In een wereld waar de grenzen van ethiek en moraal voortdurend worden verlegd, blijft de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) een baken van principiële standvastigheid. De recente ondertekening van de internationale verklaring tegen draagmoederschap door SGP-politici Bert-Jan Ruissen en Diederik van Dijk in Rome is een duidelijk signaal van hun onwrikbare commitment aan traditionele familiewaarden en de bescherming van kwetsbaren in onze samenleving. Draagmoederschap, een praktijk waarbij baby's letterlijk van hun biologische moeders worden gescheiden en vrouwen worden gereduceerd tot niets meer dan hun biologische functies, is een toonbeeld van de morele en ethische erosie in onze hedendaagse
cultuur. De SGP, standvastig in hun overtuiging, ziet deze praktijk als een directe aantasting van de intrinsieke waarde van zowel de moeder als het kind.
De kritiek die ongetwijfeld vanuit progressieve hoeken zal komen, gelabeld als intolerant of zelfs als christenhaat, mist het fundamentele punt dat de SGP beoogt te maken. Deze kritiek, vaak gedreven door een luidruchtige minderheid, miskent de stille meerderheid die zich zorgen maakt over de richting waarin onze samenleving zich beweegt. In het bijzonder de invloed van een krachtige lhbti-lobby die, volgens de SGP, vaak een verstikkende werking heeft op een open en eerlijke discussie over deze gevoelige onderwerpen.
De
actie van de SGP komt op een moment dat in de Nederlandse politiek een wetsvoorstel ligt om draagmoederschap 'beter te regelen'. Dit wetsvoorstel, dat de mogelijkheid opent voor het plaatsen van oproepen voor draagmoeders en het vastleggen van overeenkomsten in het bijzijn van advocaten, lijkt de praktijk van draagmoederschap verder te normaliseren. Echter, voor de SGP is deze beweging naar normalisatie een gevaarlijke ontkenning van de diepgewortelde ethische problemen die draagmoederschap met zich meebrengt.
Het standpunt van de SGP tegen draagmoederschap is meer dan een politieke stellingname; het is een verdediging van fundamentele menselijke waarden. In hun ondertekening van de Casablanca-verklaring tonen Ruissen en Van Dijk een moed die zeldzaam is in de hedendaagse politiek - de moed om op te komen voor wat zij geloven dat juist is, ongeacht de tegenstand of het onbegrip dat ze daarvoor moeten trotseren.
Deze actie van de SGP is niet alleen een logische voortzetting van hun principiële standpunten, zoals eerder gezien in de ondertekening van de Nashville-verklaring, maar ook een noodzakelijke stap in de verdediging van de waarden die de kern vormen van onze samenleving. Het verdient respect, ongeacht politieke of ideologische verschillen, omdat het een zeldzame vorm van principiële politieke moed toont in een tijdperk van toenemende morele relativering.