Nu hebben de Chinese autoriteiten wéér een Westers bedrijf beboet. Ditmaal is Unilever aan de beurt. Het bedrijf kreeg een boete voor het spreken over prijsstijgingen. Unilever liet, met het oog op de hoge voedsel- en grondstofprijzen, weten dat verschillende producten die het concern produceert, duurder zullen worden. Een volstrekt legitieme en bijna triviale uitspraak. Niet volgens de communisten.
Het Brits-Nederlandse bedrijf kreeg de boete van 211.000 euro voor het verspreiden van informatie over prijsstijgingen en het verstoren van de marktwerking, aldus een verklaring van de Chinese regering.
Het hoort natuurlijk bij het spel om de Chinezen niet dwars te zitten en stoïcijns te betalen, maar het wekt toch verontwaardiging. De Chinese actie heeft een hoog contrarealistisch gehalte en doet denken aan Kim Jong Il's hondsdolle acties -
Harro Hans Blix!
Dit soort incidenten komt met de regelmaat van de klok voor en bevestigt dat met investeren in China een hoop geld verdiend wordt, maar dat de kosten (o.a. door een totaal onbetrouwbare en bevooroordeelde bureaucratie) hoog zijn. De risico's zijn bijzonder moeilijk in te schatten. Een bedrijf weet niet wanneer de overheid een vlaag van verstandsverbijstering krijgt en moet boets gaat strooien, of wanneer bijvoorbeeld het
intellectuele eigendomsrecht nu eens beschermd gaat worden.
De prijs voor produceren in China is zo hoog, dat er weinig voor nodig is om uit China te vertrekken, vooral als Vietnam zo lekker dichtbij is en arbeid daar gratis aan de bomen groeit. En het is juist massaproductie waar China zijn geld mee verdiend. Van technologisch baanbrekende industrie valt in China, ondanks de miljarden die de overheid erin pompt, vooralsnog weinig te verwachten. Zeker als je eigen innovatieve ideeën niet je eigen bezit zijn en je buurman met jouw ideeën zijn huis betaalt.