'Weg-met-ons' wordt door sommige mensen wel heel letterlijk genomen. En dan bedoel ik natuurlijk met name door onze zogenaamde 'intellectuelen'.
Zie
deze ongein bijvoorbeeld:
De overheid moet burgers helpen met de levenskeuze kinderen te nemen, omdat voor veel Nederlanders het krijgen van nageslacht niet gelukkiger maakt. Dat betoogt geluksprofessor Ruut Veenhoven van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Je huwelijk wordt minder romantisch, je hebt minder persoonlijke keuzevrijheid, dus blijf je eerder gebonden aan bijvoorbeeld een baan die je niet leuk vindt. Het is dus goed om te weten of jij bij die categorie hoort, die er niet gelukkiger van wordt.
Volgens de hoogleraar kunnen mensen dan beter keuzes maken. Er moet ook meer onderzoek gedaan worden naar wat mensen gelukkig maakt, en er zouden meer goede dienstverleners moeten komen, die mensen kunnen coachen.
Ten eerste is het natuurlijk al bijzonder beschamend dat je 'geluksprofessor' wordt genoemd (door jezelf of door anderen). Ik meen me een tijd te herinneren toen zij die voor universiteiten werkten daadwerkelijk iets toevoegden aan de (academische) wereld. Blijkbaar is dat nu, in 2011, niet meer nodig om zo'n baantje in de wacht te slepen.
Daar komt bij dat ik bijzonder moe wordt van de moderne obsessie met 'geluk'. Ooit vonden we het van belang dat we verantwoordelijkheid namen voor onszelf, voor onze familie, en voor ons land. We hadden nog iets van een eergevoel. Helaas is die tijd niet meer. Nee, tegenwoordig draait het allemaal om de vraag of we 'gelukkig' zijn. Al het andere wordt irrelevant verklaart, blijkbaar zelfs het hebben van kinderen.
Overigens blijf ik het opmerkelijk vinden dat dit soort Nederlanders weliswaar geobsedeerd zijn met 'geluk', maar dat ze, als je ze met buitenlanders vergelijkt, erg vaak een bijzonder ongelukkige indruk maken. Ze zeuren en ze klagen; er is altijd iets 'mis', altijd 'iets' dat hun 'geluk' in de weg staat.
Volgens mij lullen 'geluksprofessoren' dan ook uit hun nek. Nou is dat ook logisch als je zo'n titel hebt, maar toch.
We zouden er verstandig aandoen om ons iets minder bezig te houden met de geluksvraag, en iets meer met de vraag hoe we een goede man (of vrouw) kunnen zijn. Duties first, happiness second. Vreemd genoeg zorgt zo'n levensmotto ervoor dat je juist gelukkiger wordt.