Afgelopen maandag liep ik voor het eerst, twijfelend en enigszins huiverig, een kerkgebouw binnen met een doel. Ik maakte kennis met een zeer nette dominee van een protestantse kerk. Vragen over het geloof, de natuur en het nut schoten de laatste tijd steeds vaker door mijn gedachten. Deze religieuze oriëntatie bracht mij uiteindelijk bij de volgende vraag: moeten wij vrezen voor de toenemende secularisering in de samenleving?
Een kleine 40 procent van Nederland rekent zichzelf tot christen. Het laagste niveau ooit in de Nederlandse geschiedenis, terwijl agnosten en atheïsten voor het eerst de meerderheid vormen. In principe is dit fenomeen niet desastreus, maar het verdunt wel de christelijke cultuur. De cultuur waaruit westerse basisbeginselen zijn voortgevloeid, zoals vrijheid en gelijkwaardigheid.
De effecten van dit verval spreken voor zich. Er was weinig wat Nederlanders met elkaar deelden, zaken zoals verzuiling droegen hieraan bij, maar het enige wat grotendeels gemeenschappelijk was, was het christelijke geloof. Deze enige gemene deler is komen te vervallen. Sociale cohesie? Is er niet meer. Ons land is meer verdeeld dan ooit. Met de buren bijpraten na de dienst op zondag? Is er niet meer. En dat is jammer, want in de tijd waarin wij leven, een roerige tijd, zijn houvast (die het geloof biedt) en sociale contacten van essentieel belang.
Ik geloof op het moment niet, er wil ook niemand op het moment ervan overtuigen, maar de realisatie van dit verschijnsel lijkt en leek mij van essentieel belang. In essentie geven wij de bouwstenen van onze maatschappij namelijk op. Zou in plaats van de traditionele kerk niet meer ruimte moeten worden geboden aan een vrijzinnige kerk, waar de bijbel op een ethische manier wordt geïnterpreteerd, een manier die onze samenleving vooruithelpt?
Ik denk en hoop van wel. Een tijd van voorspoed, samenhorigheid en een moreel verheven status zal dan aanbreken.