Internationaal Monetair Fonds-baas Christine Lagarde kan tevreden zijn. Met de benoeming van Janet Yellen tot president van het Amerikaanse Federal Reserve System (FED) zal zij niet meer de enige vrouw zijn tijdens de vergaderingen van het internationale financiële establishment.
De markten hadden zich al eerder verheugd getoond over Yellens aanstaande benoeming. Toen op zondag 15 september bekend werd dat Larry Summers, Yellens enige rivaal voor de job, zich terugtrok stegen op maandag 16 september de aandelenkoersen en daalden de rentes. Die reactie laat zich ogenschijnlijk eenvoudig uitleggen. Algemeen wordt verwacht dat Yellen weinig haast zal maken met het afbouwen van de steunaankopen van obligaties en hypotheken door de FED. Via dit opkoopprogramma wordt maandelijks voor $85 miljard aan liquiditeit in het systeem gepompt. Al dat geld moet ergens naartoe. Naar de aandelenmarkten bijvoorbeeld. Toen Yellens voorganger Ben Bernanke op 19 juni had gesuggereerd dat het opkoopprogramma zou worden afgebouwd daalden de koersen in een paar dagen met ruim 4%.
Het opkoopprogramma was in november 2008 gelanceerd om zwakke banken overeind te houden. Tevens werd de geldkraan een middel om de rente laag te houden met als doel de economie te stimuleren. In Amerika is dat op bescheiden schaal gelukt. De economie toont tekenen van herstel en de huizenmarkt is uit een diep dal opgekrabbeld. Maar de werkloosheid blijft nog steeds hoog. Tot nu toe heeft de FED gezegd dat ze de rente zal laten oplopen als de werkloosheid onder de 6,5% van de beroepsbevolking komt. Die werkloosheid zou nu op 7,3% liggen en wellicht volgend jaar de 6,5% aantikken. Maar Yellen heeft al eerder gezegd dat het officiële cijfer niet alles zegt over de arbeidsmarkt. Kijkend naar de arbeidsparticipatie van voor de crisis zou de werkloosheid nu op 11% uitkomen. Als zij deze interpretatie van de werkloosheid tot uitgangspunt van het beleid maakt zullen lage rentes nog heel lang doel van het beleid zijn en zal het opkoopprogramma slechts zeer behoedzaam worden afgebouwd.
Dat zal niet alleen de aandelenmarkten maar ook minister van financiën Dijsselbloem tot vreugde strekken. Want ook iedereen die geld leent is gebaat bij een lage rente. Hoewel de Nederlandse staatsschuld sinds 2007 is gestegen van 45% van het Bruto Binnenlands Product tot 77%, zijn de rentelasten als percentage van het BBP historisch gezien zeer laag. In 2014 betaalt de Nederlandse overheid naar verwachting zon 9 miljard rente. Mocht de rente op een meer normale 4% staan dan wordt dat ruim het dubbele. Dat slaat toch een fors gat in de begroting. Zolang echte groei van de economie en dus van de belastingopbrengsten uitblijven kan de overheid zich moeilijk een hogere rente veroorloven. Ook voor de huizenmarkt zou een stijging van de rente zeer schadelijk zijn. Zo lijkt de hele wereldeconomie verslaafd aan de lage rente.
Easy Money is verleidelijk maar niet zonder gevaar. Het veroorzaakt mogelijk nieuwe zeepbellen. Niet in de laatste plaats in kwetsbare opkomende markten waar veel van het FED geld naartoe stroomt. En uiteraard is er het gevaar van inflatie hoewel die zich vooralsnog niets van het lage rente beleid aantrekt.
Iedereen weet dus dat het opkoopprogramma niet eeuwig kan blijven voortduren. Maar de eerdere reacties op de financiële markten laten zien dat de afbouw een zeer delicaat proces zal moeten zijn. Zoals met alle stimulerende middelen geldt ook hier dat het makkelijker is om er mee te beginnen dan er mee te stoppen.
Ewoud Jansen Econoom en publicist
@ewoudjansen