Het is al meer dan twee weken aan de gang en het houdt maar niet op: er heerst een beetje ruzie in het linkse kamp. De groene hippies van GroenLinks en de christelijke hippies van de ChristenUnie blijven elkaar maar in de haren vliegen in het debat over godsdienstvrijheid. 'Hup allebei!', is, onder het mom 'wenn zwei sich streiten, freut sich der Dritte', een logische eerste reactie.
Het begon met Femke Halsema die een, in bepaalde linkse kringen zwaar overschatte, lezing hield over godsdienstvrijheid. In de lezing deed ze een poging om onvrijheid - bv. een door de overheid opgelegd verbod aan religieuze organisaties om een zelfstandig en naar eigen smaak gevormd toelatingsbeleid te voeren - als vrijheid te verkopen. GroenLinks kan deze inperking van de vrijheid ongetwijfeld voor zichzelf rechtvaardigen, als anti-discriminatie-beleid o.i.d., maar voor de zuiverheid van de discussie zou het wel moeten aanvaarden dat het een inperking van vrijheid is. André Rouvoet legde vervolgens volledig terecht de vinger op de zere plek: "Halsema geeft hiermee blijk van een instrumentele visie op grondrechten: inbreuken op juridische vrijheden kunnen deel uitmaken van een strategie gericht op andere doelen, zoals emancipatie."
Rouvoet voegde daar, als uitsmijter, nog even aan toe dat deze aanpak vergelijkbaar is met die van de PVV en een linkse ruzie was geboren. Brechtje Paardekoper, lid van een GroenLinks-denktank, reageerde vervolgens met opnieuw een dappere poging om de door GroenLinks bepleite onvrijheid als vrijheid te verkopen:
Anders dan Rouvoet beweert, staat GroenLinks geen overheidsingrijpen achter de voordeur voor. Daar is de partij te liberaal voor. Maar GroenLinks stelt zich wel van oudsher tot doel om machtsongelijkheid en discriminatie aan de kaak te stellen, op welke wijze die zich ook voordoet.
Is dit waar? Nee, dat bleek ook wel uit een gesprek tussen Halsema en de EO-Moraalridders, waarin Halsema opnieuw bevestigde dat GroenLinks voor religieuze instellingen wil bepalen welk toelatingsbeleid deze effectief mogen voeren. Dat is overheidsingrijpen - onvrijheid dus.
Tussenstand derhalve: 1-0, voor de ChristenUnie.
Gisteren volgde een nieuwe aflevering van het ruzietje. Gert-Jan Segers, directeur van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie, betoogt dat, anders dan Halsema meent, de islam niet bij Nederland hoort:
Femke Halsema stelde in haar recente lezing over godsdienstvrijheid dat de islam bij Nederland hoort en ze herhaalde dat nog een paar keer in daarop volgende discussies (...) Natuurlijk hebben moslims in Nederland vrijheid van godsdienst en dus de wettelijke ruimte de islam te belijden. Maar dat is iets anders dan de stelling dat de islam bij Nederland hoort.
Wat dat dan betekent, dat 'erbij horen' van een religie, wordt pas duidelijk in de laatste alinea van zijn betoog:
Over rechten en plichten van moslims mag geen discussie bestaan. Maar over de invloed en de uitwerking van de islam op onze cultuur en onze wetgeving des te meer.
Daar gaat het dus om: de ChristenUnie vindt het prima dat een religie onze wetgeving bepaalt, zo lang die religie maar het christendom en alleen het christendom is. En dus 'hoort de islam er niet bij'. Tja. Dat lijkt me een minpunt waard.
Eindstand: 0-0. En maak van 'hup allebei' maar 'boe allebei'.