Vandaag hield Ursula von der Leyen haar eerste 'Staat van de Unie' - vergelijkbaar met de Amerikaanse State of the Union. De prioriteiten voor de komende twaalf maanden werden bekend, en in feite werd er een heel toekomstplan gepresenteerd: forse investeringen in zowel zorg, klimaat als nationale economieën. Maar wie gaat er allemaal betalen voor deze plannen? Een ding werd al snel duidelijk: onder Von der Leyen en consorten gaat de
EU nog groter, en nog meer macht opeisen. De EU moet wat haar betreft meer grip gaan krijgen op de
gezondheidszorg. Tijdens de coronacrisis viel het vooral op hoe 'machteloos' de EU was, dit wil ze in de toekomst anders zien.
Komend jaar wil de Europese Commissie dan ook vooral investeren in milieutechnieken, dit om toekomstige pandemieën een stapje voor te blijven, maar ook om natuurrampen en de klimaatverandering tegen te gaan.
"Dit jaar is duidelijk geworden dat onze planeet kwetsbaar is. Gletsjers smelten, bossen branden en de covid-pandemie raast over de planeet." Volgens Von der Leyen is dat echter geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten. "We hebben een plan, we hebben een visie."
Over klimaat was Von der Leyen vrij duidelijk: de komende tien jaar moet de CO2 uitstoot met ten minste 55% dalen. Een pittige opdracht, en de vraag of Oost-Europese landen op korte termijn deze heftige veranderingen kunnen realiseren is nogal discutabel.
Dankzij Timmermans wisten we al dat de EU vol gaat inzetten op de klimaat, maar naast klimaat wil de EU nu ook de gezondheidszorg omvormen naar haar idealen.
De EU krijgt nieuw agentschap voor biomedisch onderzoek, en zal strategische voorraden van medische spullen aanleggen. Dit om toch beter voorbereid te zijn in de toekomst.