We hebben de gewone seizoenen en de meteorologische seizoenen. Maar wat ik mis, zijn daglichtseizoenen.
Bij daglichtseizoenen bestaat de winter uit de periode met de kortste dagen en vallen de langste dagen in de zomer:
De langste dag van het jaar ligt precies in het midden van de daglichtzomer en de kortste in het midden van de daglichtwinter. De middelste dag van de daglichtherfst duurt even lang als de middelste dag van de daglichtlente. En de dagen waarop de nieuwe seizoenen beginnen, zijn allevier even lang.
Iets anders. Onze zomertijd begint dit jaar op 30 maart. Eerder zou beter zijn, vinden we, maar ja, dan blijft het 's morgens te lang donker, vinden de bazen over de zomer- en wintertijd. Curieus, want de zomertijd houdt aan tot 26 oktober, en als je die dag qua daglengte spiegelt naar het voorjaar, kom je niet uit op 30 maart, maar op 14 februari. Dus waarom beginnen we niet vandaag al met de zomertijd?
Nog iets. Alle geweldige kanten van de zomertijd kennen we inmiddels: je kunt langer van de zon genieten en buiten zijn, de lampen kunnen langer uitblijven, het is korter vervelend warm op werk/school c.q. de airco hoeft minder lang aan, enzovoorts. Nadelen zijn er niet echt. Dus waarom halen we deze truc niet nog een keer uit, zodat we dubbel van al deze voordelen kunnen genieten? Waarom zetten we in de periode met de allerlangste dagen de klok niet nog een uurtje verder vooruit, waarom stellen we geen tropentijd in?
Als je het jaar verdeelt in vier maanden wintertijd, vier maanden tropentijd en twee keer twee maanden zomertijd, waarbij je kijkt naar de daglengte, naar hoe het nu is en naar de periode waarin we gewend zijn om zomervakantie te vieren, krijg je de volgende kalender:
En zijn dit geen zondagen, dan neem je, net zoals we dat nu al doen, de laatste zondag voor deze datum.
Wie rekent er uit hoeveel blijer we hiervan worden? Of, makkelijker, hoeveel energie we hiermee kunnen besparen? En dat terwijl we er geen comfort voor in hoeven te leveren? Integendeel.
Tropentijd, doen toch?