Noot van de redactie: dit artikel werd geweigerd door Joop.nl omdat het blog in de laatste alinea een oproep tot geweld in strijd met de huisregels zag. De auteur weigerde echter het artikel aan te passen. Heel raar is dat niet aangezien Joop eerder nog een cartoon online zette van Geert Wilders die op de grond ligt met een schaar in zijn borst. Nederlandse jihadisten maken een keuze in het Syrische conflict wel heel erg moeilijk.
We willen allemaal graag kiezen als het om internationale conflicten gaat. Liever Bosni dan Servië, eerder Israel dan de Arabieren, Zuid-Korea voor het Noorden en de Rohingya boven de Birmese boeddhisten. Of andersom, natuurlijk. Partij kiezen zit in de mens, waarbij we meestal die zijde steunen waarvan wij denken dat zij het meest onze eigen normen en waarden verdedigt.
Maar er zijn ook conflicten waarin je geen partij wilt of kunt kiezen. Neem de Syrische burgeroorlog. Het begon allemaal zo gemakkelijk: vreedzame studenten die leuzen riepen voor democratie en tegen dictator Bashar al-Assad. Geen moeilijke keuze, hoewel het Egyptische regen-in-de-drup-verhaal al vanaf het begin van de Syrische Lente de wenkbrauwen van de meer sceptische waarnemers deed fronzen.
Helaas kregen deze zoals zo vaak gelijk. Twee jaar na het begin van de revolutie is er geen sprake meer van democratische oppositie versus bloedige tiran. Ten eerste werd de opstand als snel overgenomen door allerlei groeperingen voor wie democratie en vrijheid helemaal geen overweging van belang is (tot die conclusie kwamen deze week ook onderzoekers van de VN). Kannibalistische oorlogsmisdadigers en buitenlandse beroepsjihadisten hebben in sneltreinvaart het imago van de rebellen om zeep geholpen. Daar komt bij dat veel commandanten van de losse coalitie die zich het FSA (Vrije Syrische Leger) noemt, vroeger hoge officieren in het leger van Assad waren. Verwachten wij echt dat militairen die jarenlang de sterke arm van de dictator vormden, nu opeens in een kring gaan zitten om Kumbaya te zingen?
Op leven en dood
Daarnaast (en daarom) past enig begrip voor de andere zijde. Niet voor de Assadclan, de geheime diensten en de nietsontziende misdadigers in het Syrische leger. Maar wel voor de talloze alevieten, sjiieten, seculiere soennieten en christenen die beseffen dat het voor hen een strijd op leven en dood is. Zelfs de meest optimistische (lees: naïeve) sympathisanten van de rebellen zullen hun hart vasthouden voor de onvermijdelijke bijltjesdag tegenover deze groepen, mocht het verzet de strijd in zijn voordeel beslissen. Daar komt nog bij dat het burgerconflict een proxy-oorlog tussen de twee regionale grootmachten Saoedi-Arabië en Iran is geworden.
Dit alles maakt het bijna onmogelijk partij te kiezen. Denk maar na: bent u liever voor de jihadisten, Al-Qaida en de Saoedis of voor Assad, Hezbollah en Teheran? En natuurlijk zit de bevolking between the devil and the deep blue sea. En nu we het toch over de duivel hebben: Better the devil you know (than the devil you dont) luidt een wijs Angelsaksisch gezegde. Het betekent dat een slechte, stabiele situatie vaak te verkiezen is boven een onzekere. Assad is een smeerlap, geen twijfel over mogelijk. Maar de laatste jaren een behoorlijk ongevaarlijke smeerlap (voor de dik 7 miljard mensen die het geluk hebben niet in Syrië te wonen, tenminste). Zelfs aartsvijand Israel lijkt de Slager van Damascus te verkiezen boven de onzekerheid van een nieuw regime.
Onze jongens
En dan zijn er nog de Nederjihadisten, de poldermujahedin. Met steun van bijna driekwart van de moslims in ons land vertrekken zij naar Syrië. Om voor de vrijheid van het Syrische volk te strijden? Dat lijkt me niet, want welk volk geleid door jihadis, salafis, wahhabis, takfiris en hoe ze allemaal mogen heten, is echt vrij? Om hun medemoslims te verdedigen? Ook dat is onzin, want de tegenstander op het slagveld bidt tot dezelfde god, beide zijden rennen de dood tegemoet met het Allahu akbar op de lippen. Nee, als onze jongens ergens voor naar het oorlogsgebied afreizen, is het om andere islamieten te vermoorden (want soldaten zijn nu eenmaal moordenaars, leert Tucholsky ons).
Bij niet-islamitische Nederlanders is de jihad aanzienlijk minder populair. Behalve een coalitie van extreem politiek-correcte fans van het Geloof van de Vrede en antisemitische internationaal-socialisten die in de shuhada (martelaars) de Internationale Brigadisten van de 21e eeuw zien (Orwell zou zich omdraaien in zijn graf) is de Nederlander overweldigend (82%) tegen. Ook het optreden van de overduidelijk godsdienstwaanzinnige Maiwand al-Afghani bij Knevel en Van den Brink heeft de jihadistische zaak geen goed gedaan. Noem ons islamofoob, maar wij kazen hebben het niet zo op goedpraters van de Londense machetemoorden.
Borderliners
En laten we eerlijk zijn. Wij zitten natuurlijk ook niet bepaald te wachten op tientallen grondig gehersenspoelde en goedgetrainde borderliners die stijf staand van de PTSS terugkeren naar ons land met dromen van zwarte vlaggen boven het Binnenhof en 70 maagden. Je zou er bijna fan van Hezbollah door worden.
Dat gaat te ver natuurlijk, we gaan niet op een overwinning van Assad hopen. Al wat het alleen maar omdat daarop onvermijdelijk de moeder aller bloedbaden volgt, waarbij vergeleken Srebrenica een padvinderjamboree zal lijken. Maar misschien, heel misschien mogen we de snipers van het Syrische leger als zij een jihadist van Al-Nusra in hun vizier krijgen, een scherp oog, een kalm hart en een vaste hand toewensen.