Volgens Het Financieele Dagblad wel.
De 11 september hausse wordt ook in de zaterdag-editie van Het Financieele Dagblad uitgebreid herdacht. Het opiniestuk met de kop 'Wilders belichaamt het succes van de terreur' greep direct mijn aandacht.
In het stuk betoogt Laurens Berentsen, parlementair verslaggever van het FD, dat de terroristen op twee manieren hebben gewonnen. Ten eerste beschrijft Berentsen alle veiligheidspoortjes e.d. in het Tweede Kamergebouw en de veiligheidsmaatregelen bij een persconferentie. 'De tactiek van terroristen is ontregelen. Het veiligheidsregime waaraan Wilders is onderworpen, getuigt daarvan. Dat hebben de gewelddadige extremisten dan toch maar voor elkaar gekregen.'
Op grote lijnen zal Berentsen hier gelijk hebben. Vóór 11 september 2001 was het allemaal toch wat meer ontspannen qua beveiliging, en kon dat blijkbaar ook. Zijn er echt zoveel potentiële aanslagen voorkomen door het opschroeven van het aantal detectiepoortjes et cetera? Dat zullen we nooit weten.
Wel is het hierbij nog interessant om op te merken dat de veiligheidsmaatregelen in Noorwegen na Oslo en Utoya niet drastisch zijn aangescherpt. Neemt de Noorse samenleving hiermee een onverantwoord risico? De tijd zal het onwaarschijnlijk leren.
Dan Berentsens tweede punt, dat in mijn ogen toch behoorlijk wat controversiëler is dan het eerste:
De echte triomf is de politieke invloed die Fortuyn en Wilders hebben gekregen met hun opvattingen over de islam. Die heeft pas echt ontregelend gewerkt op de discussie over immigratie en integratie.
Het standpunt van Fortuyn en Wilders dat de islam ten enenmale onverenigbaar is met de democratische rechtsstaat, is het spiegelbeeld van de radicale afwijzing van de westerse samenleving door moslimfundamentalisten.
Even later schrijft Berentsen zelfs:
De blinde polarisatie waarvoor Wilders kiest met uitspraken als kopvoddentaks en moskeeën als haatpaleizen, vormt een fundamentele breuk met de Nederlandse politieke traditie. Die staat juist in het teken van pacificatie. Politieke elites bewaren over de hoofden van hun achterbannen heen de goede vrede tussen aanhangers van uiteenlopende geloofsrichtingen en levensovertuigingen. Het poldermodel verzoent werknemers en werkgevers. Deze cultuur van de klamme deken heeft ertoe geleid dat maatschappelijke onvrede over de multiculturele samenleving lange tijd zo weinig weerklank vond in de politiek, een enkele uitzondering daargelaten.
De fout die Berentsen maakt is dat hij 11 september als oorzaak ziet van de opkomst van Fortuyn en later Wilders. Natuurlijk heeft dat er wel aan bijgedragen, maar het is toch veeleer dat wat Berentsen de 'cultuur van de klamme deken' noemt, waardoor de grote middenpartijen hun achterban van zich hebben vervreemd. Fortuyn zag dit en bekritiseerde dit al sinds lange tijd - lees bijvoorbeeld zijn 'De Verweesde Samenleving' uit 1995 - en Wilders heeft dit stokje heel slim overgenomen, met het verschil dat het bij hem slechts om overnemen gaat terwijl het bij Fortuyn om origineel denkwerk ging.
Het zijn dan ook niet zozeer de aanslagen van 11 september 2001 zelf geweest die de spreekwoordelijk emmer deden overlopen, maar veeleer de reactie van de politieke elite daarop. De in die kringen zolang bon ton gebleven weg-met-ons-mentaliteit heeft veel meer kapot gemaakt dan velen zich zelfs nu nog (willen) realiseren.