De Russische cyberratten zijn terug en ze hebben het gemunt op Nederland. Maandag werden de websites van een hele rits provincies en gemeenten – Groningen, Noord-Holland, Zeeland, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant, Apeldoorn, Breda, Nijmegen en Tilburg – platgelegd door een keiharde DDoS-aanval. En wie claimt deze digitale middelvinger? De pro-Russische hackersgroep NoName, die als een stelletje digitale vandalen tekeergaat. Op X brallen ze: “Het is weer tijd om Nederland te bezoeken,” met een sneer naar de 6 miljard euro aan militaire steun voor Oekraïne dit jaar en nog eens 3,5 miljard in 2026. Alsof Nederland zich laat chanteren door deze keyboardkrijgers. Even voor de duidelijkheid: bij een DDoS-aanval wordt een server zo overspoeld met nepverkeer dat hij het begeeft. Stel je een snelweg voor die ineens verstopt raakt met miljoenen nepauto’s – alles staat stil. De
hackers gebruiken netwerken van gehackte apparaten, van je slimme koelkast tot je buren hun webcam, om websites te bestoken.
Het resultaat? Burgers kunnen geen subsidies aanvragen, geen afspraken maken, niks. En het ergste? Deze aanvallen zijn kinderlijk eenvoudig uit te voeren. Voor een paar euro huur je al een botnet op het dark web. NoName doet dit niet voor de lol, maar als wraak. Nederland steunt Oekraïne, dus wij krijgen de digitale klappen.
Dit is niet de eerste keer dat NoName ons treitert. Vorig jaar maart legden ze al een stel provinciale websites op hun bek, en ook havens, banken en zelfs ziekenhuizen kregen ervan langs. De groep, die sinds de Russische inval in Oekraïne in 2022 actief is, richt zijn pijlen op NAVO-landen en iedereen die
Rusland dwarszit. Hun boodschap is duidelijk: stop met het steunen van Oekraïne, of we blijven je websites slopen. En wat doet Nederland? We hebben zogeheten ‘DDoS-wasstraten’, maar die waren maandag niet opgewassen tegen de stortvloed aan verkeer. Noord-Brabant, Groningen en anderen zaten urenlang zonder werkende sites. Inwoners stonden met lege handen, en de provincies konden alleen maar toekijken.
Het is om je kapot te ergeren. Terwijl onze belastingcenten naar Oekraïne gaan om Poetin een hak te zetten, laat onze eigen digitale defensie steken vallen. VVD-Europarlementariër
Bart Groothuis, oud-cyberbaas bij Defensie, zei het vorig jaar al: “Anno 2024 moet je dit soort aanvallen gewoon kunnen pareren.” Hij heeft gelijk. Het is gênant dat een stel Russische scriptkiddies onze overheden zo makkelijk op de knieën krijgt. En wat doet Den Haag? Debatteren over de NIS2-richtlijn, die bedrijven en overheden moet dwingen hun beveiliging op orde te krijgen. Maar ondertussen liggen onze websites plat en lacht NoName ons uit op Telegram.
Dit is een wake-upcall. We kunnen niet blijven lummelen terwijl Russische hackers onze digitale infrastructuur als een boksbal gebruiken. Het wordt tijd voor keiharde investeringen in cyberdefensie, betere monitoring en een lik-op-stuk-beleid. Want laten we eerlijk zijn: als we Poetin op het slagveld willen verslaan, moeten we eerst onze eigen achtertuin beveiligen. Tot die tijd blijven deze cyberratten ons treiteren, en dat is een schande voor een land dat zichzelf serieus neemt.