Meer dan 70 jaar na dato ziet de gemeente van Van Aartsen eindelijk in dat er in de naoorlogse periode niet geheel kosher is gehandeld tegenover de joodse bevolking.
Jarenlang wilden walgburgemeester Van Aartsen en zijn voorgangers er niet aan: het compenseren van Holocaust-overlevenden die bij terugkomst in Den Haag alles kwijt bleken te zijn. Sterker nog: in veel gevallen gebeurde precies het omgekeerde, zoals nieuw onderzoek eindelijk sluitend heeft bewezen.
Minder dan een gitzwarte pagina uit de Nederlandse geschiedenis vallen de naoorlogse jaren in Den Haag dan ook niet te noemen. De verschrikkingen die terugkerende joden die als weinigen de Holocaust hadden overleefd moesten doorstaan waren sowieso al vreselijk: de terugreis naar Nederand ging vaak gepaard met vele gevaren en bij aankomst bleek vaak dat de thuissituatie volledig veranderd was: in het beste geval was het huis 'verkocht' aan een niet-joodse familie, en in het slechtste geval was het weggebombardeerd of op andere wijze niet meer in bewoonbare staat. Bij familie of vrienden aankloppen kon ook niet, want die waren in de meeste gevallen wél omgekomen door de gruwelen van de Holocaust. Terugkerende joden hadden dus helemaal niets: nog minder dan de meeste bewoners die niet waren bezweken in de oorlogsjaren.
Toch wist de gemeente Den Haag - en de gemeente Amsterdam trouwens - nog even lekker zout in de wonden van deze mensen te strooien. Niet alleen konden deze mensen absoluut niet op steun rekenen om weer een enigszins normaal leven op te bouwen, ze werden zelfs nog helemaal uitgeperst om hun allerlaatste guldens ook nog te verkrijgen - want het zijn joden en die hebben altijd nog wel een appeltje voor de dorst liggen, moet de redenering geluid hebben. De gemeente stond erop dat men alsnog achterstallige belasting zou betalen over de jaren waarin men die niet had betaald. Je weet wel, die jaren waarin die wanbetalers eventjes op vakantie waren naar plekken als Westerbork, Auschwitz en Dachau. Zelfs wanneer het huis ingenomen was door de bezetter en vrolijk was doorverkocht aan iemand anders moest er toch nog belasting over betaald worden - gewoon om het kan.
Nee, het jodenpesten hield absoluut niet op in '45: nog vele jaren daarna hebben joden in een hel geleefd in Nederland, door toedoen van dit soort bureaucratische bonzen die van compassie nog nooit gehoord hadden. Nu deze feiten onomstotelijk bewezen zijn, lijkt de gemeente echter eindelijk eens bereid om deze mensen te gaan compenseren voor de geïnde 'achterstallige belasting'. Daarmee maakt men zich er natuurlijk makkelijk vanaf: 99% is allang niet meer in leven, en de bedragen die destijds geïnd zijn, zijn tegenwoordig omgerekend een schijntje. En nog veel belangrijker: nu heeft men er niet meer zoveel aan. Het leed is allang geschied, en velen zijn gestorven met dit onrecht in hun hart. En dat bloed blijft aan de handen van de Haagse bureaucraten, of ze nu na 70 jaar met zo'n symbolische Wiedergutmachung komen of niet.