Een aardig plan van D66: maak een einde aan de automatische loonsverhoging zodat bedrijven eerder 55-plussers in dienst nemen. "Om hen weer aan het werk te krijgen moeten werknemers worden beloond naar hun prestaties en niet naar hun leeftijd," aldus de partij.
[D66] erkent dat ervaren werknemers productiever zijn dan mensen zonder ervaring, "maar de huidige cao's prijzen 55-plussers toch de markt uit." Zij zouden meer kansen krijgen als ze naar hun prestaties worden beloond.
Loon naar prestatie (oftewel, zoals loon in een vrije markt werkt) heeft de voorkeur ten opzichte van een systeem dat werknemers slechts naar arbeidsduur beloont. D66 zit dus op de goede weg, maar heeft de verkeerde oplossing gevonden.
De partij wil werkgevers "over de streep trekken" door bij de eerste twee jaar ziekte van 55-plussers de overheid te laten bijdragen aan hun salaris. Bedrijven nemen liever een jonger iemand in dienst, omdat, als hij ziek wordt, hij minder lang ziek is. D66 wil 275 miljoen beschikbaar stellen om het aannemen van oudere werknemers te kunnen subsidiëren.
Het probleem is echter niet een gebrek aan overheidsbemoeienis, maar door de overheid veroorzaakt toen het vakbonden en werkgeversorganisaties een monopolie gaf op het vaststellen van arbeidsvoorwaarden: de CAO's. Ondernemers zijn niet in staat zelf kosten en baten tegen elkaar af te wegen. Daarnaast worden zij nog eens verplicht om zowel de WIA als de WW (grotendeels) te financieren. Vooral voor 55-plussers vormt dat een obstakel. Als zij ziek worden, moet de werkgever immers twee jaar (!) 70 procent van het laatste verdiende loon (of het minimumloon) doorbetalen.
De oplossing? Maak een einde aan de CAO's, laat werkgevers en werknemers op individuele basis over salaris en arbeidsvoorwaarden onderhandelen, en privatiseer zowel WIA als WW zodat mensen zelf kunnen beslissen of zij zich tegen werkloosheid en ziekte verzekeren. Het zal een verademing zijn voor het midden- en kleinbedrijf en dus een enorme impuls voor de werkgelegenheid.
Foto: Wikicommons