In zijn nieuwste column neemt Jan 'Superjan' Bennink het op voor het zijn geliefde Gooi. Want, stelt hij, het valt wel héél erg op dat als er een paar rotte appels uit het Gooi iets doen iedereen losgaat, maar dat er een heel andere manier van doen is als het om mensen uit minder rijke buurten gaat. Dat steekt. Zoals altijd met Jan verscheen deze column eerder op zijn eigen gloednieuwe website.
Ik woon in het Gooi. Midden in het Gooi.
Achter de vergulde slagboom.
Het Gooi van de imposante villa’s, de labradoedels, de klassieke Weekend Porsches en de papsen en mamsen die een topadvocaat bellen als hun zwakzinnige Sterre niet naar het Willem de Zwijger college mag.
Het Gooi waar “Hier waak ik” grommend de postbode opwacht. Het Gooi van de afgekruiste bossen en de heide die maar niet wil groeien, de chique boekenwinkels die je cancellen als je als dichter de verkeerde mening hebt, die wel “Mijn Strijd” verkopen. Het Gooi van te mooie meisjes. Op zwarte scootertjes, Met roze helmpjes en wapperende blonde manen die daar kittig onderuit piepen.
Het Gooi van de Mediterrane rosé en de spreekwoordelijke matras waarop je chique dames die je gedurende de dag in Hermes en Pauw voorbij ziet flaneren, tegen kunt komen in een geheel andere stemming en hoedanigheid. Dames die perfect weten hoe je met een hockeystickje om moet gaan. Tenminste zo is me verteld.
Ik heb een haat liefde verhouding met dat Gooi. Het gemene Gooi. Het fijne Gooi. Het keiharde Gooi. Het zachte Gooi. Mijn Gooi. Het Gooi van mijn voorvaderen.
Tussen de puissant nieuwrijke hufters die razendsnel hun kapitaal verdienden met mondkapjes of andere ambulante handel, de onuitstaanbare weke lui die alles kregen van pappie of vrouwlief, de omzagers van eeuwenoude eiken, omdat er nóg een trampoline moet komen, de hypocriete tyfuslijers zonder enig gevoel voor stijl of historie, de smetvrezende plastic gras leggers, wonen zoveel goeie, lieve mensen, die alles voor elkaar en voor mij over hebben.
Paradijsvogels, Onwijs toffe topbankiers en hardwerkende ondernemers. Intelligente mensen, die niets moeten hebben van alle poeha. Architecten, schrijvers, goedmoedige kickboksreuzen, directeuren van enorme financials, die zich wanhopig bij mij beklagen dat zelfs zij niet onder de Woke training uitkomen, schuinsmarcheerders, alcoholisten, vrienden voor het leven. Gerard, de alleswetende veelfietser die in een garagebox van de hunkerbunker een uitdragerij bestiert en Ramien,een Iraanse topgozer die om de week mijn computer repareert en waar ik tegenwoordig bijna geld toe krijg van de korting.
Het stikt van de goeie lieve mensen in het Gooi. Wat dat betreft zijn wij Gooiers net Marokkanen, Turken of Iraniërs, Oostzaaners of Oostburgers.
Maar er zijn ook klootzakken onder ons. Echte klootzakken. Wat dat betreft zijn wij Gooiers net Marokkanen, Turken of Iraniërs, Oostzaaners of Oostburgers.
En we hebben niet alleen onschuldige klootzakken in te vrolijke Ralph Lauren lentetinten, die gecashed hebben en nu een klassieke villa neerslaan om er een spierwitte Führer bunker te bouwen of verwende kutkinderen die leraren een blauw oog slaan of stomdronken flesjes Heineken in je voortuin gooien, waar Beer dan weer in gaat staan, klein tuig.
We hebben ook groot tuig. Kopschoppers. Ja. Ook kopschoppers.
Zoals Eindhoven kopschoppers heeft en Breda, Rotterdam en Leeuwarden.
Geld koopt namelijk geen stijl, geen beschaving en geen goed karakter.
Maar, hadden we in Nederland, na jaren van verwoed vingerwapperen en schandpalen, niet afgeleerd om mensen op hun afkomst te beoordelen en hele gemeenschappen om één drijvende drol, met het zwembadwater weg te smijten?
We hebben het toch niet meer over Marokkaanse daders, Breda Noordse daders, van kleur gemaakte daders?
Waarom proberen dan zoveel mensen, die doorgaans zo mordicus tegen discriminatie zijn, het gedrag van die enkele klootzak, op naargeestig persistente wijze te extrapoleren naar mijn hele Gooi?
Zonder enige correctie van hun deugende incrowd?
Niet alleen randdebielen als Leo Lucassen, maar zelfs poep chique lui als Pieter van Vollenhoven?
Discriminatie mag blijkbaar best, en wordt zelfs aangemoedigd van koninklijke huize, zolang de ouders van het schorem in kwestie, maar uit een gebied, komen waar de mensen wat vaker rijk zijn. En de meeste kinderen blank.
Een naargeestiger vorm van afgunst moet ik nog tegenkomen.