De euro is een zeer praktische munt, maar maakt miljoenen slachtoffers. Dit artikel bevat een eenvoudige uitleg waarom de euro niet kan werken en toont de voordelen van een overgang naar staatsgeld.
De euro heeft namelijk een onoplosbaar probleem. De landen die nu ernstig in de schulden zitten, zullen, als ze er in slagen deze terug te brengen door bezuinigingen, voorspelbaar weer in de schulden belanden. Dit komt omdat deze landen het slachtoffer zijn van een fundamenteel mankement in de euro. Nog vóór de euro begon, hebben economen gewaarschuwd, dat een gezamenlijke munt alleen kan werken, wanneer alle deelnemende landen economisch homogeen zijn. Momenteel is er niets dat Griekse consumenten ervan kan weerhouden de voorkeur te geven aan goedkopere en betere producten uit Duitsland. En wanneer Griekenland meer importeert dan exporteert, stijgen haar schulden. Hetzelfde geldt voor alle minder productieve landen in de eurozone. Ze kunnen bezuinigen zoveel als ze willen en alle infrastructuren privatiseren, maar de volgende schuldencrisis zal nooit ver weg zijn!
Hier is waarom. Wanneer consumenten in minder productieve landen de voorkeur geven aan goedkopere en betere importproducten, zal de buitenlandse schuld stijgen, terwijl de productiviteit van het land verslechtert. Wanneer een land zijn eigen munt heeft, kan het deze devalueren. Dat maakt geïmporteerde goederen duurder en de producten van het land zelf goedkoper op de export markten. De schuld zal afnemen en de productiviteit weer toenemen. Devaluaties waren heel gewoon voordat de euro begon. Met de euro zijn devaluaties niet meer mogelijk en de landen komen vast te zitten in de schulden. Maar wanneer landen tekenen om deel uit te maken van de eurozone, verplichten ze zich ook hun staatsschuld te verminderen tot onder de 60% van hun Bruto Binnenlands Product (BBP) en de budgettekorten moeten onder de 3% van hun BBP blijven. Wanneer ze deze limieten overschrijden, zullen de andere landen dit als een gevaar voor de stabiliteit va de euro beschouwen. Deze andere landen zullen sancties opleggen om de in de schulden geraakte regering te dwingen adequate maatregelen te nemen (alsof er een duurzame oplossing zou bestaan) en als dat niet werkt, zullen de andere landen leningen verstrekken (die, zij opgemerkt, de buitenlandse schuld doen toenemen!), vergezeld van zware voorwaarden, zoals steeds meer bezuinigingen ontslag van ambtenaren, snijden in onderwijs, cultuur, sociale zaken, gezondheid, leger etc. en verplichtingen om overheidsbezittingen, openbare infrastructuur en overheidsdiensten te verkopen!
Het is geen toeval dat Griekenland, Spanje en Ierland momenteel het zwaarst getroffen zijn. Economisch kunnen deze landen niet vergeleken worden met landen zoals Duitsland. Zodra een crisis de eurozone raakt wordt onmiddellijk duidelijk dat het geen homogene zone is; er zijn sterke en zwakke landen. Europa heeft zeer verschillende landen met zeer verschillende economieën met zeer verschillend potentieel voor productiviteit. In feite is het onmogelijk om een gezamenlijke munt te voeren in zon heterogene zone als de 23 landen van de eurozone. Ondanks de waarschuwingen van economen hebben politici de gezamenlijke munt doorgedrukt. Voor de voorstanders was het slechts een kwestie van regels verzinnen en landen te overtuigen akkoorden te tekenen, dat ze zich aan deze afspraken zouden houden. Welnu, je kunt handtekeningen zetten op papier, maar dat maakt het onmogelijke niet mogelijk. Vandaag kunnen 20 van de 27 EU-landen niet aan de gestelde budgetregels voldoen.
De verschillen in productiviteit zijn niet slechts tijdelijk. Intrinsieke verschillen zijn gerelateerd aan het plaatselijke klimaat, de geografische situatie, de vruchtbaarheid van de bodem, de beschikbaarheid van water en energie, de afstanden die overbrugd moeten worden, de transportmoeilijkheden en alle andere onveranderlijke zaken. Deze bepalen in hoge mate het falen of slagen van economische activiteit. Elk land heeft zijn eigen typische economie ontwikkeld, het ene wat meer steunend op zijn agrarische productie, het andere op zware industrie, weer een andere op handel en zeetransport etc., wat betekent dat één financiële politiek voor allen nooit voor alle landen geschikt kan zijn.
Daarnaast zijn er nog steeds instellingen en personen die met geld geld proberen te maken. Zolang het maken van geld (ook de centrale banken zijn in handen van privé-personen en niet van overheden !!) in privéhanden ligt is het financieel systeem er niet voor de maatschappij maar voor diegenen die met het maken van geld geld verdienen.
Bankieren is boekhouden
Telkens wanneer een bankier een lening verstrekt, dan verstrekt hij in feite geen geld, maar een tegoed. De lening bestaat uit niets anders dan getalletjes in de boekhouding van de bankier. Stel dat jij een lening wilt van jouw bank, Bank Blut. Aan de ene kant schrijft de bankier dat hij 250.000 euro van jou tegoed heeft en aan de andere kant dat jij nu een tegoed van 250.000 euro van hem hebt. Die zie je op je rekening verschijnen. Die kun je uitgeven. Huisje kopen? Okay, huisje kopen. Stel dat je een cheque uitschrijft aan de verkoper van het huis. Die brengt die cheque naar zijn bank, de Roodschildbank. Die wil die cheque nu inwisselen bij jouw bank, tegen echt geld wel te verstaan. Roodschild weet hoe zijn collega de getalletjes uit de hoed getoverd heeft en neemt geen genoegen met gebakken lucht. Nu moet Bank Blut dus met echt geld over de brug komen. Maar, in de praktijk blijkt dat meestal niet nodig. Roodschild verstrekt namelijk zelf ook doorlopend leningen. En een deel van die leningen worden weer uitgegeven aan klanten van Bank Blut. Dus wat er gebeurt, is dat Roodschild zijn vordering van 250.000 op bank Blut uitwisselt tegen een vordering van 250.000 van Bank Blut op Roodschild. Op deze manier kunnen banken steeds meer leningen in omloop brengen. Het ene blikje gebakken lucht wordt uitgewisseld tegen het andere en de klanten hebben niet in de gaten hoe ze voor de gek gehouden worden. Want voor die gebakken lucht moet wel rente betaald worden.
De verkoper van het huis beschikt nu dus over 250.000 euro aan gebakken lucht, die hij op zijn beurt weer uitgeeft. Zo gaat dit zogenaamde geld van de ene rekening naar de volgende. Dus zelfs als je nog nooit een lening hebt afgesloten, dan staat er op jouw rekening alleen maar gebakken lucht, die je ontvangen hebt voor je arbeid of voor goederen die je verkocht hebt. Ben je bijvoorbeeld bij de ING, dan heeft deze bank maar 3 cent echt geld voor elke euro die je als tegoed op je rekening hebt staan.
In feite hebben ze met gebakken lucht de 3 cent met 33 vermenigvuldigd door twegoeden steeds maar uit te lenen. Als je dus 100 euro contant bij de ING deponeert, lenen ze 3300 euro uit. Anders gezegd, voor elke euro die wij niet op zak houden innen de banken een veelvoud aan rente. Misschien dat je nu ook begrijpt, waarom de banken ons verleiden zo veel mogelijk elektronisch te betalen. Credit cards, bankpasjes, tankpasjes, prepaid, chipknips, OV-chipkaarten, het dient allemaal slechts één doel: zorgen dat we zo weinig mogelijk contant geld nodig hebben.
Dit houdt dus in dat banken geld aan de maatschappij uitlenen, maar daar dus geld mee creeren. Er ontstaat geld. Dat moet echter terug verdient worden, want de rente die betaald moet worden wordt niet gemaakt. Daarnaast zijn er aandelen en obligaties, andere constructies, investeringsmaatschappijen die met geld geld willen verdienen. Die rente en opbrengsten die betaald moet worden moet dus ergens vandaan komen. Dus privatisering, overheidsinstanties verkpoen, bezuinigen, ontslagen. Daarnaast is het te betalen door nog meer schulden te maken. En uiteindelijk komt dat terecht bij degenen die met geld geld verdienen.
Omdat dit niet oneindig door kan gaan printgen de centrale banken er geld bij. Dit is in feite de inflatie die wij regelmatig in het nieuws voorbij zien komen. Oftewel, de inflatie is de rente die wij betalen aan de mensen die met geld geld verdienen. Dit betekend inflatie, met het creëren van schulden geld verdienen en het investeren van hedgefunds wordt nog steeds met geld geld verdient.
Steeds meer mensen komen er achter, dat de EU veel minder democratisch en sociaal is dan de burgers in Europa willen. Hoewel dat van begins af aan al zo was, komen velen er nu pas achter dat het Europese Parlement een schijnvertoning is en geen echt parlement met democratische macht. Ze komen er ook steeds meer achter, dat de Europese Commissie (EC) en de ECB alle macht naar zich toe trekken. Voor de EC en de ECB zal het ESM-verdrag [5] trouwens de doorbraak zijn om de nationale parlementen buiten spel te zetten. De ratificatie van dit verdrag lijkt voor hen een makkie te worden, want de meeste parlementariërs slapen nog of kunnen het niet geloven.
De EC en ECB werken nu samen met het IMF om landen met te hoge schulden onder nog zwaardere schulden te verpletteren. Het scenario om de macht te grijpen is in de afgelopen 50 jaar al vele malen door het IMF toegepast. Dat gaat zo: manoeuvreer een land in de moeilijkheden en zodra het in de schulden raakt verpletter je het onder gigantische leningen, zodat ze niet eens de rente meer kunnen betalen. Vervolgens hou je het land onder curatele en zorg je ervoor dat de overheid maximaal verzwakt wordt door het invoeren van steeds verder gaande bezuinigingen. Laat het volk maar flink bloeden, dan zijn ze naderhand snel tevreden als ze een beetje lucht krijgen. En zodra de zaken flink ontgereld zijn, laat je de rijkdommen van het land door buitenlandse investeerders opkopen en voer je een absolute Vrije Markt Economie in.
Wie even nadenkt, ziet dat met het scenario van de noodfondsen alle eurolanden in de schulden belanden. Ook dat is in het criminele scenario al voorzien. De massale leningen dienen in eerste instantie om een land onder curatele te kunnen stellen. Zodra dat een feit is, kun je verklaren dat het land zijn leningen nooit terug zal kunnen betalen. En met die kaduke leningen kun je de volgende slachtoffers in de schulden manoeuvreren; dat zijn de regeringen die zich garant gesteld hebben. Zij zullen moeten bezuinigen om de verliezen te betalen. En voor alle landen zal telkens weer het refrein herhaald worden, dat de overheden moeten bezuinigen, bezuinigen, bezuinigen. Totdat er zo goed als niets meer over is van de rol en functie van de nationale overheden, zodat Brussel het over kan nemen. Natuurlijk zal dat gepaard gaan met enorme sociale onrust. De rest mag u lezen in het boek van Naomie Klein, De Shock Doctrine.
Wat we wel nodig hebben? Wat wel zou werken? Een systeem niet gebaseerd op winst maken, een geldsysteem volledig in handen van overheden, zonder of met geringe invloed van het principe van rente
Staatsgulden
De oplossing is simpel. In plaats van nog tientallen miljarden meer te steken in een euro, die gedoemd is vroeg of laat weer te verdwijnen en in plaats van ons bezuinigingen voor te laten schrijven door de ondemocratische Europese Commissie en de ECB, kunnen we ook een rijksgulden invoeren.
Technisch is dat vrij eenvoudig te realiseren. In plaats van de huidige centrale bank, komt er een nieuwe centrale bank, van de staat. Deze zal onder verantwoordelijkheid vallen van het Ministerie van Financiën en gecontroleerd wordt door het parlement. Een commissie van goed opgeleide mensen zal waken over de lange termijn belangen van het geldsysteem.
De staatsbank zal de enige bank zijn, die gemachtigd is geld te creëren. Alle leningen worden in staatsgeld verstrekt, of dit nu elektronisch of in contante vorm is. Het wordt commerciële banken en financiële instellingen verboden tegoeden te creëren uit het niets. Alle nieuwe tegoeden moeten voor 100% door staatsgeld gedekt zijn. De huidige banken blijven verantwoordelijk voor de leningen in euro's, die ze op het moment van de hervorming uit hebben staan. Voor zover zij wensen, kunnen zij tussenpersoon worden tussen de staatsbank en het publiek voor het verstrekken van leningen en kunnen zij in naam van de staatsbank de rekeningen van klanten beheren. In dat geval verandert er voor het publiek niets aan hun bestaande rekeningen. De tegoeden in euro's worden 1:1 omgezet in staatsguldens. Als tussenpersoon ontvangen de banken geen rente maar een commissie voor hun diensten.
Uitgifte staatsguldens
De uitgifte van staatsguldens levert een vergelijkbare hoeveelheid euro's op. Deze kunnen door de staatsbank aangehouden worden voor de betaling van schulden, en tevens als enorme strategische reserve. Het lijkt mij namelijk niet ondenkbaar, dat op enig moment de nieuwe staatsgulden op de wisselmarkten aangevallen zal worden. We zullen zo ongeveer het enige land ter wereld zijn, dat zijn eigen staatsgeld heeft en dat zullen de machtige privé-bankiers ons niet in dank afnemen.
Geen bezuinigingen
De aanleiding voor de huidige bezuinigingen zijn de gigantische leningen die IMF / EC/ ECB moedwillig op Griekenland geladen hebben, terwijl het land al onder te zware schulden gebukt ging. Het was voorspelbaar, dat na de machtsgreep van IMF / EC / ECB de leningen op enig moment oninbaar verklaard zouden worden en dat de verliezen afgewenteld zouden worden op de euroburgers in de andere landen.
Kort geleden stond het noodfonds EFSF op 440 miljard euro. Dat was gemiddeld 1320 euro per euroburger. Daar was op 27 oktober 2011 nog 250 miljard van over, toen de euro-regeringsleiders daar met een boekhoudtruc 1000 miljard van hebben gemaakt. (Juist, de gebakken lucht formule.) Uiteraard staan we nu garant voor de 1000 miljard, oftewel 3300 euro gemiddeld voor elke euroburger. Als het volgende noodfonds, het ESM, door de nationale parlementen goedgekeurd wordt, dan komt daar een verplichting van 700 miljard (2100 euro per euroburger) bij. Dat ESM-fonds kan vervolgens zonder parlementaire goedkeuring eindeloos verhoogd worden.
De aanleiding van de bezuinigingen ligt dus niet aan de Nederlandse situatie. We hebben hier uiteraard de moeilijkheden met de vergrijzing, die om aanpassingen vragen, maar dat hoeft niet per sé in te houden dat we onze overheid en onze sociale, culturele en andere voorzieningen op moeten geven.
Pensioenfondsen
Je kunt je hele leven geld sparen voor je pensioen, maar wat je ermee kunt doen is sterk afhankelijk van de situatie op dat moment. Al vóór 1980 was duidelijk dat er rond 2015 een enorme grijze golf aan zat te komen van mensen van 65 jaar en ouder, waar een steeds kleinere proportie werkende bevolking tegenover zou staan. Pensioenfondsen hebben hun premiebetalers in de waan gelaten, dat ze een waardevast pensioen zouden krijgen, iets wat ze bij deze voorzienbare situatie nooit hadden mogen beloven. De voorgaande generatie pensioengangers kon door de gunstige verhouding tussen veel werkende bevolking en relatief weinig gepensioneerden, als het ware uit de premies van de werkende bevolking betaald worden. Die tijd is voorbij.
Pensioenfondsen hebben meestal een deel van de ingelegde premies belegd in staatsobligaties. In feite wordt een deel van de pensioenen dus nu al door de overheid betaald met ons belastinggeld. Een ander deel van de pensoenen is afkomstig uit buitenlandse beleggingen. Anders gezegd, uit de winst van bedrijven elders op de wereld. Nog anders gezegd, uit het feit dat arbeiders elders op de wereld een deel van hun werk verrichten om onze pensioenen te kunnen betalen. Een soort financieel kolonialisme dus.
Persoonlijk zou ik er voor zijn, dat wij voor onszelf zorgen en zelf onze ouderen verzorgen. Mijns inziens is daar genoeg ruimte voor, wanneer we geleidelijk onze economie op duurzaamheid en samenwerking inrichten, in plaats van competitie en financiële winstgevendheid.
Goedkoper geldsysteem
Het staatsgeldsysteem kan veel goedkoper functioneren dan het privé-geldsysteem dat we nu hebben. In eerste instantie gaat alle rente naar de staatskas en komt zo de gemeenschap ten goede. De rente kan tevens lager blijven, omdat de staatsbank geen winst hoeft te maken. (Geen vette salarissen voor financial boys, geen bonussen, geen dure kapitaalopbouw.)
De staatsbank heeft geen apart kapitaal nodig, omdat het geld van de gemeenschap is. In feite staan we met ons allen garant voor de waarde van ons geld. Wanbetalingen kunnen op dezelfde manier afgewikkeld worden als belastingschulden.
Permanent geld
Momenteel bestaat al het geld in omloop uit leningen, die telkens door nieuwe vervangen moeten worden. Mits begeleid door een toegesneden fiscale politiek, kan de staatsbank besluiten om een deel van al het geld permanent in omloop te laten, om de behoefte aan leningen te verminderen. Dit kan de overheid in dit nieuwe systeem zeer eenvoudig realiseren door een aantal uitgaven te doen (= geld in omloop brengen) zonder de overeenkomstige belastingen te heffen.
Inflatie
Het staatsgeldsysteem heeft op zichzelf geen noodzaak voor inflatie. Het kan zelfs perfect blijven werken in tijden van deflatie. Geldleners zullen niet meer het relatieve voordeel kennen van de waardevermindering van aflossingen. Daar staat tegenover, dat de rentekosten altijd lager kunnen zijn en voor democratisch gewenste investeringen zelfs geheel achterwege kunnen blijven. (En als een lage rentestand moeilijkheden zou leveren in internationaal opzicht, kan de rentelast geheel of gedeeltelijk fiscaal gecompenseerd worden.)
Staatsschuld
De huidige staatsschuld is ontstaan door overheidsuitgaven waarvoor vooraf geen belasting is/was geheven. Deze staatsschuld kan met nieuw gecreëerde staatsguldens op de kortst mogelijke termijn opgeheven worden. Dat stopt de rentebetalingen. Daarna kan het begrip staatsschuld naar de prullenmand, omdat de staat, wanneer nodig, bij de eigen bank terecht kan. Voor overschrijdingen van het budget kunnen de toegestane gevallen en limieten omschreven worden, als ook condities voor uitzonderingen, waarbij we bijv. kunnen denken aan een vereiste instemming van een 2/3 kamermeerderheid. De regels kunnen in de grondwet verankerd worden.
Democratische invloed
De mindere invloed van bankiers op de vormgeving van de samenleving zal zich vertalen naar meer ruimte voor democratische invloed. Dat biedt de mogelijkheid om een transitie naar een duurzame samenleving in gang te zetten. Voorlichting, betrokkenheid en inspraak van burgers zullen van groot belang zijn om deze te realiseren. Het lijkt mij niet uitgesloten, dat hier verbeterde democratische structuren voor nodig zijn.
Europa
De Europese Unie geeft dagelijks veel gemak in de internationale handel. Maar wordt de prijs nu niet te hoog? Willen we onze soevereine democratie inruilen tegen het dictatoriale bewind van de Europese Commissie, die er op uit is alle verworvenheden tot het bot weg te bezuinigen en de hele maatschappij om te vormen tot een financiële speelplaats? Persoonlijk denk ik, dat die gemakken dan veel te duur betaald worden.
De samenwerking met Europese partners zal trouwens niet stoppen wanneer we uit de EU stappen. Echte samenwerking is gebaseerd op handel, industrie en toerisme en op alles waar wederzijdse belangen mee gediend zijn.
Laten we stoppen met de euro, stoppen met de EU en stoppen met de bezuinigingen.