Velen zullen mij na het schrijven van deze column beschuldigen van afkeurenswaardige praktijken zoals racisme en discriminatie – maar dat houdt mij niet tegen. Een soort gevoel van verantwoordelijkheid overheerst namelijk bij mij wanneer men dit onderwerp bespreekt: beelden van ‘foute’ Nederlanders. Standbeelden van Nederlanders met het een en ander op hun kerfstokje is sinds kort een discussiepunt, alhoewel in de VS het debat al een aantal jaar geleden begon, toen een moordpartij in een (zwarte) kerk plaatsvond. Het debat accelereerde nog eens na de dood van George Floyd, waarna verschillende standbeelden, in meerdere landen, werden neergehaald.
Beelden van leiders van de Geconfereerde Staten, slavendrijvers en ‘foute regeringsleiders’ horen niet thuis in het tolerante Westen, betogen proponenten van deze actie – of toch wel? Want nogal een aantal haken en ogen zijn verbonden aan deze acties.
Ten eerste is het verwerpelijk om mensen die een deel van hun leven hebben gewijd aan zaken gerelateerd aan slavernij, of die zich op een discriminerende wijze hebben uitgesproken in een bepaalde context, te veroordelen met de moraliteit van vandaag de dag. Kunnen wij mensen zoals Voltaire en Renan, die onze liberale democratieën hebben geschapen, het kwalijk nemen dat zij zich op een antisemitische wijze hebben uitgelaten – wetende dat zij in een cultuur leefde waar antisemitisme aan de orde van de dag was?
In de rechtspraak gebeurt het achteraf veroordelen van mensen ook niet; daar is ex post facto recht verboden conform artikel 4 Wet algemene bepalingen. Waarom zou hetzelfde niet kunnen gelden voor ethische standaarden?
Daarnaast laat het neerhalen van standbeelden ook een fundamenteel doel vervagen: het streven naar een samenleving waar de natuurlijke gelijkwaardigheid door iedereen wordt erkend. Het zijn namelijk deze beelden die ons herinneren aan de schade die het Westen heeft aangericht – maar ook hoe we, als eerste, die zwarte dagen achter ons hebben gelaten. Het zijn zulke vitale levenslessen die deze beelden faciliteren, zonder dat er ook maar enige nadelen aan te pas komen. Want de gedachte dat racisme zou toenemen door een standbeeld is niet alleen naïef maar getuigd ook van het wereldvreemd zijn.
En als we dan standbeelden hebben verwijderd van Coen en anderen, wat dan? Gaan we actief op zoek naar mensen die zich één keer verkeerd hebben uitgelaten en vervolgens hun standbeelden neerhalen, zonder context te verschaffen en hun goede daden uit te lichten?
Een samenleving vol met safe spaces is de toekomst als het ligt aan de sociaalliberalen. Waar alles wat ook maar op een verkeerde manier kan worden geïnterpreteerd, verwijderd wordt.
Juist dat moeten we vermijden.