In maart van 2012 verklaarde EU Raadspresident Herman van Rompuy opgelucht dat het dieptepunt van de eurocrisis voorbij is. De Ierse en Portugese crises waren overleefd, de schade was beperkt gebleven voor zover beperkt het juiste woord is bij reddingsoperaties die samen ongeveer 200 miljard kostten.
Nauwelijks een maand later bleek echter dat Spanje met steeds grotere gaten in de begroting werd geconfronteerd. En in Italië ging het ook van kwaad tot erger. Voor Spanje zou uiteindelijk een reddingsoperatie worden opgezet. Na veel heen en weer onderhandelen werd besloten tot een pakket dat de Spaanse banksector een kapitaalinjectie van bijna 100 miljard opleverde.
Italië werd geholpen door een politieke interventie van buitenaf: de voor Brussel en de markten onaanvaardbare Silvio Berlusconi moest plaatsmaken voor de technocraat Mario Monti. Dat Berlusconi een democratisch mandaat had, was voor de euro-elite helaas van ondergeschikt belang. Het was immers crisis, er moest nu even doortastend worden gehandeld.
Bezworen
Opluchting alom, want met deze maatregelen zou de crisis zeker bezworen zijn. Dus verklaarde de toenmalige voorzitter van de Eurogroep Jean Claude Juncker eind december van vorig jaar dat er nu eindelijk licht aan het eind van de tunnel was. Hij kreeg bijval van ECB-president Mario Draghi, die verklaarde dat hij tekenen zag van positieve besmetting.
Koud een maand later brak in Cyprus een ernstige crisis uit die uiteindelijk alleen met een nieuw reddingspakket van 23 miljard bezworen kon worden. Toen de Cypriotische storm eenmaal was gaan liggen, vond Commissievoorzitter Jose Manuel Barroso dat de tijd was gekomen om de crisis nu echt, definitief voorbij te verklaren: De situatie blijft delicaat, maar de lidstaten hebben het ergste nu wel achter de rug.
Spoelen we de band door naar vandaag. In Barrosos thuisland Portugal dreigde deze week de regering te struikelen over de door de trojka van EU, ECB en IMF opgelegde crisismaatregelen. De rente op Portugese staatsschulden schoot omhoog. Er werd zelfs al gesproken over een mogelijke tweede Portugese reddingsoperatie die komt er trouwens sowieso, maar daarover volgend jaar meer. Na een Brusselse interventie konden de Portugese regeringspartijen opeens toch weer door één deur. Gisteren kwam het blijde nieuws uit Lissabon: de regering maakt een doorstart, de euro is gered!
Voor zolang het duurt. Als de afgelopen drieënhalf jaar eurocrisis ons namelijk iets heeft geleerd, is het dat de volgende uitbraak nooit ver weg is. Op elke blijde voorspelling dat het leed nu wel geleden is van deze of gene eurohotemetoot volgt onvermijdelijk een volgende golf van europaniek die ons honderden miljarden kost. Een uitweg uit deze doodsspiraal is er niet.
Bereid u dus maar voor op een volgende reddingsoperatie: voor Italië, Spanje, Slovenië, Frankrijk of opnieuw voor Griekenland of Portugal. Totdat uiteindelijk ook wij aan de beurt zijn. Want de door onze premier gesignaleerde groene waas van economisch herstel is al net zon luchtspiegeling als alle voorspellingen van naderend herstel door zijn Europese collegas. Zolang er een euro is, zal er crisis zijn. Of zoals de Britten over de euro zeggen: One size, fits none. Vrij vertaald: één munt, past niemand.