Kan de zaak-Wilders dienen als fundament voor een hernieuwd vertrouwen in de rechtsprekende macht?
Dat de rechtsprekende macht een aantal deuken heeft opgelopen door de zaak-Wilders mag gerust een understatement worden genoemd. Het optreden van de eerste rechtbank was nou niet bepaald om over naar huis te schrijven, en uiteindelijk werd zij ook nog eens succesvol gewraakt.
Velen menen dan ook dat de zaak-Wilders de rechtsprekende macht meer slecht dan goed doet. Een laatste bastion van vanzelfsprekend gezag lijkt te zijn geslecht.
Afshin Ellian schrijft vandaag in zijn Elsevier-column dat de zaak-Wilders wel degelijk ook een positief effect voor de rechtsprekende macht heeft gehad. Ellian doet dit naar aanleiding van de succesvolle wraking van de voorzitter in de zogenaamde Klimop-zaak, de grootste Nederlandse fraudezaak ooit. Allerlei vooraanstaande directeuren, notarissen et cetera worden ervan verdacht via malafide vastgoeddeals tientallen miljoenen euro's in hun eigen zakken te hebben gestoken. (Hier leest u uitgebreid over de zaak.) Ter zitting droeg de voorzitterhet volgende rijmpje voor:
Jantje zag eens pruimen hangen,o! als eieren zo groot.
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken, schoon zijn vader 't hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader, noch de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo vol geladen, mist men vijf zes pruimen niet.
Uiteindelijk leidde dit tot een succesvolle wraking, omdat de voorzitter hiermee niet langer de schijn van objectiviteit kon behouden. Met andere woorden: het leek erop alsof de rechter reeds voor het einde van de behandeling zijn oordeel al klaar had. Over deze succesvolle wraking (die overigens een vogelvlucht hebben genomen sinds de succesvolle wraking in de zaak-Wilders) schrijft Ellian:
De wrakingskamer heeft het verzoek van advocaten gehonoreerd. Er moeten dus nieuwe rechters worden aangesteld. Door deze beslissing heeft de wrakingskamer het gezag van de rechter hersteld. De verdachten kunnen onder deze omstandigheden niet langer verwachten dat hun zaak op een eerlijke en onpartijdige manier zou worden behandeld.
In het tijdperk van massacommunicatie blijft het gedrag van de rechter niet onopgemerkt. En als dat gedrag niet strookt met de beginselen van behoorlijk proces, moet dat onmiddellijk door de rechterlijke macht worden gesanctioneerd.
Zo werkt het gezag dat niet met geweld wordt afgedwongen. Wie het gezag representeert, moet nooit bang zijn voor correctie en zelfreflectie.
Hier zien we de positieve werking van de zaak-Wilders op de rechterlijke macht. Hulde aan de rechters die respect hebben voor het gezag van de rechtspraak: elke burger verdient een eerlijk en onpartijdig proces.
De succesvolle wraking in de zaak-Wilders was in Ellians ogen dus zowel dieptepunt als nieuw begin voor de rechtsprekende macht. Rechters zijn zich meer bewust van alle aandacht en wrakingsverzoeken zullen sneller worden toegewezen. Of dat genoeg is om het afgebrokkelde vertrouwen in de rechtsprekende macht betwijfel ik echter...