Misschien moeten we Tofik Dibi dankbaar zijn.
Zijn kandidatuur voor het leiderschap van GroenLinks laat mooi zien hoe absurdistisch al die leiderschapsverkiezingen zijn. Onder het mom van transparantie zijn alle partijen in de ban van deze 'nieuwe openheid' die media-aandacht voor de eigen partij genereert en meer invloed van de leden en zelfs de kiezers op de keuze van de leider suggereert. Tofik denkt van GroenLinks een grotere en afwijkender partij te maken dan Jolande Sap, die er nog pas een jaartje zit en nu al zou moeten worden afgedankt, nog voordat zij ooit bij echte verkiezingen lijsttrekker van haar partij heeft kunnen zijn. Hoezo meer invloed voor de kiezer? De kiezer krijgt niet eens de kans om een oordeel te vellen.
Dat Dibi niet serieus is, had ik altijd al gedacht. Of ook zijn kandidatuur niet serieus is, weet ik nog niet. Iedereen valt nu over hem heen, wat ofwel zijn bedoeling is omdat het zijn 'durf' illustreert, ofwel niet zijn bedoeling is, wat zijn onschuld en frisheid bewijst. Om te zien of hij misschien toch iets voorstelt, heb ik op
Wikipedia gekeken. Het blijkt nog veel erger dan gedacht. Lees en huiver, want je gelooft je ogen niet. Tofik was al voor zijn kamerlidmaatschap bestuurslid van een marxistische Turkse arbeidersbeweging, wat hij nog steeds is. Verder organiseerde hij de demonstratie 'Stop Bush.' Toen hij zich in 2006 voor het kamerlidmaatschap van GroenLinks aanmeldde, waar hij als zevende op de lijst kwam, 'deed hij dat een beetje voor de grap'. Ook studeert hij. Tofik (inmiddels 31) is derdejaars Media en Cultuur, met als specialisatie 'film'. Tofik wil later regisseur worden, wat meer is dan wat Paul Rosenmöller nu doet bij het IKON. Dibi's belangrijkste wapenfeiten zijn activiteiten voor de Internationale Socialisten (IS). Tofik liep niet alleen in demonstraties van de IS mee, om te waarschuwen tegen het extremisme van Geert Wilders (daarbij deelde hij posters uit waarvoor hij door de politie werd opgepakt), maar hij heeft ook meermalen gesproken op het Marxisme Festival van de IS, en is geïnterviewd door het blad van de Internationale Socialisten. Het staat er echt, al kan het natuurlijk ook allemaal voor de grap bedoeld zijn, als ludieke humor.
Nu is GroenLinks, waar Jolande Sap 'voor de macht' zegt te gaan, een multiculti-club die jongeren wil aanspreken, dus daarin kan Dibi nog net. Ze hebben daar het duo-lijsttrekkerschap van Ina Brouwer en Mohammed Rabbae gehad, onder het motto twee voor de prijs van één. Tofik kan nog altijd als deputy van Sap dienst doen, om te laten zien dat oudere vrouwen jongemannen de baas zijn. Dibi is in 2008 door de parlementaire pers tot 'politiek talent van het jaar' gekozen, en als je dan vier jaar later nog geen leider bent moet je je inderdaad zorgen gaan maken. Je bent jong en je wilt wat, politiek leider worden bijvoorbeeld, of regisseur bij de film. Je kunt het Dibi misschien niet eens kwalijk nemen dat hij de kansen grijpt die hem worden aangeboden. Dat past helemaal in deze tijd. Maar welke gekken bij GroenLinks hebben deze schertsfiguur een verkiesbare plaats gegeven? Welke idioten bij de media menen hem steeds in talkshows te moeten uitnodigen? Wat is dat voor parlementaire pers die een ongeleid projectiel als Dibi tot 'politiek talent van het jaar' bombardeert?
Erger is dat we dit soort flauwekul niet alleen bij GroenLinks zien, maar ook bij een traditionele bestuurspartij als het CDA. Daar geldt
Mona Keijzer uit Volendam op gezag van mediakenners ineens als grote kanshebber voor het lijsttrekkerschap, alleen omdat zij het als wethouder in Purmerend zo aardig doet en heeft gezegd dat er rekening gehouden moet worden met de PVV-kiezer. Ook Mona (43, en niet 34 wat je ook wel leest) geldt als telegeniek, alsof het om Monatoetjes gaat. Ook hier weer dat malle idee dat je 'jonge leiders' moet hebben die 'frisse ideeën' leveren om 'jonge kiezers' aan te spreken. Toen ik (geboortejaar 1957) vierendertig was kwam het niet bij me op om me voor de keuze van politiek leiders door leeftijdgenoten te laten inspireren. Integendeel, ik kende ze, voor leiderschap waren ze veel te groen. Leiders, vond ik toen al, moeten gepokt en gemazeld zijn, enkele malen door de modder zijn gehaald en het liefst ouder en wijzer zijn dan ikzelf. Begin jaren negentig vond ik Frits Bolkestein een interessante figuur, een man die vijfentwintig jaar ouder was dan ik, en het duurde nog vijf jaar voordat ik van hem ook als politiek leider onder de indruk was. Dat kwam doordat hij het debat bepaalde en mensen van mening kon doen veranderen. Want dat moet een leider óók doen. Niet alleen stemmen trekken omdat hij of zij er zo leuk en fris uitziet, maar mensen overtuigen en meekrijgen, mensen die al die politici één pot nat vinden. Nederland wordt gemiddeld ouder en grijzer en dus ook sceptischer. Steeds meer mensen hebben al generaties gebakken luchtverkopers voorbij hebben zien trekken en geloven de politiek niet meer. Het antwoord van de spindoctors op dit vertrouwensverlies? Steeds jongere politici die steeds korter meegaan.
Onze politieke partijen moeten totaal de kluts kwijt zijn door te denken dat ze weer toekomst hebben door een nieuwe serie lichtgewichten, een pluisjesgeneratie die nog niks heeft gepresteerd, aan de top te willen brengen. Wat is dat toch met die jeugd van vandaag? De jongste politiek leider,
Sywert van Lienden (21), denkt al sinds zijn middelbare schooltijd voor zijn hele generatie te kunnen spreken (is die generatie ooit wat gevraagd?) en krijgt van de media die rol op een dienblaadje aangereikt. Het voornaamste waar deze vroegoude jongere zich druk over maakt is zijn pensioen. Hoezo frisse ideeën? Het ergste van deze jonge rebellen is dat ze nog een heel leven mee moeten en straks aan nog leidinggevender functies geholpen moeten worden. Zo gaat
Ewout Irrgang (35) van de SP de kamer alweer uit. Deze financieel specialist zal genoeg hebben van het socialistische voldongen feit dat hij een flink deel van z'n zelfverdiende salaris aan zijn partij moet afstaan. Voor hem lonken nieuwe ambities en nieuwe banen, en echt niet alleen bij de film. Kamerleden die enige gravitas hebben ontwikkeld waaien snel weer alle kanten uit, waarbij de echte macht niet in de politiek, laat staan in het parlement, te vinden is. Fijne democraten zijn het, deze veelbelovende hemelbestormers die zich altijd willen 'verbreden' en alle uitdagingen zien tegen de horizon van hun eigen carrière.
Laat deze pluisjesgeneratie een voorbeeld nemen aan een echte pluisjesman, de zanger
Armand, van de legendarische protestsong
Ben ik te min. In
de Volkskrant stond dinsdag een prachtig interview met hem (helaas niet op de site). Herman George van Loenhout (Eindhoven, 1946) heeft nooit politieke ambites gehad, en zich ook nooit opgeworpen als leider van zijn generatie. Zulke leiders waren hem te min. Maar op zijn zesenzestigste blowt hij nog steeds en is hij principieel tegenstander van de wietpas. Kijk, daar hebben we wat aan, dat is iemand met zelfkennis. Dat laatste mis ik bij al die moderne pluizenbollen die zich nu als wegwerpleiders van de nieuwe tijd presenteren.