De Eusebiuskerk in Arnhem is na tien jaar bijna uit de steigers. Het gebouw wordt opgeleverd met een kunstwerk bestaande uit covid-virussen, koddige beerdiertjes en spermacellen op de luchtbogen. De kunstenaar geeft er uitleg bij: “Meneer pastoor bemoeide zich ermee hoeveel kindertjes je moest maken. Ik vind het dus niet raar om een spermacel op een kerk te laten zien.” Het kunstwerk zou een eigen interpretatie verbeelden van de Ark van Noah, maar nu een wetenschappelijke versie.
In de video wordt gesuggereerd dat de spermacellen in de loop van het project van de gewelven zullen afdruipen. Qua cultuurbeleid heeft deze keuze voor de Eusebiuskerk verdacht veel weg van christenen pesten. De ontdekkingen van het microscopische leven relativeren het culturele belang van het christelijk erfgoed, dat zich lang tegen de evolutieleer bleef verzetten.
Deze gang van zaken roept vragen op. Welke doelstelling zou de gemeente Arnhem met kunst- en cultuurbeleid moeten nastreven? Waarom is het toch altijd het christelijk erfgoed dat in een ironisch daglicht wordt gesteld? Had de gemeente Arnhem bij de renovatie van de Eusebiuskerk niet beter de thematiek van de wederopbouw kunnen aangrijpen? De kerk, die in de Tweede Wereldoorlog grotendeels werd verwoest, is immers een symbool van de restauratie van Nederland.
Als het erop aankomt wordt de ziel van een land niet bijeengehouden door de repressieve instituties– politie, leger en douane – maar door de gedeelde gewoontes, geschiedenis en cultuur die onderliggend zijn aan de wetten van een natie. Zodoende is investeren in cultuur dus niet minder noodzakelijk om een land in leven te houden, dan een leger.
Staatsburgerschap vergt een Leitkultur. We kunnen Nederland kenschetsen als een inclusief land met ‘stammen’ die in tolerantie naast elkaar wonen. De vraag is echter wat voorkomt dat die stammen elkaar aanvallen, wat die tolerantie in beginsel waarborgt. Het vredige samenleven geschiedt immers binnen specifieke cultureel bepaalde voorwaarden met een welbepaalde geschiedenis: die dragende conditie is de Leitkultur. Want zonder leidend cultuurgoed valt men terug op natuur en dus op stammenstrijd. Een Leitkultur biedt een overkoepelend cultureel programma om een rechtstaat en samenleving bijeen te houden en verbrokkeling te voorkomen.
Zo komen we op de rol van de architectuur en het christelijk erfgoed. Nog steeds kunnen wij allen met verbazing kijken naar het talent, het harde werk, de intelligentie, vakmanschap, samenwerking en vrijgevigheid die aan de bouw van onze kerken en kathedralen ten grondslag lagen. Tussen de elfde en de dertiende eeuw werd bijvoorbeeld in Frankrijk alleen al, méér steen ontgonnen dan in het hele Oude Egypte. Bovendien waren deze kerken het werk van de hele gemeenschap over generaties heen: de sociale samenhang werd gedragen door de architectuur en door alle economische bedrijvigheid die de bouwplaats aantrok. ‘Eerbied voor arbeid en aanzien voor kennis’ – zo luidt het motto van christelijke kloosterordes. Zij legden de grondslag van onze arbeidscultuur, de bron van het wereldwijde succes van het Westen en de moderniteit.
Kerken en kathedralen belichaamden de burgertrots en droegen de identiteit van de stad. De gemeente Arnhem zal er een bedoeling mee hebben, maar de belastingbetaler kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de coronadeeltjes en spermacellen zijn gekozen voor de shock value, om te provoceren, terwijl een kerk nu juist iets wil uitdrukken met eeuwigheidswaarde. Onze culturele wortels liggen voor een belangrijk deel in de Middeleeuwen, een tijd die ten teken stond van gestadigheid en onverzettelijkheid: God is licht, dacht de middeleeuwse theoloog, en diens architect veruitwendigde dit in steen.
Arnhem mag trots zijn op de Eusebiuskerk als knooppunt van geschiedenissen. De bouw begon in de laatste jaren van de Middeleeuwen, veertig jaar voordat Amerika werd ontdekt. De architectuur nam de burgers mee van oud naar nieuw, terwijl veel huidige architectuur daarentegen juist een overwinning op het eigene uitdrukt. Veel nieuwe gebouwen komen tot stand zónder verwijzing naar het verleden, zijn niet bezield en ontberen identiteit. We dwalen er als vreemdelingen tussen, thuisloos en ontworteld, zoals we wandelen door de prehistorische grotten van Lascaux, zonder enig idee waar al die gebouwen over gaan.
Dat het afwijzen van deze kunstontwikkelingen ‘ondemocratisch’ zou zijn, is niet anders dan postmoderne propaganda. De beeldhouwers in het antieke Athene, bakermat van de democratie, streefden doelbewust naar verheffing en elegantie. En het toekennen van al die kunstsubsidies is grotendeels een kwestie van bevriende cultuurhuizen die elkaar de bal toespelen. Met democratie heeft dat weinig van doen – obscure kunstcommissies worden benoemd via vriendjesnetwerken.
FVD Arnhem stelt vast dat wie beweert dat ‘de politiek geen inhoudelijk oordeel mag vellen over schoonheid’, via zijn ‘neutraliteit’ de kant kiest van het heersende discours en de heersende subsidiebelangen. De burger betaalt via subsidies verplicht mee aan postmoderne kunst, waarbij de onderliggende kunstfilosofie niet verheffend maar juist bewust vervreemdend is.
Nu is het in dit geval zo dat het beerdiertje iets figuratiefs is – gelet op de huidige staat van de kunsten is dat al heel wat. Toegegeven, het kan veel erger, maar het is het allemaal nét niet. Wat suggereert de kunstenaar? Het christendom is uitgeput en moet opnieuw bevrucht worden met goddelijk sperma? Met atomen erbij, omdat de wetenschap het nieuwe geloof symboliseert? Wat je er qua smaak ook van mocht vinden: het uitgebeelde thema is seculier en het is discutabel hoe toepasselijk het is op de kerk.
We kunnen de vraag stellen of de gemeente Arnhem vergelijkbare plannen overweegt voor de bouw van de aangekondigde megamoskee. Vermoedelijk is het stellen van de vraag hetzelfde als hem beantwoorden. De symboliek die op de monumenten van het christelijk erfgoed wordt gespijkerd is pantheïstisch, terwijl het gebedshuis van de islam particulier blijft. Europeanen moeten universalistisch zijn maar de islam mag tribaal blijven.
De Eusbiuskerk heeft ons nog steeds veel te zeggen over de waarde van arbeid: van vakmanschap en hard, eerlijk, vrij werk. Hij spreekt tot ons over klassieke schoonheid, laatmiddeleeuwse esthetische idealen, modern vernuft en christelijk humanisme. De positieve scheppingskracht van de generatie die Nederland na de Tweede Wereldoorlog opnieuw opbouwen, is in de cultuurwereld van vandaag vervangen door lolligheid en ironie. Zijn spermacellen en coronadeeltjes nu echt het hoogst haalbare qua hoe wij onszelf begrijpen via onze monumenten? Kijkend naar de Eusebiuskerk hoop ik dat wij opnieuw de inspiratie zullen vinden om iets achter te laten dat de tand des tijds zal overwinnen, en dat de toekomstige generaties trots, houvast, sociale samenhang en identiteit verschaft.
U kunt Sid Lukkassen volgen via Telegram, zijn nieuwsbrief en steunen via BackMe.