China's premier pleit voor grootschalige hervormingen.
De afgelopen dagen is er iets geks aan de hand in China. De Nederlandse media lijken hier totaal geen besef van te hebben, maar wat er gebeurt is bijzonder significant.
Zo bericht de Times of London (u moet een abonnement hebben op deze krant om het artikel te kunnen lezen) dat Wen Jiabao zijn tiende en laatste jaar als premier van het land inluidde met een waarschuwing aan de conservatieve vleugel van de communistische partij én aan zijn mogelijke opvolgers.
"Zonder structurele politieke hervormingen kunnen we Chinas moderne problemen onmogelijk aanpakken", aldus de premier. Naar Chinese maatstaven is dat een schokkende uitspraak. Jiabao was echter nog lang niet klaar. "Als we dat niet doen konden historische tragedies zoals de Culturele Revolutie zich weleens herhalen".
"We mogen", aldus Jiabao, "de vergissingen van de Culturele Revolutie niet herhalen". Daarom moet het leiderschapssysteem van de partij én van het land "grond worden hervormd".
Dat was natuurlijk een klap in het (dode) gezicht van Mao Zedong, maar ook van meer conservatieve leden van zijn partij. Met name Bo Xilai, een rijzende ster in het communistische politieke firmament, moet zich hier ernstig zorgen over maken. Deze man is namelijk vooral bekend geworden doordat hij als gouverneur van de stad Chongqing een soort van kleine culturele revolutie heeft uitgevoerd. Men loopt daar, al socialistische liedjes zingend, over straat; samen, als arbeiders, en meer van die onzin.
Jiabao heeft daar niets mee. Sterker nog, de premier vindt dat soort praktijken flauwekul. Zoals Zhang Ming, een politieke wetenschapper aan Renmin Universiteit, zegt: "Het had niet duidelijker kunnen zijn dat, toen hij sprak over de Culturele Revolutie, meneer Wen eigenlijk refereerde aan Chongqing en aan wilde geven dat hij altijd een tegenstander is geweest van dat model".
Waar dit alles op neerkomt? Jiabao pleit eigenlijk voor meer democratie, meer openheid, en minder communistische propaganda. In dat laatste opzicht is het van belang dat hij het volgende zei over de Arabische revolutie: "De eis van Arabieren om democratie moet worden ingewilligd. Het is een kracht die we niet kunnen tegenhouden".
Het is natuurlijk niet al te moeilijk om te concluderen dat hij niet alleen op democratische ontwikkelingen in het Midden-Oosten doelde, maar ook in China zelf.