We zijn nu ongeveer een jaar verder, maar toch zijn er nu al 18 parlementsleden die hun biezen hebben gepakt, zij het om welke reden dan ook. De laatste is GroenLinkser Linda Voortman. Ze wordt wethouder in Utrecht. De Tweede Kamer lijkt hierdoor een soort springplank te worden naar bestuurlijke functies in de publieke ruimte. ,,Ik voel me heel betrokken bij de lokale politiek”, motiveert Voortman haar besluit. Ze ‘deed’ de drie grote decentralisatiewetten waardoor gemeenten meer taken op hun bord hebben gekregen. Na acht jaar Kamerlid was ze naar eigen zeggen nog niet klaar. ,,Ik had het graag af willen maken.”
Natuurlijk, ik begrijp ook wel dat zo een functie echt heel erg leuk is. Daarnaast is het een goede mogelijkheid om verder te groeien in het bestuur van Nederland, maar waarom wordt de Tweede Kamer nu elke keer zo snel aan de kant gezet als plaats om te werken als er zoiets langskomt voor je neus? Kamervoorzitter Arib vindt het ook maar niets, want zij heeft al vaak aangegeven dat parlementariërs hun termijn moeten uitzitten.
Meer kritiek oogsten de overstappers die een carrièrepad buiten de politiek inslaan. In dat opzicht valt het tot nu toe mee. Vijf Kamerleden stopten ermee, omdat ze een andere baan vonden (Duisenberg), ‘niet meer de drive’ hadden (Jeroen Dijsselbloem), vanwege persoonlijke omstandigheden (Nine Kooiman en Elbert Dijkgraaf) of om plaats maken voor een nieuwe partijleider (Emile Roemer). Ter vergelijking: gedurende dezelfde periode in 2010 en 2012 telde de Kamer respectievelijk 8 en 7 van dergelijke stoppers.
Er zijn allemaal redenen, zij het carriere gericht of door persoonlijke omstandigheden, om niet verder te gaan als parlementariër, maar het lijkt de afgelopen jaren alsof deze functie gewoon een tussenstap is en niet een functie met een zeer hoge verantwoordelijkheid. Je vertegenwoordigt kiezers, maar dat lijkt toch vaak ondergeschikt. Besturen in de politiek of in de publieke sector lijkt altijd belangrijker. Daardoor is een zetel in de Tweede Kamer onderhevig aan inflatie en lijkt alles steeds minder serieus genomen te worden. Dat heeft een effect op de kwaliteit van de mensen die in de Tweede Kamer terecht komen.