Kunt u nog de tijden herinneren waarin het CDA één van de grootste partijen was en steevast in bijna elke coalitie terecht kwam, de afgelopen decennia? Een aantal jaar is dit al niet het geval, maar er is een nieuwe partij die de rol invult: de VVD.
Het ligt niet per se aan de partijen zelf, maar het ligt aan het systeem. Partijen worden groter, populairder, en blijven dan jaren aan als één van de grootste partijen in de Tweede Kamer. Daarna worden het intrinsiek bestuurderspartijen en vaag en grijs. Meeregeren is het belangrijkste en de partij verliest haar fundamenten.
Dit is een proces die op een natuurlijke manier gaat. Populaire partijen trekken mensen aan die graag een belangrijke positie willen verwerven en macht willen uitoefenen. U kent die mensen wel, hele grijze muisjes die vaag communiceren en met een glimlach die zo overduidelijk nep is, dat je je bijna niet kan inhouden om te lachen.
Deze ‘bestuurders’ komen op topposities terecht en dan krijg je een typisch cirkeltje van ons-kent-ons. Die cirkeltjes versmelten met cirkeltjes van andere bestuurderspartijen en voila, je hebt een partijkartel. Een simplistische versie natuurlijk, maar de kern blijft waar.
De VVD is de volgende in de rij. Je merkt het al tijdens de verkiezingen en na de verkiezingen, de verschillen zijn levensgroot en uiteindelijk is het belangrijker om te regeren dan om de ideologische fundamenten na te streven. Het relativisme is ingeslagen.
De liberalen zijn nu al een aantal jaar aan de macht en Mark Rutte is het gezicht geworden van de liberale machtsstructuur waarin politiek pragmatisme en relativisme hoogtij vieren. Net zoals wat er met het CDA gebeurde toen ze vorig decennium hun politieke grondslag verloren en een grijze partij werden.
Dit kan gebeuren met elke partij en uiteindelijk verliezen ze groots en ‘gaan ze terug naar hun wortels’, net zoals wat er nu gebeurt bij de PvdA en wat er is gebeurd bij het CDA.