Amerika komt op het laatste moment opdagen in Oekraïne en denkt zich gelijk niets te hoeven aantrekken van de Europeanen.
"Fuck the EU," dat somt zo'n beetje op hoe de Amerikaanse regering denkt over de rol die de Europese Unie speelt in de Oekraïnse crisis. Het was een onderminister van Buitenlandse Zaken, Victoria Nuland, die de woorden zou hebben gebruikt in een telefoongesprek met de Amerikaanse ambassadeur in Kiev waarin de twee plannen lijken te smeden voor een Oekraïne na Viktor Janoekovytsj, de huidige president die onder druk staat om af te treden.
De Amerikanen ontkennen niet dat het gesprek, dat deels op YouTube is verschenen, plaatshad. Nee, zij betichten de Russen ervan het gesprek te hebben afgeluisterd en op Internet te hebben gezet, alsof dat erger is. Misschien hebben ze nog gelijk ook, maar wat doet het er toe? Het zijn niet de Russen die bij hoog en laag beweren dat ze zich niet in Oekraïne mengen. Het zijn de Amerikanen die volhouden dat het Oekraïnse volk zelf over haar eigen toekomst moet beslissen. Uit het gesprek tussen Nuland en ambassadeur Geoffrey Pyatt blijkt het tegendeel. De Amerikanen zijn druk bezig de situatie te beïnvloeden om een zo pro-Amerikaans mogelijke regering in Kiev aan de macht te helpen.
Prima, maar dat heeft wel grote gevolgen, niet in de laatste plaats voor de Europese landen die dag in dag uit met de Russen zaken moeten doen en weer eens moeten leven met een naïef Amerikaanse beleid in het voormalige Oostblok terwijl de Amerikanen zelf aan de andere kant van de wereld lekker warm in hun eigen aardgas zitten.
Dit zou namelijk niet de eerste keer zijn dat de Verenigde Staten een steentje bijdragen aan het ten val brengen van een pro-Russische regering in Oekraïne. In 2004 steunden ze de Oranje Revolutie die toen ook al tot het aftreden leidde van Janoekovytsj. Zijn tegenstander destijds, Viktor Joesjtsjenko, werd leider van het land en sprak openlijk over toekomstige toetreding tot zowel de Europese Unie als de NAVO.
Dat zag Moskou niet zitten. De EU en de NAVO schuiven sinds de val van het communisme in Oost-Europa steeds verder op richting de grenzen van Rusland. De Russen zien daarmee hun veiligheid in gevaar komen. De Oekraïne is namelijk een redelijk vlakke regio van waaruit gemakkelijk een invasie van Rusland op touw kan worden gezet. Dit heeft met een irrationeel Russisch veiligheidscomplex te maken. De Europese Unie staat immers bepaald niet op het punt Rusland binnen te vallen, maar de Russen herinneren twee wereldoorlogen en zien hun invloedssfeer aan alle kanten onder druk staan.
De Amerikanen hebben daar nooit veel begrip voor gehad en zien hun inmenging in de voormalige Sovjet-republieken als een ideologische kwestie in plaats van een van tegengestelde belangen. Die landen moeten toch ook vrij en democratisch kunnen zijn? Dat zij daarom pro-Westerse leiders en partijen steunen heeft niets met het Amerikaanse belang te maken, maar is haast altruïsme. De Russen, daarentegen, die staan als een blok achter autocraten en tirannen als Janoekovytsj en de Syrische president Bashar Assad. Het Russische buitenlandse beleid is immoreel; de Amerikanen komen op voor rechtvaardigheid. Dat is zo'n beetje hoe beleidsmakers als Nuland de wereld zien.
De Europeanen begrijpen over het algemeen dat de zaken iets gecompliceerder liggen. Zo weet Gernot Erler, lid van de commissie Buitenlandse Zaken van het Duitse parlement en Rusland-coördinator, dat de Europese 'samenwerking' met Oekraïne, Moldavië en de landen in de Kaukasus in Moskou met argusogen wordt gevolgd. Of de Russische angst voor een toenemende Westerse invloed nu terecht is of niet; die angst is reëel en moet dus in overweging worden genomen. Vandaar dat Europa weliswaar kritisch is op het beleid van Janoekovytsj en zijn beslissing om geen associatieverdrag met de Europese Unie aan te gaan, maar niet openlijk partij kiest in het conflict in zijn land. Er zijn Europese politici die de Russische invloed in Oekraïne verfoeien, maar die roepen nog niet op hetzelfde te doen.
De Amerikanen vinden dat maar zwak. De Europeanen praten, maar als puntje bij paaltje komt doen ze niets. Die kritiek is ook niet helemaal onterecht. Er is immers niet zoiets als een 'Europees' buitenlandse beleid. Er zijn geen Verenigde Staten van Europa die met een mond naar de rest van de wereld spreken. Er zijn tal van Europese landen, ieder meer verschillende belangen. Zo kunnen de Fransen, die op hun eigen kernenergie teren en redelijk ver weg zitten, best kritiek leveren op de Russische inmenging in Oekraïne. Voor de Duitsers, die in hoge mate afhankelijk zijn van Russisch aardgas, is dat lastiger. Die zien sowieso niet in waarom zo'n haast moet worden gemaakt met het opnemen van oud-Soviet-staten in de Europese Unie. Bulgarije en Roemenië zijn er net bijgekomen. Duitsland vindt het, net als Nederland, wel tijd voor een adempauze.
Ook dat begrijpen de Amerikanen niet goed. Zij hebben toch ook een federale unie, waarom kan Europa niet gewoon hetzelfde doen? Dat België en Bulgarije wat meer van elkaar verschillen dan New York en Texas zien ze daarbij simpelweg over het hoofd.
Dus werpt Amerika, dat de afgelopen jaren nauwelijks aandacht had voor Oost-Europa, zich in het heetst van de strijd en ziet het niet in dat het zich eerder als een olifant in een porseleinkast gedraagt dan de ridder op het witte paard die in Oekraïne de Westerse beschaving van de Russische tirannie redt. Zo zet het ook nog eens de transatlantische betrekkingen, die door alle onthullingen over Amerikaanse afluisterpraktijken in Europa toch al flink waren geschaad, verder onder druk. En wiens schuld is dat, vindt Nuland? Niet van Amerika, natuurlijk, wat dat land heeft zulke goede bedoelingen, maar van de Europeanen, want die denken toegeven, misschien soms wel erg lang na voordat ze handelen en gaan een nieuwe machtsstrijd met Rusland liever uit de weg.