Een democratie die zich niet durft te beschermen tegen extremisten, zal haar vrijheden uiteindelijk aan hen verliezen.
Zij die bereid zijn essentiële vrijheiden op te geven, om een beetje tijdelijke veiligheid te krijgen, verdienen vrijheid noch veiligheid, zei de grote Amerikaanse staatsman Benjamin Franklin ooit. Ik onderschrijf dit principe, zoals de meeste liberalen, maar de vraag is wat Franklin had gezegd als hij ooit de barbaren van de Islamitische Staat was tegengekomen.
De vraag wordt om de zoveel decennia relevant: hoeveel vrijheid zijn wij bereid op te geven om de veiligheid en daarmee op lange termijn de rechten van de burger te garanderen? Het logische antwoord hierop luidt dat naarmate de dreiging voor onze democratie groter is, een diepere de inbreuk op onze rechtsstatelijke vrijheden is gerechtvaardigd. Een voorbeeld: bij de strijd tegen drugs zijn minder zware middelen geoorloofd dan bij een invasie door een vijandig en misdadig regime.
Kalifaat
ISIS is zonder enige twijfel dat laatste. En al zal de zwarte vlag van het Kalifaat niet morgen boven het Binnenhof worden gehesen, is dat uiteindelijk wel de bedoeling van de extremisten. De Islamitische Staat zal vroeg of laat aanslagen plegen in West-Europa, ik neem graag weddenschappen aan van hen die het tegendeel beweren. Nu al maken de jihadis zich op grote schaal schuldig aan genocide, etnische zuivering, seksuele slavernij en ontelbare andere (oorlogs)misdaden in het gebied waarin zij actief zijn.
Dat de Islamitische Staat een halt moet worden toegeroepen, daar is de weldenkende mensheid het wel over eens. Dat dit allen kan door de jihadisten met wortel en tak uit te roeien, geven inmiddels zelfs de duiven in de Westerse hoofdsteden toe. Maar hoe pakken wij hun vrijwilligers, hun sympathisanten, hun ronselaars, hun apologeten hier aan? Laat ik voorop stellen dat het onwenselijk en onmogelijk is meningen te verbieden, maar de vrijheid van meningsuiting is niet absoluut en is dat ook nooit geweest. Over het algemeen trekken we de grens bij het oproepen tot geweld, maar deze is allesbehalve eenduidig en steeds het object van interpretatie. Bijvoorbeeld Dood aan de Joden mag niet, maar hoe zit het met Ik wou dat alle Joden dood waren? Zeker als dit laatste wordt gezegd door iemand die gezag heeft binnen een extremistische groep, kan dit wel degelijk als geweldsoproep en al helemaal als haat zaaien worden aangepakt.
Omdat dit nu al kan, ben ik het niet eens met de voorstellen van CDA-leider Sybrand Buma. Binnen de huidige wetgeving is het al mogelijk bepaalde meningen te vervolgen, alleen ontbreekt daar vaak de politieke wil toe en laten we man en paard noemen vooral als het om moslims gaat. Zo werd in 1998 de Centrumpartij '86 verboden, al gingen de standpunten van die extreemrechtse partij veel minder ver dan nu die van de Partij van de Eenheid van ISIS-fan Abdoe Khoulani. Met het precedent van de CP'86 in de hand had deze islamistische misgeboorte en belediging van onze democratie allang verboden kunnen en misschien ook moeten worden.
Salafistische moskeeën
Hizb ut-Tahrir is een nog veel duidelijker geval. De islamisten van deze organisatie zijn tegen democratie, gelijkheid, rechtsstaat en vrijheden en streven actief naar de afschaffing ervan omdat zij hun Kalifaat willen vestigen. In de meeste landen om ons heen is Hizb ut-Tahrir verboden en dat moet zo snel mogelijk ook bij ons gebeuren. Dat dit niet allang is gedaan, toont hoe huiverig de Nederlandse politiek en overheid zijn de radicale islam aan te pakken. Hetzelfde geldt voor salafistische moskeeën. Geef deze centra van haat en extremisme geen vergunning en zet hun haat predikende imams uit als ongewenste vreemdelingen. Door deze organisaties aan te pakken, kun je individuele burgers en hun meningen met rust laten. Wel mag je bedrijven als Twitter en Facebook aanspreken op hun verantwoordelijkheden. Er is niets mis mee te zeggen: hé, als tepels of billen niet mogen op jullie sites, waarom dan wel geweldsoproepen en verlekkerde commentaren bij onthoofdingsvideos?
Natuurlijk stuit dit soort spierballentaal (dixit vicepremier Asscher) veel apologeten van de islam tegen de borst. De slachtofferkaart wordt schaamteloos getrokken, zoals gisteravond door moslimextremist Okay Pala bij Pauw. De hypocrisie druipt van het beeldscherm af: dezelfde figuren die Wilders aanklaagden na Fitna en het minder minder-incident zijn nu opeens in rep en roer over aantasting van de vrijheid van meningsuiting. Antidemocraten die ernaar streven onze vrijheden af te schaffen, claimen diezelfde rechten wanneer het uitkomt.
Femke Halsema klaagde eerder deze week erover dat zonder rechterlijke toetsing de paspoorten van ISIS-extremisten die op het punt staan naar Syrië of Irak af te reizen, worden afgenomen. Idealiter zouden we hen natuurlijk laten gaan in de hoop dat de natuur haar beloop heeft en zij nooit meer terugkeren. Nog beter zou zijn dat wij ze een gps-zender konden meegeven zodat de drone-strike waarnaar zij zo nadrukkelijk solliciteren, grotere kans van slagen heeft. Het probleem is dat als wij hen zonder belemmering laten afreizen, we over een paar maanden de families van onthoofde Westerse journalisten, van vermoorde christelijke kinderen of van verkrachte yazidimeisjes moeten uitleggen waarom wij niets hebben gedaan om hen tegen te houden. Misschien kan Femke die schone taak op zich nemen en zeggen: sorry, Arabiertjes, onze rechtsstaat is nu eenmaal belangrijker dan jullie levens.
Als een democratische rechtsstaat niet bereid is af en toe stevig van zich af te bijten en de intoleranten met uiterste tolerantie tegemoet blijft treden, kunnen de gevolgen rampzalig zijn. Zon zwakke democratie was de Republiek van Weimar in de jaren 30 en we weten allemaal welk gedrocht zij heeft gebaard. Een democratie die zich niet durft te beschermen tegen extremisten, zal haar vrijheden uiteindelijk aan hen verliezen. Niet helemaal wat Franklin zei, maar nogmaals, die is nooit geconfronteerd met de grenzenloze barbarij van het islamisme. Om de onsterfelijke woorden van verzetsman en groot Nederlander H. M. van Randwijk maar weer eens van stal te halen:
Een volk dat voor tirannen zwicht,
zal meer dan lijf en goed verliezen,
dan dooft het licht.