Het eens zo geweldige Twitter is in verval. Niet alleen omdat men geen inhoudelijke discussies meer kan voeren op het platform, of omdat het platform overspoeld is geraakt met alt-right content, maar omdat het een quasi-communistisch platform in vorming is.
Twitter is, in tegenstelling tot traditionele media, een platform dat steeds belangrijker wordt naarmate de tijd verstrijkt – en Donald Trump weet dat als geen ander. Dagelijks worden er Tweets verstuurd vanuit het Witte Huis om zo Democraten en progressieven te triggeren. Maar nu, anno 2020, lijkt die mooie tijd te zijn afgelopen. Het Californische platform factcheckt nu de Amerikaanse president op subjectieve Tweets, terwijl Democraten nog volop genieten van hun vrijheid.
En dat is fout, volgens Amerikaanse wet- en regelgeving. Sectie 230 van de Communications Decency Act regelt dat publieke fora, zoals Twitter en YouTube, niet aansprakelijk zijn voor het materiaal dat wordt gepost op de platformen. Deze bedrijven moeten echter, als tegenprestatie, een politiek diverse ruimte creëren opdat zij ook zich echt gedragen als publieke fora – en daar houdt Twitter zich niet aan, wanneer zij subjectieve ‘factchecks’ uitvoeren.
Maar niet alleen vanuit een juridisch oogpunt zijn de handelingen van Twitter verwerpelijk. Ook is het vanuit een democratisch oogpunt zeer onwenselijk dat gematigde, conservatieve geluiden niet gehoord worden. Het draagt bij aan het steeds groter wordende wantrouwen in de liberale democratie en laat mensen - voornamelijk Amerikaanse conservatieven - in de slachtofferrol schieten, hetgeen ook niet wenselijk is.
Daarom is vernieuwde wet- en regelgeving van cruciaal belang. Niet omdat ‘we’ per se Trumps zoveelste Tweet willen zien, alhoewel ze vaak vermakelijk zijn, maar omdat we de effecten van die censuur zo veel mogelijk willen beperken.
En toch is het vreemd dat de media hier nu pas over rapporteren terwijl deze effecten al langer te zien zijn. Natuurlijk is het censureren van een Amerikaanse president zeer schokkend, maar nieuw is het censureren van conservatieve geluiden niet. Tal van rechts-georiënteerde accounts zijn inmiddels het slachtoffer geworden van wat Twitter “hatred” noemt.
“We are committed to combating abuse motivated by hatred, prejudice or intolerance, particularly abuse that seeks to silence the voices of those who have been historically marginalized. For this reason, we prohibit behavior that targets individuals with abuse based on protected category.”
Bovenstaande tekst in een streven van Twitter. Wat is intolerantie of haat, vraag ik me af. Rechts zal wijzen op het censureren van bepaalde opvattingen, en andere zaken zoals bedreigingen. Progressieven en de moraalridders van D66 zullen wijzen op het verwerpen van een bepaalde cultuur of traditie, of het gebruiken van woorden die bij sommige mensen een “negatief gevoel oproepen”.
Veel ruimte voor interpretatie is aanwezig; ruimte die Twitter ook gebruikt.
Het is tijd voor een nieuw platform, waar men niet elkaar kapot censureert. Waar zaken zoals ‘hate speech’ (die term is overigens onzinnig omdat het punt van vrije meningsuiting is, dat er geen ‘hate speech’ bestaat) niet bestraft worden.
Opdat zo het publieke debat continueert; het vertrouwen in de liberale democratie wordt hersteld en men niet in de slachtofferrol schiet.