Amerikaanse oud-president Jimmy Carter: 'Kanker is verspreid naar mijn hersenen'

Jimmy Carter, de 39e president van de Verenigde Staten, liet eerder deze maand weten dat hij kanker heeft. Vandaag voegde hij daar aan toe dat de kanker in 'vier kleine plekken' in zijn hersenen zitten.

Dat zei de president vandaag tijdens een speciaal door hem belegde persconferentie.

"Ik heb vrede met wat er ook moge gebeuren," zei Carter. "Ik ben op alles voorbereid en kijk dit nieuwe avontuur vol vertrouwen tegemoet."

Het zijn wellicht woorden die je normaal niet hoort van een kankerpatiënt, maar Carter is zowel bijzonder gelovig als op hoge leeftijd; hij is 90 jaar oud en heeft zich ongetwijfeld al langere tijd voorbereid op zijn dood (zoals ieder andere mens die zo gelukkig is om zo oud te worden).

Ook zei Carter dat de pijn vooralsnog minimaal is en dat hij zich niet verzwakt voelt. Hij zal de komende tijd minder voor het Carter Center werken - zijn organisatie; de behandeling heeft nu topprioriteit. Zijn eerste bestraling vindt vandaag plaats.

Hoewel hij klaar is voor alles zegt Carter dat hij eerst dacht dat de kanker alleen in zijn lever zat. Eerder werd hij daarvoor geopereerd. Die operatie was succesvol. Op dat moment hoopte hij dus kankervrij te zijn. Helaas heeft het niet zo mogen zijn en moet hij nu alsnog knokken voor zijn leven. Hij zegt het volgende over het moment dat hij te horen kreeg dat de kanker zich verspreid heeft:

Carters vader, broer en twee van zijn zussen overleden eerder al aan kanker. Zijn moeder had ook kanker maar genas. Logischerwijze heeft hij de afgelopen dagen telefoontjes gehad van andere oud-presidenten zoals George W. Bush, George H.W. Bush, en Bill Clinton. Ook de huidige president Barack Obama heeft hem gebeld. Datzelfde geldt voor Hillary Clinton (de oud-minister van Buitenlandse Zaken en kandidaat voor de Democratische presidentsnominatie) en John Kerry (de huidige minister van Buitenlandse Zaken).

Carter was de 39e president van de Verenigde Staten. Hij volgde Ford op, die Richard Nixon verving na het Watergate-schandaal (hij was diens vice-president). Carter werd o.a. met behulp van Evangelicals gekozen in 1976, maar verloor de verkiezingen van 1980 (op grote afstand) van Ronald Reagan, de 40e president. Reagan brak met Carters progressieve beleid en zorgde voor een conservatieve revolutie, waarna de Amerikaanse economie sneller dan ooit groeide.

President Carter ging toen met pensioen en zette zich in voor zaken die hij van groot belang achtte voor de wereld, het Midden-Oosten en/of Amerika. Hij gebruikte daar het Carter Center voor - de door hem opgezette organisatie die te vergelijken is met de Clinton Foundation van oud-president Bill Clinton.