De PvdA-economen Vermeend en Van der PLoeg schrijven in hun DFT column dat de Nederlandse arbeidsmarkt niet is voorbereid op de toekomst. Daar hebben ze een punt.
Het is niet de eerste keer dat beide heren wijzen op de invloed die robotisering en automatisering zullen hebben op de arbeidsmarkt, het is zo'n beetje hun stokpaardje. Maar in hun column van vandaag leggen ze terecht de vinger op enkele zere plekken.
Zo waarschuwen de heren dat de banengroei langdurig laag zal blijven, dat het relatieve aandeel van de 'vaste' baan zal afnemen, dat het aantal ZZP'ers zal toenemen en dat de werkloosheid structureel op een hoog niveau blijft. De heren noemen 7 á 8 procent van de totale arbeidsmarkt. Zorgelijk is ook, dat bij ongewijzigd beleid de 'mismatch' op de arbeidsmarkt hoog blijft, dat wil zeggen dat vraag en aanbod niet op elkaar zijn afgestemd.
De heren verwijzen naar 'The Rise of the Robots' van de Engelse politieke denktank Policy Exchange. De Britse politicus David Willetts zei daar, dat hoger geschoolde werknemers meer kans lopen dat hun baan wordt overgenomen door een robot dan lager geschoold personeel. Heel iets anders dus dan wat eurocommissaris Malmström gisteren zei, die beweerde namelijk dat de komst van laaggeschoolde immigranten noodzakelijk was om banen te creëren voor hoger opgeleiden...
Willetts denkt daar dus heel anders over:
"Voor een robot is het makkelijker om een schaakgrootmeester te verslaan dan een oude dame een kopje thee te brengen".
Volgens de Britse bewindsman moeten vooral mensen die administratieve functies vervullen in het middenkader en werknemers met routinematige werkzaamheden vrezen dat hun banen in de toekomst worden overgenomen door slimme softwareprogramma's en robots. Dit type werk is namelijk eenvoudiger te automatiseren dan banen waarbij veel handmatige taken om de hoek komen kijken, zoals het verzorgen van mensen en werk in de reparatiesector. Dit klinkt mij heel aannemelijk in de oren.
Maar ook hooggekwalificeerde banen als accountancy en bepaalde medische beroepen worden in toenemende mate overgenomen door computerprogramma's. Vermeend en Van der Ploeg verwijzen onder meer naar een artikel in The Economist, waarin uit de doeken wordt gedaan dat veel functies voor hoger opgeleid personeel tegenwoordig al door software programma's worden verricht.
Terecht wijzen de economen op het belang van het MKB als toekomstige banenmotor van de economie. De werkgelegenheid bij de overheid en semi-publieke sector zal verder afnemen, zo verwachten beide heren. Daarnaast zal het aantal vaste contracten afnemen ten gunste van het aantal zelfstandigen-zonder-personeel. Die flexibiliteit is nodig, omdat bedrijven steeds meer op wereldschaal met elkaar moeten concurreren en dus snel moeten kunnen inspelen op veranderde marktomstandigheden. De oude 'baanzekerheid' van vroeger zal plaatsmaken voor permanente baanonzekerheid en een beroep op werknemers zich blijvend bij- of om te scholen. Wie 'verkeerd' is opgeleid, loopt op de 'nieuwe' arbeidsmarkt het risico genoegen te moeten nemen met laagbetaalde arbeid.
De heren zijn daarom kritisch op de kwaliteit van het huidige onderwijs in Nederland. Weliswaar zijn we nu nog een goede 'middenmoter', maar als er niet tijdig wordt bijgestuurd zal dat snel veranderen. Omdat de arbeidsmarkt door internet steeds internationaler wordt, neemt de concurrentie toe. Dit betekent dat de student van morgen een flinke dosis ambitie zal moeten tonen, maar ook dat de kwaliteit van het docentencorps omhoog moet. Vermeend en Van der Ploeg:
"Er is geen commissie voor nodig om te concluderen dat de Haagse politiek en het Nederlandse onderwijsveld hier snel met een adequaat antwoord moeten komen. Want als we met ons onderwijs geen aansluiting vinden bij de internationale top, missen we groeikansen."
Naast een betere afstemming van vraag en aanbod pleiten de heren er ook voor om de marginale belastingdruk op arbeid te verlagen. Die ligt bij een inkomen vanaf 20.000 per jaar al op 50 tot 55 procent, hetgeen naar internationale maatstaven veel te hoog is. Voor werkgevers die over de loonsverhoging sociale premies moeten voldoen is de uitkomst nog somberder. De zogenoemde marginale loonkostenwig voor werkgevers ligt rond de 65 (!) procent.
Het zijn zinvolle waarnemingen die de economen hier maken, alleen vrees ik, dat de politiek zoals altijd achter de feiten blijft aanhobbelen en geen idee heeft hoe ze onze samenleving moeten voorbereiden op de toekomst van morgen. Het is vooral korte baan werk en opportunisme wat de klok slaat.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.