Volgens Alan Greenspan, de vroegere baas van de Fed. (zie de post van Joost Niemoller van gisteren op de
Dagelijkse Standaard), is de eurozone aan het opbreken, wat voor veel onzekerheid in het Europese financiële systeem zorgt. Of daarmee ook de hele euro kapot is, staat nog te bezien. De Amerikanen hebben hun eigen redenen om de problemen in Europa als hoofdoorzaak voor de huidige slechte economische vooruitzichten in de westerse wereld aan te wijzen. Ook de voormalige Britse premier en minister van Financiën Gordon Brown (evenmin een onbevooroordeeld waarnemer) doet dat, door op de opiniepagina van de
International Herald Tribune de Duitse regering gebrekkig leiderschap te verwijten en tot verdere stappen vooruit in de eurozone aan te moedigen. Zo vindt iedereen over de euro van alles en staan de beste stuurlui aan wal.
Dat was te verwachten. Zelf schrijf ik al twintig jaar over de perikelen rond de euro, vanuit eurosceptisch perspectief, en ik was tot 2001 nooit een overtuigd voorstander van Nederlandse deelname aan de euro. Dan is het enige verbazingwekkende dat ik tegenwoordig op de Dagelijkse Standaard aanhoudend voor eurofiel en europropagandist word uitgemaakt omdat ik op de gevaren van het opbreken van de eurozone wijs. Het zij zo. Toch verbaas ik mij ook dat een solide weekblad als Elsevier zo lichtzinnig stemming tegen de euro maakt en het bij monde van commentator Syp Wynia doet voorkomen alsof een ordelijk opbreken van de eurozone een serieuze optie voor Nederlandse politici is. Natuurlijk is voor de toekomst niks uitgesloten, en alles kan, maar het idee dat de eurozone op een gereguleerde manier ontvlecht kan worden is een totale illusie. Daarvoor kan niet genoeg gewaarschuwd worden, want de zuidelijke lidstaten staan met de rug tegen de muur en Noord-Europese banken (niet alleen Nederlandse, maar vooral ook Duitse) zitten tot over hun oren in het Zuid-Europese schuldpapier. Dan hebben we het nog niet over de politieke repercussies die een vertrouwensbreuk tussen Duitsland en andere (grote) Europese staten met zich mee zullen brengen. Dit raakt de verankering van de Bondsrepubliek in Europa en niemand moet licht denken over de lijken die bij een uiteenvallen van de euro nog meer uit de kast zullen vallen.
Daarbij is een terugkeer naar nationale munten bij de opzet van de euro bewust heel moeilijk gemaakt. Dat was in het verleden altijd een van mijn voornaamste kritiekpunten, maar het is kritiek die domweg door de feiten is achterhaald. De euro is indertijd ingevoerd als vervanger van de nationale munten, niet als rekeneenheid ernaast (wat de Britten nog hebben voorgesteld). Dat was een historisch besluit. De invoer moest 'onomkeerbaar' zijn, omdat de architecten zelf heel goed wisten dat het project anders te vrijblijvend zou zijn. Dat heeft wel een extra prijs. Niet alleen bestaan er voor de deelnemers aan de euro nu eigenlijk geen nationale terugvalposities meer, behalve tegen zeer hoge kosten, maar het is ook schier onmogelijk te bepalen wat de gedevalueerde koers van de nieuwe nationale munten zou moeten zijn voor de financiële zondaars die zouden moeten uitstappen (en wel hun schulden in euri houden). Natuurlijk, de markten zorgen altijd voor een koers, maar de valutaschommelingen zouden tijdens de chaotische overgang (een enorm verschil met de geordende invoering van de euro, die tien jaar in beslag nam, een technisch zeer knappe beleidsprestatie) enorm zijn. Het economisch leven in Europa kan dan praktisch stil komen te liggen, niet alleen bij de zwakkeren, maar ook bij de sterkeren.
Daarom denk ik dat doorgaan met de euro, bijna tegen elke prijs, beter is dan het hele project op de klippen te laten lopen. Ook dat 'doorgaan' verloopt al onordelijk genoeg, maar een opbreken - al of niet politiek gestuurd - maakt krachten los die onmogelijk nog te beheersen zijn. Dat inzicht is geen eurofilie, maar eurorealisme. Wat geenszins uitsluit dat de boel alsnog kapot gaat, want zo kritiek is de toestand. Maar wie zich daarover verheugt, of dat risico doodleuk denkt te kunnen nemen, is werkelijk niet goed bij z'n hoofd.