Autonomie of Solidariteit?

Geen categorie07 jul 2013, 17:44
Vanmiddag was de voorlaatste aflevering in de thema-reeks over "identiteit' van het Filosofisch Kwintet. Deze keer ging het over Economie en Identiteit. Met vragen als: in hoeverre bepaalt en heeft de economie bepaald wie we zijn? In hoeverre is een economisch denkbeeld van invloed op een mensbeeld? Is de economie slechts van invloed op hoe wij zijn? Of kunnen wij ook de economie beïnvloeden? 
Naast presentatrice Clairy Polak en vaste kracht, sociaal-filosoof Ad Verbrugge, zaten de volgende gasten aan de discussietafel: de Erasmus 'pluralist development' econome Irene van Staveren, de Vlaamse klinisch psycholoog Paul Verhaege, bekend van diens werk over 'de menselijke identiteit' en de bij Verbrugge gepromoveerde en aan denktank 'Freedomlab' verbonden surinaams-pakistaanse filosoof Haroon Seikh. Als u op de linkjes klikt dan heeft u enig idee waaruit dit bonte gezelschap bestond. Jammer dat het altijd hetzelfde soort mensen zijn die in dit soort programma's mogen opdraven of zouden er gewoon geen Oostenrijkse School economen te vinden zijn in Nederland? Maar dit terzijde.
Misschien dat de discussie daarom een hoog 'filosofen-gehalte' had? Uiteindelijk kwam de essentie toch duidelijk naar voren, vooral door de bijdragen van Verhaege, de enige niet-Nederlander uit het gezelschap, maar dat is vast toeval. Maar voordat ik daaraan toekom een korte samenvatting van de standpunten van de diverse tafelgenoten.
Mevrouw Van Staveren wees op de globaliteit van de huidige economie. Onze kleding, onze auto's komen uit het buitenland, enzovoorts. Zij poogde daarmee, vermoed ik, aan te geven dat een 'economische identiteit' per definitie niet kan samenvallen met een nationale identiteit. Maar dat is maar zeer de vraag, het zijn in mijn ogen onvergelijkbare grootheden. Er werd hier dan ook niet op in gegaan. Voorts bekritiseerde ze de opvatting dat economie vooral gaat over 'allocatie van schaarse middelen': economie gaat niet alleen over de (her-)verdeling van middelen, maar ook over het creëren ervan. Uiteraard, zou ik zeggen.
Ze sprak over de 'homo economicus', de calculerende burger, die streeft naar nutsmaximalisatie. Zij vond dat de moderne samenleving daarin doorgeschoten was en dat het eeuwige streven naar méér beter plaats zou moeten maken voor een andere manier van denken, waar ook tijd is voor andere zaken. Iets wat je bij de jongere generatie ook terugziet, voeg ik er aan toe. Ze bleek voorstander te zijn van 'crowdfunding', particuliere initiatieven om locale projecten te financieren en van de grond te tillen. Zo had zijzelf 250 euro geïnvesteerd in een boerderij die biologische voeding produceert.
Filosoof Seikh stelde dat de 'moderne economie' ver verwijderd was geraakt van de oorspronkelijke natuur en dat alles wordt 'beprijsd'. Ik vond dat een beetje een vreemde opmerking, want je zou evengoed kunnen stellen, dat die 'moderne economie', met zijn verstedelijking, nu onderdeel uitmaakt van de werkelijkheid waarin we leven, maar dit terzijde.
Seikh wees op het belang van economische samenwerking tussen landen, waarbij noties als 'betrouwbaarheid' en 'vertrouwen' essentieel zijn om de economie goed te laten functioneren. Dat is natuurlijk een open deur van jewelste, maar tegelijkertijd zien we ook, dat het noodzakelijke vertrouwen veelal ontbreekt, en niet alleen in Europa. Helaas kwam de oorzaak daarvan niet aan de orde, zoals die nergens echt aan de orde komt in de belangrijke media.
Verhaege, tenslotte, benoemde de oorspronkelijke betekenis van economie: huishoudkunde. Het vermogen om inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht te laten zijn. Hij wees op het belang van taal als belangrijkste bron van identiteit. Taal is identiteit, is denken, zo zei hij, en dat is essentieel voor welke identificering ook. Niet in de laatste plaats de economische. Als voorbeeld noemde hij, dat wij 'investeren' in onze relatie.
Verder zei hij dat economie en politiek steeds meer synoniem aan elkaar geworden zijn en concludeerde dat er twee kardinale gedragspatronen onderscheiden kunnen worden. Enerzijds het gedragspatroon dat 'solidariteit' centraal stelt, anderzijds het gedragspatroon dat de individuele 'autonomie' meer benadrukt. Hij vroeg zich af of we er ooit in zullen slagen een evenwicht te bereiken tussen beide of niet.
Daarmee raakte Verhaege natuurlijk aan de kern van de zaak: benadert u de wereld vanuit een eigen, individuele verantwoordelijkheid of benadert u de werkelijkheid vanuit de gedachte dat mensen solidair met elkaar moeten zijn? In mijn ogen bedoelen de laatsten dan meestal, dat anderen de vruchten van hun arbeid met hen moeten delen, onder het mom van 'solidariteit'. Helaas is de groep mensen die naar deze levenshouding neigt veel en veel groter dan die welke de eigen verantwoordelijkheid centraal stelt. En daarom zal de verzorgingsstaat zoals we die nu kennen ook nooit gehandhaafd kunnen blijven. Verhaege gaf ook toe: 'we hebben in West-Europa op veel te grote voet geleefd'. Zeker als je een enorme vijfde colonne kansarme profiteurs hebt binnengelaten, die behalve een hoge uitkeringsafhankelijkheid ook zorgen voor enorme aanvullende kosten zoals in de zorg, het onderwijs en de criminaliteitsbestrijding.
Daarnaast wees Verhaege er op, dat er steeds meer mensen met angstige en depressieve gevoelens bij hem aankloppen. Als oorzaak noemt hij de invloed die de maatschappij als geheel uitoefent op de identiteit van het individu. Onze identiteit wordt gevormd in een constante wisselwerking met onze omgeving. Al vanaf dat we klein zijn willen we enerzijds bij de groep horen en anderzijds onze autonomie behouden. Dit zijn de twee uitersten die onze identiteit bepalen. Het ene uiterste is solidariteit en altruïsme, het andere is individualisme en egoïsme. Onder invloed van het 'neo-liberale' marktdenken zou onze identiteit te ver doorgeschoten naar het individualisme. Beetje vreemd als je constateert dat de grote herverdelingsoperatie van de EU tot nu toe niet heeft geleid tot de beloofde volledige werkgelenheid, maar integendeel tot bittere armoede en sociale ellende in grote delen van de EU en met name in de eurozone.
Nu kun je je bovendien afvragen wat het neo-liberalisme nog voorstelt, het begrip wordt tegenwoordig vaak op negatieve wijze gebruikt door mensen die tegen het vrije marktdenken zijn. En haast vanzelfsprekend kwam dus de tegenstelling tussen het Angelsaksische model en het Rijnlandse model op tafel, 'het kapitalisme met het menselijk gezicht'. Volgens mevrouw Van Staveren zorgt de vrije markt niet altijd voor de laagste consumentenprijs, zoals zij betoogde met haar onderzoek naar de liberalisering van de taximarkt in Amsterdam. Maar mevrouw Van Staveren vergeet, dat de prijs nu kunstmatig laag wordt gehouden door allerhande subsidies vanuit de overheid en dus de belastingbetaler. Zoals dat trouwens bij het hele openbaar vervoer het geval is. Zou de werkelijke kostprijs berekend moeten worden, dan ging niemand meer met het openbaar vervoer.
Van Staveren sprak zelfs van 'dommigheid' over mensen die nog steeds het vrije marktdenken propageerden. Tja, ik denk dat ik niet lang hoef te raden in welke politieke hoek deze Erasmus econome gezocht moet worden. Niettemin erkende zij wel dat de 'autonome' mens niet op gespannen voet hoeft te leven met de 'solidaire', gelet op de grote hoeveelheid geld die in de VS vrijwillig aan goede doelen wordt geschonken.
En zo kunnen we nog uren doorgaan. In mijn ogen is de essentie deze: 'solidariteit' is een excuus van -doorgaans- linkse mensen, om anderen te laten opdraaien voor hun kosten van levensonderhoud.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten