En hij brak ook een lans voor... het christendom.
Zaterdagavond 3 maart (gisteravond) kreeg Thierry Baudet de zeventiende Prijs voor de Vrijheid van de Belgische klassiek-liberale denktank Libera! Het was de vijfde keer dat een Nederlander deze prestigieuze prijs in ontvangst mocht nemen. Onder andere Ayaan Hirsi Ali en Frits Bolkestein gingen hem voor.
Voorzitter professor Boudewijn Bouckaert legde uit, aldus
Doorbraak.be, dat Baudet de prijs kreeg vanwege publicaties als
De aanval op de Natiestaat en
Oikofobie, maar ook wegens zijn "niet aflatende strijd tegen de politieke correctheid." Volgens Bouckaert toont Baudet als geen ander aan "dat er een nieuwe kloof is ontstaan in het politieke landschap, die tussen de internationele eliets en de bevolking van natiestaten."
Natuurlijk was Baudet buitengewoon in zijn nopjes met deze prijs. In zijn "geïmproviseerde slottoespraak" legde hij uit wat er in zijn ogen moet gebeuren om de problemen die
FVD benoemd heeft te bestrijden. Het belangrijkste is, wat hem betreft, dat rechtsconservatief Nederland (en België dus) "niet in spengleriaans cultuurpessimisme" moet vervallen. Er moet juist een positieve boodschap verkondigd worden: die van een
renaissance "van de eigen normen, waarden,
cultuur en geschiedenis."
Deze renaissance moet bestaan uit drie pijlers:
1. Directe democratie "om de liberale vrijburger weer een sense of entitlement te geven, macht over zijn eigen leven." Dat is volgens Baudet "een essentiële voorwaarde [...] voor de civil society."
2.
Inzetten op "nationale binding van de mensen met de bril van de historic in de traditie van Leopold von Ranke." Dit betekent feitelijk dat de geschiedenis begrepen wordt in zijn eigen context, en dus niet door de bril van de moderne mens (met heel andere waarden). "
Geschiedenis moeten we redden uit de handen van de cultuurmarxisten," aldus Baudet. Daartoe zou er onder meer een cultuurhistorisch museum opgericht moeten worden.
3.
"We moeten een nieuwe vormentaal ontwikkelen waarin we opnieuw gestalte geven aan onze cultuurgemeenschap." Dat klinkt heel gecompliceerd, maar het komt er feitelijk op neer dat
kunst en cultuur (kunst, muziek, etc.) de burger moed, troost en hoop moeten geven. Er zou een kunst moeten komen "waarin mensen zich herkennen," in plaats van de postmodernistische onzin waar we het nu mee moeten doen, en waar een normaal mens vooral heel
hopeloos van wordt.
Tenslotte voegde Baudet nog een halve pijler toe -- of, misschien beter gezegd: gaf hij aan te overwegen om een vierde pijler toe te voegen aan zijn gewenste renaissance.
Religie. Wat? Ja, echt. Hij vroeg het publiek:
"Zou het kunnen dat wat de basis is van het liberale project van de 18de eeuw — het ondermijnen van de macht van religie — de dood betekent van het liberalisme?"
Baudet als voorvechter van een revival van het christendom? Het zou zomaar kunnen dat hij dat punt voortaan toevoegt aan zijn repertoire.