Vandaag verscheen in Trouw een kritische blik over de huidige Nederlandse democratie en het totale onvermogen om nog naar elkaar te luisteren. Afwijkende meningen mogen geen platform meer krijgen en in debat gaan staat gelijk aan 'een podium bieden' en 'salonfähig maken' van 'fout gedachtegoed'.
'Hoe dúrf je?!'
Het debat (video) over gebrek aan politieke pluriformiteit tussen GroenLinks-Kamerlid Zihni Özdil en filosoof Sid Lukkassen leverde flink wat reuring op Twitter. Hoewel ze zelf alleen maar gesterkt werden in de overtuiging van hun eigen gelijk, kregen zij een stortvloed aan haatreacties over zich heen. Want hoe was het in godsnaam mogelijk dat Özdil een rechtse filosoof überhaupt een podium bood?! Schandalig!
Kern van het probleem
Dit debat legt exact het probleem van de huidige maatschappij bloot: we luisteren niet meer naar elkaar. Heb je vragen over de opwarming van de aarde? Dan ben je al snel een klimaatscepticus en hoeft men niet meer met je in debat. Maak je je zorgen om de EU? Dan ben je eurosceptisch en heb je jezelf al snel gediskwalificeerd. Heb je liever dat immigratie aan banden wordt gelegd? Dan ben je moreel verwerpelijk, egoïstisch, alt-right en een fascistische nationalist! Game over.
Niet alleen links
En nu klinkt dit wel allemaal als kritiek op links, rechts kan er net zo goed wat van. Ik had zelf plaatsvervangende schaamte toen een D66-knaapje bij een FVD-bijeenkomst in Enschede een vraag durfde te stellen aan Annabel Nanninga en werd uitgejouwd. Dat duurde overigens niet lang want z'n vraag ging over of gekleurde mensen door FVD ook als Nederlander worden gezien, toen was het uitjouwen wat mij betreft wél terecht.
'Ja, ja, zou ik óók zeggen...'
Zelfs als je je best doen om zo genuanceerd mogelijk enige zorgen over dergelijke onderwerpen te uiten, zul je al snel merken dat je jezelf eerst zult moeten bewijzen als een moreel en ethisch verantwoord persoon. Heb je ooit iets getweet waar je nu misschien niet meer achter staat? Jammer dan, je hebt het getweet en dus ben je verkeerd. En zelfs als het je lukt dat te voorkomen of vermijden (ook al is het belachelijk om daar überhaupt in mee te gaan) dan riskeer je al snel de beschuldiging dat jouw ideeën en vragen ervoor kunnen zorgen dat ánderen het wellicht verkeerd zouden kunnen opvatten.
Blijven we zo doorgaan?
Hoe komt een racist ooit tot beter inzicht als niemand hem ooit tracht te overtuigen? Hoe overtuig je een klimaatscepticus als je niets anders roept dan '97 procent consensus' en 'niets doen is geen optie'? Die bubbel versterkt zichzelf alleen maar, want zelfs als iemand dus met een racist of klimaatscepticus in gesprek gaat, loopt diegene de kans verstoten te worden door de eigen 'groep'. Enige debatten die tussen tegenpolen nog openbaar worden gevoerd, dreigen slechts uit predikers voor eigen parochie te gaan bestaan, met een gedeeld podium voor de vorm.
Hoe het zou moeten zijn
Kijk je naar de essentie van de liberale democratie, dan is het uitgangspunt vrij duidelijk: iedereen zou alles openlijk moeten kunnen bespreken zolang dit binnen de kaders van de wet blijft. Hoor en wederhoor, steekhoudende argumenten en respect voor elkaar vormden daar de basis voor. Dit was ook de reden dat Pim Fortuyn ooit zei dat de moslim die homo's van daken wilde gooien, dat openlijk moest kunnen zeggen, zolang hij de vrijheid had om zo'n moslim heen te kunnen lopen. Wat een scherp contrast is dat met de 'Paf!'-roepers, de spreker-verbieders en bijeenkomst-boycotters.