Big Brother Ivo Opstelten is watching you

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft minister van Justitie Ivo Opstelten dat de autoriteiten - hij en zijn ambtenaren dus - burgers steeds vaker aftappen.

Zo zijn er in het afgelopen jaar drie procent meer telefoons afgetapt dan in het jaar ervoor. Daardoor werden er in 2012 in totaal maar liefst 25.478 telefoon getapt.

Daarnaast vroeg justitie 56.825 keer 'om historische gegevens, bijvoorbeeld om de locatie van het begin van een gesprek'. In vergelijking met 2011 is die praktijk met tien procent gestegen. Ja, dat leest u goed: een stijging van tien procent in slechts één jaar tijd.

Dat is al zorgwekkend genoeg, maar er is meer. Het aantal internettaps is in 2012 namelijk vervijfvoudigd ten opzichte van 2011. Het Parool legt uit:

Opstelten probeert publieke onrust te voorkomen dat deze cijfers niet inhouden dat er daadwerkelijk 17.000 mensen in de gaten zijn gehouden. Of, in het geval van de telefoons, 25.000. Veel 'verdachten' zouden namelijk meerdere telefoons gebruiken. 

Dat klopt ongetwijfeld voor een deel van de afgetapte individuen, maar ik betwijfel ten zeerste dat dit voor ze allemaal geldt. Je hebt het vrijwel zeker dus nog steeds over duizenden en nog eens duizenden afgetapte personen. 

Is het werkelijk nodig om zoveel mensen in de gaten te houden? Zo ja, hoe zit het met de controle hierop van volksvertegenwoordigers? Wanneer luistert justitie iemand af? Welke afweging maakt men? Het kan niet zo zijn dat men vanwege het 'toenemende smartphone gebruik' in één jaar tijd zoveel meer mensen is gaan aftappen: er zijn namelijk niet ineens vijf keer meer smartphones verkocht in 2012 dan in 2011. Hoe zit dat dan precies? Wat is er veranderd vanuit justitie zelf?

Dit soort vragen moeten beantwoord worden. En dan niet achter gesloten deuren, maar openlijk, met respect voor de wet en transparantie ten opzichte van kiezers. Alleen dan kunnen we er namelijk voor zorgen dat Opstelten niet in no time veranderd in een VVD-Big Brother - want dat is waar hij onderhand toch echt op begint te lijken.