Gister betoogde Dirk-Jan op deze site dat het met het onder druk staan van de vrijheid van meningsuiting in Europa, en Nederland in het bijzonder, allemaal wel meevalt. Zij die anders menen, overdrijven schromelijk. Immers, er wordt hevig gedebatteerd over de islam (het onderwerp waar het debat over de vrijheid van meningsuiting zich doorgaans op toespitst).
Zo zou het met dat hele proces tegen Wilders wel meevallen; het gaat volgens D-J slechts om 'een ordinaire veroordeling wegens haatzaaien of groepsdiscriminatie'. Dat de enkele mogelijkheid tot 'een ordinaire veroordeling' reeds een grove schending van de vrijheid van meningsuiting is, ontgaat D-J volkomen. Als je als burger bij alles wat je zegt op straffe van een strafrechtelijke veroordeling in je achterhoofd moet houden of dit niet toevallig beledigend dan wel haatzaaiend kan zijn, lijkt het mij dat de vrijheid van meningsuiting in ieder geval de iure al behoorlijk onder druk staat; te meer daar recente jurisprudentie laat zien dat deze twee artikelen (in tegenstelling tot het verbod op smalende godslastering) geen dode letter zijn maar actief worden vervolgd.
Maar het is tegenwoordig natuurlijk niet het recht dat de grootste bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting vormt. Nee, de grootste inperking is de zelfcensuur die menig bekende en minder bekende opiniemaker zichzelf oplegt als gevolg van de door radicale moslims gecreëerde sfeer van een constante geweldsdreiging. Om D-Js geheugen op te frissen noem ik slechts een aantal namen; Theo van Gogh, Kurt Westergaard, Lars Villks, Benno Barnard, Ayaan Hirsi Ali, Molly Norris en niet te vergeten Geert Wilders. Al deze mensen hebben nadat zij zich kritisch over de islam hadden geuit op één of andere wijze kennis gemaakt met de gewelddadige reactie van radicale moslims; één van hen kan het zelfs niet meer navertellen...
De fout die D-J maakt, is dat hij vanuit het feit dat er wel (fel) wordt gedebatteerd over de islam afleidt dat er geen probleem is met de vrijheid van meningsuiting, i.e. dat die niet onder druk staat. Hij gaat er daarbij (voor het gemak?) totaal aan voorbij dat vele deelnemers aan dat debat zowel de iure als de facto voor hun uitlatingen worden gestraft. Het is echter zo dat pas op het moment dat die straffen worden weggenomen er daadwerkelijk kan worden gesproken van een niet onder druk staande vrijheid van meningsuiting; helaas lijkt die situatie nog ver weg...