[D]e totale vervreemding die tegenwoordig de omgang met dieren kenmerkt, is wel het andere uiterste. Dieren gelden niet meer als dieren, maar als gemankeerde mensen die tegen ieder ongemak moeten worden beschermd.
De enige uitzondering vormen de dieren in de bioindustrie, die uitsluitend vanuit economisch oogpunt worden bekeken. Al mogen ze niet meer onverdoofd worden geslacht, wat vooral getuigt van een laat schuldgevoel.
Wilde dieren hebben inmiddels allemaal hun eigen stichting en eigen beleidsmakers, die tot in detail over hun bestaan waken.
(...)
Echte dierenliefde betekent dat we ophouden sentimenteel te zijn. Ook de politiek zou dat moeten durven en niet, zoals nu, moeten toegeven aan iedere golf van dierenhysterie.
We kunnen niet alle dieren redden of heropvoeden, maar we kunnen ze wel zoveel mogelijk op hun eigen manier laten leven. Pak evidente misstanden als die in de bioindustrie aan, maar stop met dat pathetische getut.