In eerdere stukken heb ik gewezen op de oorzaken van de huidige eurocrisis, de ontmaskering van de snode plannen om euro-obligaties uit te geven en heb ik de vloer aangeveegd met het ondemocratische European Stability Mechanism Treaty.
Een aantal mensen hebben mij recent gevraagd mijn ideeën op papier te zetten over een mogelijk effectieve aanpak van de eurocrisis. Dit stuk poogt een allereerste aanzet daartoe te vormen, een meer gedetailleerde, ook cijfermatige onderbouwing zou desgewenst later kunnen volgen.
Laat ik maar eens beginnen met de constatering, dat de eurocrisis inmiddels een zeer complex probleem is geworden. Dat komt voornamelijk, omdat door politieke overwegingen de problematiek niet op tijd geadresseerd is, waardoor het nu niet alleen een politiek probleem is geworden, maar ook een probleem, dat vergaande economische consequenties met zich meebrengt. Welke oplossing men ook voorstaat.
Ik denk, dat we de politieke oplossingen even moeten parkeren en net moeten doen alsof er geen partijpolitieke en ideologische verschillen bestaan hoe de wereld moet worden ingericht.
Wat zou, mutatis mutandis, nu rationeel gezien het beste zijn? Met andere woorden: welke maatregelen zouden moeten worden getroffen om een situatie te creëren waarbij zowel de landen die in default zijn kunnen worden geholpen, besmettingsgevaar naar andere lidstaten voorkomen kan worden en, last but not least, een degelijke economische structuur wordt gevormd, die dergelijke 'ontsporingen' in de toekomst kan voorkomen? Nogmaals, de voorgestane aanpak dient los gezien te worden van welk politiek of ideologisch belang dan ook.
Om een gefundeerd antwoord op die vraag te kunnen geven moeten we eerst even kijken naar de huidige situatie. Wat is de feitelijke situatie?
Een overzicht van de grootste 'brandhaarden'.
Griekenland
Griekenland is failliet. Het landje met een BBP van krap 220 miljard een molensteen om de nek leggen in de vorm van een lening die in het uiterste geval ruim tweemaal zo groot is als haar eigen BBP, tezamen met een rigoureus bezuinigingspakket, dat is het onmogelijke vragen. De door de Europese Raad van regeringsleiders tot nu toe voorgestelde oplossingen gaan dus nooit werken. Het landje wordt gewoon geofferd. Maar what the heck, we spreken slechts over 2% van de eurozone, nietwaar?
Italië
Italië kent een hoog begrotingstekort, ruim 1900 miljard. Er staat wel een hoog particulier spaaroverschot tegenover. Probleem hier is enerzijds de pensioenleeftijd, die niet harmoniseert met de meeste andere lidstaten en, belangrijker nog, een economie die totaal verambtelijkt is. Na Griekenland is Italië het meest corrupte land in de eurozone. Hoe krijgt men dat zwart geld circuit grijs, laat staan wit? Een cultuurprobleem? Ongetwijfeld. Oplosbaar? Een retorische vraag. Intussen moet het land volgend jaar voor maar liefst 300 miljard herfinancieren, betaalt het inmiddels 7% rente op nieuw staatspapier en zijn de Italiaanse parlementariërs by far de best betaalden uit de eurozone. En daar wordt niets tegen ondernomen. Natuurlijk niet zou men zeggen, wie snijdt er nu graag in eigen vlees?
Spanje
De situatie in Spanje is veel alarmerender dan tot nu toe naar buiten wordt gebracht. Dat heeft te maken met het onderscheid tussen de schuld van de staat en de schulden van de lagere overheden, die daarin niet worden meegenomen. Ten onrechte niet, want de staat dient garant te staan voor die schulden. Het gaat daarbij om tientallen miljarden. Bijkomend probleem is de enorme jeugdwerkloosheid in dit land. De helft van de jongeren tot 25 jaar zit zonder werk en de vooruitzichten zijn dramatisch. Een tikkende tijdbom dus.
Portugal
Dit landje kampt evenals Griekenland met een zeer zwakke economie en eveneens een hoge corruptie. Haar economie is bovendien sterk verweven met de Spaanse, maar in tegenstelling tot Spanje, heeft Portugal weinig andere mogelijkheden. Gelukkig is ook Portugal, evenals Griekenland een marginaal Europees land.
Ierland
Dit land heeft vooral te lijden gehad onder de kredietcrisis van 2008, waarbij de Ierse bankensector zich nogal misrekend heeft over de waarde van de gefinancierde vastgoedportefeuilles. Echter, anders dan de Zuid-Europese regio is er in de Ierse problematiek geen sprake van een ver boven zijn stand levende quartiare sector. De problemen daar kunnen dus gericht worden aangepakt, in tegenstelling tot de Mediterrane sector, waar de problemen een structureel karakter hebben van largely overspending governments.
Frankrijk
Dé grote boosdoener in het geheel. Met behulp van de roemruchte Franse diplomatie heeft dit land zich al sedert de vorming van de eurozone een veel te grote broek aangemeten. Gewiekst gebruikmakend van het Duitse na-oorlogse schuldgevoel heeft Le Champs Elyssees zichzelf op de voorgrond van het Europese politieke toneel geplaatst. Ten onrechte. Niet alleen heeft het land al jarenlang ervoor gezorgd, dat het leeuwendeel van de Europese begroting terugvloeide naar de Franse landbouwsector, tegelijkertijd heeft men verzuimd diezelfde sector te moderniseren. In plaats daarvan heeft haar bankensector volop geïnvesteerd in de economieën van de zwakke landen en dreigt op de blaren te moeten gaan zitten, ware het niet dat de EU de zaak zoveel mogelijk traineert om die banken de kans te geven om haar positie in Griekenland af te bouwen.
Frankrijk heeft een structureel landbouw probleem, een sterk gemaskeerde werkloosheid en vakbonden die heel veel macht hebben. Door de omvang van haar economie is Frankrijk echter het sleutelprobleem voor een oplossing van de eurocrisis. De gisteravond aangekondigde steun van het IMF voor landen die in de problemen dreigen te komen via de faciliteit 'Precautionary and Liquidity Line' (zie persbericht: http://www.imf.org/external/np/sec/pr/2011/pr11424.htm) had ik al voorspeld na de bekendmaking van de accoorden van 21 juli (zie ook: "
De lange arm van Sarkozy" en "
De knollen van Jan Kees") . Hiermee redt le petit napoleon zijn politieke leven tot aan de verkiezingen in april. Maar daarna?
Wat nu?
Het lijkt op dit moment ondenkbaar, maar als er geen politieke overwegingen zouden bestaan, dan zou het beste zijn om per onmiddellijke ingang het politbureau in Brussel te ontmantelen, het Europese parlement naar huis te sturen en overnieuw te beginnen. Dit keer zónder allerlei oneigenlijke, politiek gestuurde overwegingen en zónder taboes.
Dan zouden Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Finland, misschien aangevuld met Zweden, Denemarken en Zwitserland een nieuw samenwerkingsverband beginnen met de E-mark als munteenheid.
De Oost-Europese periferie met landen als Polen, de Baltische staten, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Roemenië zouden voorlopig langdurig in de wachtkamer plaatsnemen, om maar niet te spreken over de voormalige Joegoslavische deelstaten.
En de club Mediteranneé? Die moet orde op zaken stellen in eigen huis. Hun onderlinge economieën zijn sterk met elkaar vervlochten. Ik noemde al Portugal en Spanje, maar ook Frankrijk en Italië zijn sterk met elkaar verweven. Het ligt dus voor de hand om naast de E-mark voor de Noordelijke regio te pleiten voor een zuidelijke munteenheid. Die zou men 'zeuro' kunnen noemen. Ik zou dan willen pleiten voor een vaste spilkoers van die zeuro, waar binnen een bandbreedte van bijvoorbeeld 2,5% boven en beneden de spilkoers de koersen van de deelnemende landen kunnen fluctueren.
De zeuro zal sterk in waarde dalen ten opzichte van de E-mark, dat is onvermijdelijk en ook nodig. En ja, dit zal de export van de Noordelijken richting zuiden bemoeilijken. Maar is dat erg? Want als men kijkt naar de 'oplossing', die Brussel thans voorstaat, dan financieren de Noordelijken in feite hun eigen export. Een sigaar uit eigen doos derhalve.
Het roer moet om. Maar de politiek houdt dit tegen. Want elke rationele oplossing wordt in de eurokiem gesmoord omdat het niet past in de groenlinkse agenda van de eurocraten en klimaatjomanda's. Kost wat kost moet de euro-eco politiek zegevieren, al worden hele bevolkingen generaties lang veroordeeld tot de bedelstaf. Overdreven? Ik dacht het niet.
Wie nu reeds kijkt naar wat er zich afspeelt in de zuidelijke regionen van Europa, en ziet welke offers er gevergd worden van de lokale bevolking, die kan niet anders dan concluderen, dat de euro-eco's uit Brussel bereid zijn om over lijken te gaan. Was dat dan het veel gekoesterde Europese ideaal?
Maar een rationele oplossing wordt dus door de politiek onmogelijk gemaakt. Het is maar de vraag of de Noord-Europese belastingbetaler daar een boodschap aan moet hebben. Wie betaalt, bepaalt nietwaar?
Geen zachte heelmeesters
Alles overziende zie ik helaas maar één valide uitweg uit deze misère, en dat is rigoureuze afstempeling van de schulden aan de Club Mediteranneé landen (tot >75%), het Europese steunfonds gebruiken om de systeembanken zoveel mogelijk overeind te houden, zodat monetair verkeer mogelijk blijft (maar pas wanneer nationale staten en haar particuliere sector het niet meer kunnen), opbreken eurozone in deze vorm en devaluatie van de zeuro voor de zuidelijke regio.
Een Europese Centrale bank, die optreedt namens de gehele eurozone, dus voor zowel Noord als Zuid en die geen enkele verantwoording verschuldigd is aan de politiek. Uiteraard wordt haar monetaire beleid mede afgestemd met een Europese Economische Raad.
Conclusie
De euro is een mislukt experiment. De muntunie een vergeefse vlucht naar voren. De EU een log en bureaucratisch instituut, bovendien zonder enige democratische legitimatie.
De verschillen tussen de deelnemende eurolanden zijn op talloze terreinen onoverbrugbaar, niet alleen op fiscaal economisch gebied, om een vruchtbaar werkend politiek geheel te kunnen vormen. De federale fantasie van de EU in deze vorm moet dus worden opgeheven en worden vervangen door een Economische Raad, liefst bemenst door niet-beroeps politici, die ervoor zorgen dat er een gedepolitiseerd monetair beleid kan worden gevoerd, dat transparant is, onafhankelijk is en vooral niet bureaucratisch. De gekoesterde illusie van een Verenigde Staten van Europa zal door de politiek moeten worden opgegeven, omdat zij politiek niet haalbaar en economisch desastreus is.
Lidstaten zullen nimmer bereid zijn om hun vrijheid, zelfbeschikking, soevereiniteit over te dragen aan een niet democratisch gelegitimeerd politiek orgaan, ver van hun bed.