De Amerikaanse president Joe Biden is een half jaar in functie en een belangrijke toetssteen voor zijn beleid vormt zijn opstelling tot China. Tot veler verbazing zet hij het confronterende beleid van zijn voorganger Trump voort met alle importbeperkingen en polariserende teksten van dien. Sterker nog: hij lijkt er niet voor terug te schrikken de VS in economisch opzicht los te koppelen van China. Als de VS dat inderdaad zou doen, dan ligt de weg open voor andere landen die plaats - voorzover mogelijk - in te nemen. Dat is in de eerste plaats Groot-Britannië. Boris Johnson wil na Brexit zoveel mogelijk compensatie zoeken door de Atlantisch link te versterken en toenadering te zoeken tot Zuid Oost Azië, vooral China. Afgelopen juni erkende de G7 dat China een bedreiging vormt voor het Westen zowel economisch als modelmatig, democratie versus autocratie. Even later volgde de NAVO met een soortgelijk statement.
Er zijn nogal wat landen die het er moeilijk mee hebben om positie te kiezen. Duiven contra haviken. Israel twijfelt tussen steun aan de VS en voortzetting van haar
handel met de voor dit land zo belangrijke handelspartner China. President Macron van Frankrijk en inkomend bondskanselier van
Duitsland Armin Laschet tonen zich weinig enthousiast over de confronterende stijl van Joe Biden.
Vooral de Duitse autoindustrie heeft mega grote belangen in export naar China. Traditioneel is het Duitse uitgangspunt “
Wandel durch Handel”. Dat principe is tanende nu blijkt dat China industrieel erfgoed en eigendomsrechten los en vast jat (zie diefstal bij ASML recent), hoge barrieres opwerpt voor concurrenten en lokale Chinese bedrijven subsidieert. China maakt zich daarmee tot een oneerlijke speler. Er is geen ‘level playing field’. Daar komt bij dat China Oeigoeren, Tibetanen en
Hong Kong onderdrukt. Duitse bedrijven met meer dan 3000 (later 1000) werknemers moeten in 2023 kunnen bewijzen dat ze geen zaken doen via hun distributiekanalen met landen die mensenrechten aan hun laars lappen. Dat zou betekenen het einde van handel met China.
Angela Merkel is vertrekkende, maar zij heeft de deur naar China altijd wijd open gelaten. Dat lijkt dus te gaan veranderen.
Het beleid van de
EU is weinig omlijnd. Dat kan ook niet anders met landen die zich zo verschillend opstellen naar deze mega belangrijke handelspartner. Ook
Nederland heeft bij mijn weten geen strak omlijnde opstelling richting China, anders dan onze politieke opstelling contra het steeds agressievere optreden van China contra
Taiwan. Hier staan wij aan de kant van de VS. Xi Jing Ping heeft laten weten dat Taiwan Rood Chinees wordt binnen vijf tot tien jaar. Wil het Westen dit laten gebeuren? Is Biden er de man naar om een aldaar tijdig een nucleair wapen te plaatsen? Duidelijk is dat voor de komende tijd dit een zeer hot issue zal worden.
En dan natuurlijk nog de vraag of Corona inderdaad het ‘China virus’ is… Hoe zal de rivaliteit tussen China en de VS verlopen? Dat de de VS de tweede viool gaat spelen en Europa de derde lijkt waarschijnlijk.
Xi Jing Ping trekt zich weinig aan van de klachten van het Westen aan. Hij heeft de blijk op de komende twintig jaar gericht en de onvermijdelijk dominante positie die China volgens hem zal innemen. In China staan de neuzen, al dan niet gedwongen, in dezelfde richting, volle kracht vooruit.
In het Westen staan de neuzen op tweespalt. Wat is hier wijsheid voor ons?
In politiek opzicht ben ik een havik: China blijf af van Taiwan. Wij moeten dit land eindelijk erkennen. In economisch opzicht zou ik beperkt liberale opstelling voorstaan. Weiger handel met bedrijven uit Wuhan, weiger handel met bedrijven die onder de marktprijs aanbieden (zie kwestie rond Keolis bussen in Oost Nederland) en wees voorzichtig Chinezen toegang te geven tot industrieel eigendom en gedachtengoed. Maar wees bereid af te grendelen zodra China zich oneerlijk opstelt, dus schenk hen pas vertrouwen als ze het verdienen.
Maar houdt de economische lijnen met China open ten gunste van wederzijdse afhankelijkheid. Dat zou de kans op een ernstig conflict kunnen beperken.