Ik maak me al een tijdje boos over de onzin de wordt verkondigd in en over de film 'De Bankiers van het Verzet' die vanaf morgen te zien is in de bioscoop. Het is van zulke erbarmelijke kwaliteit dat je er van in verzet zou komen.
Werkelijk niets klopt aan dit op waarheid gebaseerde verhaal met als hoogtepunt het laten verdwijnen van een leidinggevende verzetsstrijder in de
geschiedenis. Ik krijg gelukkig steeds meer bijval zoals ook in het
Vrij Nederland, waar Harm Ede Botje gisteren
een vernietigend stuk schreef over dat wanproduct.
Afgelopen zaterdag verscheen er
een artikel in de NRC, waar het over de uitgegumde Iman van den Bosch ging. Ik werd er middels een tweet met de vlassige haren bijgesleept. Dus leek het mij, als onderdeel van de lui die zich druk maken over geschiedvervalsing opportuun om te reageren op het schrijven van Merijn Rengers en Bas Blokker. Mijn ingezonden stuk werd geweigerd. En dat is raar. Of heeft het ermee te maken dat ik mij afvraag waarom de heren de elementaire vragen niet stellen. Want ondanks dat het prettig is dat zij aandacht schenken aan deze geschiedvervalsing is het artikel een aaneenschakeling van gemiste kansen.
Op mijn verzoek plaats De Dagelijkse Standaard hieronder alsnog de ingezonden brief voor de opiniepagina van de NRC, die daar niet geplaatst mocht worden.
Kift? Pure geschiedvervalsing!
Blij verrast dat in 'het jaar van het verzet' er eindelijk eens aandacht komt voor onwaarheden die na de
Tweede Wereldoorlog langzaam tot feiten zijn verworden. Toch heb ik met verbazing het artikel gelezen over Iman van de Bosch in uw krant van afgelopen zaterdag. Waarom staat er nou in een artikel over geschiedvervalsing dat het mogelijk de kift zou zijn? Dat is één van de vragen die het artikel bij mij oproept. Terwijl elementaire vragen door de journalisten helaas weer niet worden gesteld.
Dat Dirk Wiggerink de Wikipediapagina van Van den Bosch aanpaste kan onmogelijk kift zijn. Want waarom zou deze man afgunstig zijn ten aanzien van Van Hall? Daar is geen enkele reden voor. Wiggerink herstelde eigenhandig geschiedkundige nonsens. Iman van Den Bosch is nimmer medewerker van Van Hall geweest. Zij vormde samen de leiding van het NSF.
De grote vraag is, en die wordt in het hele artikel niet gesteld, waarom de rol van Van den Bosch in de loop van de geschiedenis steeds kleiner is gemaakt. In het werk uit 1960 van hoogleraar Mr. P. Sanders, Het Nationaal Steun Fonds en de financiering van het verzet, staat de positie van hem nog buitenkijf. Lou de Jong begon als eerste Iman van den Bosch langzaam uit de geschiedenis te gummen. Volgens hem was alleen Walraven van Hall de baas van het NSF. Totdat we nu in 2018 een film hebben waar Van den Bosch niet eens meer genoemd wordt. En dit wordt dan zonder schroom een waar gebeurd verhaal genoemd.
Waar de een verdwijnt komt de ander opeens op. Want als een duveltje uit een doosje is daar opeens Gijs van Hall, de oud-burgemeester van Amsterdam. Ook in de film speelt hij een hoofdrol, terwijl hij dat in de oorlog nimmer heeft gedaan. Dirk Wiggerink noemt dat de „geromantiseerde en ongefundeerde” versie van de geschiedenis. Ik noem dat geschiedvervalsing. Wiggerink heeft de familie Van den Bosch aangeraden de zaak te laten rusten. “Je kunt niet tegen de stroom in gaan.”
De elementaire vragen die niet gesteld zijn in het artikel.
– Waarom moest de prominente rol van Iman van den Bosch in het NSF kleiner worden gemaakt?
– Waarom wordt Iman van den Bosch in de film met zijn schuilnaam, Van den Berg, aangesproken, maar nooit met zijn echte naam?
– Waarom is Gijs van Hall een hoofdman van het NSF gemaakt, terwijl hij dat niet was?
– Waarom hebben Lou de Jong en Geert Mak aan deze geschiedvervalsing meegewerkt?
– En welke stroom bedoelt Wiggerink als hij de familie Van den Bosch aanraadt niet tegen de stroom in te gaan?
Alleen op de laatste vraag kan ik het antwoord wel raden. Namelijk tegen de stroom van de herschreven geschiedenis.