan het begin van een glanzende universitaire loopbaan, voelt de publieke argwaan over Europa perfect aan, is niet bang voor stevige uitspraken, en weet de media te vinden. Hij heeft een column in NRC Handelsblad en stamt uit een deftig academisch milieu. Daarmee hoort hij zelf tot de elite die hij 'schandelijke leugens' verwijt en gedraagt hij zich als het klassieke enfant terrible.
Hij doet denken aan al die radicale burgerzonen die in de jaren zestig en zeventig in hun studentenjaren lid werden van de CPN en later bij een chic, liberaal pro-Europees avondblad kwamen werken. Het verschil is dat Baudet geen antiwesters communist is, maar zich met een politiek incorrect conservatisme profileert en via de rechterkant op zijn doel afstormt: het centrum van de opiniemacht. Dit alles net als de linkse revolutionairen van vroeger in naam van het volk en de democratie 'die door de EU ten einde zou komen'.
Dat is nogal wat. Waar ons armen van geest door de Europese elites en diverse generaties geïndoctrineerde academici is wijsgemaakt dat Europa goed is voor vrede, welvaart en democratie, legt Baudet uit dat het andersom zit. Het zijn de dromers van grote imperiale rijken (en een Europese federatie is zo'n imperium) die in het verleden voor oorlog hebben gezorgd, niet de natiestaten die na 1945 in naam van het 'nooit meer oorlog' in staat van beschuldiging zijn gesteld. Baudet voert overtuigde Europeanen als de Luxemburger Jean-Claude Juncker en de Italiaan Romano Prodi als getuigen aan.
Juncker: "We beslissen iets. We brengen dat dan in en wachten enige tijd om te zien wat er gebeurt. Volgt er geen misbaar, breekt er geen opstand uit - de meesten begrijpen toch niet wat er is beslist - dan gaan we weer wat verder. Stap voor stap, tot er geen terugweg meer mogelijk is." Prodi, van huis uit econoom, had zijn twijfels over het invoeren van een muntunie zonder politieke unie. Maar hem werd door zijn Europese vrienden uitgelegd dat de crisis die hieruit onvermijdelijk zou volgen 'vanzelf' tot de vereiste institutionele stap voorwaarts zou leiden. Dit is een beproefde methode, die vanaf de jaren vijftig is gevolgd, alle volgers van het Europese integratieproces bekend is en al die jaren in alle openlijkheid plaatsvond. Het is de methode van Jean Monnet, die sprak over een 'open toekomst' en niet wilde vooruitlopen op de 'Europese finaliteit' omdat zo'n uitgesproken doelstelling de politieke inventiviteit zou smoren.
Baudet stelt die methode-Monnet als iets sinisters voor. Hij probeert Europa te ontmaskeren op een manier zoals neomarxisten in de jaren zestig Amerika als een neo-imperialistische mogendheid afschilderden, wat 'bewezen' werd door de militaristische en anticommunistische politiek van Washington in Vietnam. Dat zorgde voor een antiamerikanisme dat een hele generatie heeft beïnvloed (en vergiftigd). Omdat de euro in een crisis verkeert, en de uitweg inderdaad in 'meer Europa' wordt gezocht, heeft het antifederale revisionisme van Baudet een schijn van plausibiliteit. Maar ook niet meer dan dat en in zijn beschrijving van de historische werkelijkheid slaat Baudet de plank mis en doet hij aan geschiedvervalsing. Alsof de Europese leiders die de EMU in elkaar hebben gezet al wisten dat het zo zou lopen, en dat nu wordt bezegeld wat zij 'onomkeerbaar' op de rails hebben gezet. Zo knap en almachtig zijn de Europese elites helemaal niet dat zij in besloten kring iets kunnen bedenken dat over hun graf heen tot een grote crisis leidt die vervolgens onvermijdelijk tot weer meer Europa leidt. De draagwijdte van de huidige eurocrisis hebben zij in het geheel niet voorzien, en als zij dat wel hadden gedaan waren ze er mogelijk voor teruggeschrokken.
De spoken van begin jaren negentig waren echter hele andere. Een losslaan van het verenigde Duitsland van zijn Europese ankers. De angst dat Oost-Europa na het wegvallen van de Sovjetmacht, wat een gevaarlijk vacuüm schiep, in chaos en geweld zou vervallen als er geen perspectief op toetreding zou bestaan. Daarbij bestond er juist onenigheid tussen de Europese lidstaten en hun leiders over hoe ver die Europese integratie moest gaan en wat de rol voor de lidstaten zou zijn. Noch Frankrijk, noch Duitsland, dat in 1990 net zijn soevereiniteit had herkregen, wilde toen tot een federatie overgaan en het VK moest er per definitie niks van hebben. Er zijn helemaal geen complottheorieën nodig om het onvolkomen karakter van de Europese eenwording te verklaren. Die zitten in het Europese integratieproces zelf opgesloten, met al zijn onenigheden, terugslagen (meestal als 'crises' gedefinieerd) en sprongen voorwaarts. Daar is niks geheimzinnigs aan.
De geschiedenis van de Europese eenwording zit vol met tegenslagen en mislukte plannen. Baudet wijst zelf al op de Europese Defensiegemeenschap, een Frans plan uit 1950 dat uiteindelijk in 1954 in de Assemblée onder de tonen van de Marseillaise strandde. In 1969 werd op een top in Den Haag al tot een Europese Muntunie besloten die voor 1980 moest zijn ingevoerd. Maar het plan vond in de jaren zeventig een stille dood, mede door de toetreding van het antifederale VK en gebrek aan enthousiasme bij sociaaldemocraten als Willy Brandt en Joop den Uyl. Na 1989 zorgde het verdwijnen van het IJzeren Gordijn pas voor een echt Europa zonder grenzen en heeft de voorgenomen uitbreiding van de EU met al die nieuwe lidstaten in Oost-Europa het perspectief op een volwaardige federatie vervaagd. Het zijn ook de ooit federaalgezinde Duitsers en de Nederlanders die nu het meest huiverig tegenover de invoering van eurobonds staan. En wie spottend over 'imperiale dromers' spreekt, moet ook vermelden dat het de VS en het VK (buitenstaanders dus) zijn die op toetreding van Turkije aandringen, omdat dat de Angelsaksische wereld strategisch beter uitkomt.
Dat Baudet oproept dat 'iemand ooit de geschiedenis moet gaan schrijven van deze grandioze zwendelarij die decennialang door de politieke en intellectuele elite is uitgevoerd', zullen we op jeugdige overmoed houden. Over de Europese integratie zijn boekenkasten volgeschreven en het ontbreekt bepaald niet aan kritische studies. Maar het is een gotspe om te denken dat 'de politieke en intellectuele elites' allemaal onder één hoedje hebben gespeeld om de waarheid voor het grote publiek verborgen te houden. Baudet is veel te intelligent om dat zelf te geloven en voor zover de eurosceptici een zaak hebben (en er is veel in Europa om sceptisch over te zijn), dan is die niet gediend met primitieve complottheorieën. Daarmee overschat Baudet de almacht van de Europese elites, en onderschat hij de grote staatslieden, die hun kans grijpen als zij hun moment zien. Helmut Kohl en François Mitterrand ('le nationalisme, c'est la guerre') kenden hun geschiedenis en waren net iets te groot en te serieus om als ordinaire zwendelaars te worden afgeschilderd.
Iedere historicus weet dat de toekomst van Europa wel degelijk 'open' is, net als de hele geschiedenis. Het genie van Jean Monnet is dat hij dit altijd heeft beseft en waarschuwde voor grootse visioenen. Je moet nooit te ver vooruit kijken en altijd, stap voor stap, met beide benen op de grond blijven gaan. Er kan in Europa nog van alles misgaan, niet in de laatste plaats met de euro, die niet voor niks 'onomkeerbaar' (let op de ironiseringstekens die altijd al op twijfel duidden) moest worden gemaakt en waarvan nog niet vaststaat of die een brug te ver is of naar een nieuwe Europese oever leidt. De toekomst moet dat uitwijzen. Toch doe ik één voorspelling: Thierry Baudet gaat als jong en veelbelovend academicus nog heel respectabel worden. Maar dan moet hij ophouden met deze onzin.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten