Staatssecretaris
Maarten van Ooijen (VWS) wil dat de bijdrage voor huishoudelijke hulp weer
inkomensafhankelijk wordt. Maar het wetsvoorstel valt niet in goede aarde bij
het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). In 2019 is de
inkomensafhankelijke toets voor Wmo-voorzieningen verdwenen, en komt elke
hulpbehoevende nu in aanmerking voor huishoudelijke hulp tegen een kleine
maandelijkse bijdrage (20,60 euro in 2024). Sindsdien
is het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp enorm gestegen, waardoor er
lange wachttijden ontstaan en er wordt gesneden in het aantal uren en taken die
vallen onder ‘huishoudelijke ondersteuning’. Hierdoor krijgen met name mensen
met een lager inkomen A. minder hulp en B. moeten ze langer wachten. Daar komt
nog bij dat mensen met een lager inkomen over het algemeen vaker te maken
krijgen met fysieke en mentale klachten. Vereenzaming ligt ook op de loer,
zeker wanneer een partner wegvalt uit iemands leven.
Maar
hé, gelukkig krijgen miljonairs met een grote villa nu ook de ‘spotgoedkope’
hulp vanuit de WMO. Zorgmedewerkers die 4 uur lang een veel te grote villa
moeten schoonmaken voor een hongerloontje, terwijl mevrouw Jansen in haar
portiekflatje maanden moet wachten voordat er überhaupt iemand beschikbaar is
om te komen, laat staan dat er ook tijd is om enigszins degelijk werk te kunnen
verrichten.
(Artikel gaat verder onder deze oproep) Bij DDS zijn we KLAAR met dit soort spelletjes. Wij willen ECHTE oplossingen en ons land REDDEN. Denk jij daar net zo over? STEUN ONS DAN! Doneer aan DDS via BackMe en help ons een vuist te maken tegen de kartelianen die de wil van de Nederlanders bewust negeren. Doordat
mensen uit midden- en hogere inkomens nu veel meer gebruikmaken van deze
regeling, zorgt dat ervoor dat de kosten 110 miljoen euro hoger liggen dan
waarvan bij de invoering werd uitgegaan. De kosten zijn voor gemeenten, want
die regelen en betalen de hulp. Van Ooijen wil dat het inkomen vanaf 2026 weer
meetelt bij de voorzieningen die onder de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo) vallen om de kosten te drukken. Dat is al afgesproken in het
regeerakkoord.
Volgens
het Adviescollege is het voorstel van de bewindsman echter "onnodig
complex" en het doel ervan "onvoldoende duidelijk". Er zijn
andere oplossingen mogelijk volgens het college, zoals het invoeren van een
inkomensdrempel. Waar dit Adviescollege even aan voorbijgaat, is echter het
feit dat deze
zorg altijd al inkomensafhankelijk is geweest, waardoor de
werkdruk een stuk lager lag en er meer tijd is voor de klant/patiënt die hulp
nodig heeft. Tuurlijk, het huidige (demissionaire) kabinet maakt er op allerlei
fronten een gigantische puinhoop van, maar dit kleine lichtpuntje moeten we Van
Ooijen toch voor prijzen. Het is te hopen dat het nieuwe kabinet deze plannen
niet zal terugdraaien.