120 doden bij aanslagen Parijs

Vrijdagavond zijn op verschillende plekken in Parijs aanslagen gepleegd. Er zouden op tenminste vijf locaties explosies en vuurgevechten zijn geweest. Er zouden acht terroristen zijn geweest, waarvan zeven zich hebben opgeblazen. Hierbij zijn in ieder geval 120 mensen omgekomen en raakten zo'n 200 mensen gewond, waarvan 80 zwaargewond. Dat meldt het Franse ministerie van Justitie.

President Hollande heeft de noodtoestand uitgeroepen. Hij was op het moment van de aanslagen aanwezig bij een oefenwedstrijd voetbal tussen Frankrijk en Duitsland, dat gespeeld werd in het Parijse stadion Stade de France. Er zouden zich in de buurt van dit stadion drie mannen hebben opgeblazen bij een brasserie, waarbij tientallen mensen om het leven zijn gekomen. Deze explosies waren tot in het stadion te horen, wat om veiligheidsredenen werd afgesloten.

De meeste slachtoffers zouden zijn gevallen bij theater Bataclan, waar op dat moment een rockconcert aan de gang was. Vier mannen met bomgordels gijzelden de bezoekers van dit concert. Uiteindelijk bestormde een anti-terreureenheid het gebouw, waarbij alle terroristen werden gedood. Voordat zij omkwamen hebben zij echter tientallen bezoekers neergeschoten met automatische wapens.

Ook bij twee restaurants in Parijs werd een bloedbad aangericht: daar werd het vuur geopend op mensen die op terrassen zaten. Ook hierbij zijn tientallen doden gevallen. De aanvallers zouden vanuit het niets zijn gekomen en meer dan 100 keer hebben geschoten, volgens een getuige die de aanval overleefde.

Hollande heeft alle inwoners van Parijs opgeroepen binnen te blijven. Het zou niet zeker zijn dat alle betrokken terroristen gedood of opgepakt zijn.

Aan het eind van de maand zal in Parijs een klimaattop gehouden worden. Frankrijk had in aanloop naar deze top juist de veiligheidsmaatregelen in het gehele land verscherpt, onder meer door weer geregeld grenscontroles uit te voeren.