Het Klimaatakkoord van Parijs, aangenomen in 2015 tijdens COP21, is een wereldwijd akkoord dat landen verplicht hun broeikasgasemissies te verminderen om de opwarming van de aarde ruim onder de 2 graden Celsius te houden, bij voorkeur tot 1,5 graden. Dit akkoord vormt de basis voor veel nationale en regionale klimaatmaatregelen, waaronder de EU Green Deal. Dit doel wil men behalen door middel van CO2 reductie met als uiteindelijk doel net zero. Net zero houdt in dat de uitstoot van broeikasgassen wordt teruggebracht tot nul door drastische CO2-reductie en compensatie via hernieuwbare energie en technologieën zoals CO2-opslag.
Het klinkt allemaal prachtig, maar in de praktijk is het een onrealistisch streven dat vooral de middenklasse, de boeren, en MKB-bedrijven raakt. Nederland streeft naar een 55% reductie in 2030, een doel dat ver boven de vereisten van veel niet-EU-landen ligt en klimaatneutraliteit in 2050. Opgelegd vanuit Brussel zonder democratische inspraak van de burger. Al zouden we in Nederland een daadwerkelijk rechtse regering zouden hebben dat af wil van de klimaatgekte, dan alsnog kan Nederland daar feitelijk niets tegen doen.
In mijn rol als commissielid namens Forum voor Democratie binnen de Provinciale Staten van Flevoland heb ik regelmatig gevraagd aan de ambtenaren die betrokken zijn bij het beleid omtrent klimaatverandering en net zero, of zij enig idee hebben van de gevolgen van het voorgenomen beleid. Niemand heeft er ooit een antwoord op kunnen geven. Ze weten niet wat het kost, noch wat er oplevert, maar ze gaan het toch doen en de Nederlandse belastingbetaler draait er voor op.
Nederland heeft zich met Mark Rutte aan het roer als klimaatkoploper op de kaart gezet. De vraag is echter of deze rol bijdraagt aan een sterker vestigingsklimaat, of dat het klimaatbeleid juist bedrijven weg jaagt. De energierekening is door klimaatbeleid explosief gestegen voor zowel huishoudens als bedrijven, terwijl landen zoals China en India onverminderd hun industrie uitbreiden.
Het huidige klimaatdebat heeft zich de afgelopen jaren gepositioneerd als een wereldwijd streven naar duurzaamheid, maar de economische realiteit vertelt een ander verhaal. Terwijl het politiek establishment zich richt op onzinnige CO2-reductiedoelen, wordt er met gemak vergeten dat dit beleid ernstige economische schade veroorzaakt. Dit is vooral het geval op het gebied van ons vestigingsklimaat en onze concurrentiekracht.
De bewering dat klimaatverandering de grootste bedreiging vormt voor de mensheid is niet alleen overdreven, het is een politiek gemanipuleerde hype die de samenleving op een pad van economische zelfdestructie leidt. Een ieder die belang hecht aan economische gezondheid, nationale soevereiniteit en het behoud van het vestigingsklimaat, moet vaststellen dat het klimaatbeleid een vals narratief is en de samenleving onherstelbare schade toebrengt.
Het is goed dat er internationale organisaties zijn, zoals de http://CO2coalition.org, die erop gericht zijn om wel de juiste informatie over klimaatverandering te delen. Een interessant gegeven is dat alhoewel CO2 wordt gezien als boosdoener wat betreft de opwarming van de aarde, H2O in de vorm van wolken een veel grotere impact heeft op de gemiddelde temperatuur op aarde. CO2 is tevens een stof die noodzakelijk is voor de natuur. (Bron)
Ook 2022 nobelprijswinnaar voor natuurkunde, Dr. John Clauser, heeft zich kritisch uitgelaten over het mondiale klimaatbeleid en de onderliggende wetenschap. Clauser betoogt dat het klimaat voornamelijk wordt gereguleerd door wat hij noemt de “cloud cover thermostat”, een zelfregulerend proces waarbij meer wolken de aarde bedekken wanneer de temperatuur te hoog is, en omgekeerd. Hij heeft ook tegengesproken dat klimaatverandering leidt tot een toename van extreem weer. Zijn uitspraken hebben uiteraard binnen de wetenschappelijke gemeenschap geleid tot controverse. Hij mag inmiddels nauwelijks lezingen meer geven en is dus volledig gecanceld om zijn afwijkende mening. Dit laat wederom zien waarom een vrij debat zo belangrijk is en dat censuur zo ongelooflijk schadelijk is.
Een van de meest zorgwekkende aspecten van het klimaatbeleid is de impact die het heeft op het vestigingsklimaat in Nederland en Europa. Wanneer belastingtarieven voor energieproductie de pan uit rijzen en bedrijven worden ontmoedigd om te investeren in traditionele industrieen, zoals de olie- gas en staalindustrie, die bijdragen aan economische groei, wordt het vestigingsklimaat ongetwijfeld verzwakt. We zien al dat bedrijven die zich normaal gesproken binnen de EU zouden vestigen nu uitwijken naar landen met lagere belastingtarieven en met minder strikte milieuregels. De de-industrialisatie van Europa is een rechtsstreeks gevolg van de onrealistische klimaatdoelen die zijn opgelegd, met bedrijven die steeds meer geneigd zijn hun productie naar landen te verplaatsen die minder gebonden zijn aan de klimaatgekte van het westen.
Een relevant en actueel voorbeeld is Tata Steel. Tata Steel is een van de grootste staalproducenten ter wereld met een belangrijke fabriek in IJmuiden. De ontwikkelingen rondom Tata Steel zijn sterk verbonden met de brede discussie over duurzaamheid, milieu en de rol van de staalindustrie in de Nederlandse economie.
De focus van de Europese Unie, Nederland en andere westerse landen ligt momenteel op het realiseren van net-zero uitstoot in de komende decenia, wat in feite betekent dat we ons economisch fundament ondermijnen door onrealistische en kostbare maatregelen. Het klimaatbeleid wordt gepresenteerd als een universele oplossing voor de wereldproblemen, maar dit beleid heeft een prijs die de economische belangen van Nederland schaadt.
De paradox van dit beleid is dat klimaatdoelen worden nagestreeft ten koste van de productieve kracht van een natie. Wat wordt gepresenteerd als een noodzakelijke verschuiving naar een duurzame wereld, is in feite een belasting op de economie die alleen maar ten gunste komt van een kleine ideologische elite.
In plaats van effectief in te spelen op de werkelijke economische uitdagingen van dit moment, worden bedrijven gedwongen om op zoek te gaan naar onbetaalbare en onrealistische oplossingen voor een niet bestaand probleem. Dit alles onder het mom van duurzaamheid, terwijl de werkelijke gevolgen van dergelijke beleidsmaatregelen enkel leiden tot verhoogde belastingen, hogere energieprijzen en verlies van industriele concurrentiekracht.
Het Europese emissiehandelsysteem (ETS) is het belangrijkste instrument in Europa voor het reduceren van CO2-uitstoot. Het systeem werkt op basis van de handel in emissierechten, waarbij de Europese Commissie een bepaald aantal rechten uitgeeft voor CO2-uitstoot en bedrijven deze rechten kunnen kopen en verkopen. Het idee is vrij eenvoudig, door de totale hoeveelheid CO2-rechten te beperken, zou de prijs omhoog moeten gaan, waardoor bedrijven gedwongen worden om minder CO2 uit te stoten.
Wat is gebleken, is dat in de optiek van de Europese Commissie de CO2-prijs te laag is gebleven om daadwerkelijk substantiele gedragsverandering te bewerkstelligen. Dit heeft te maken met een overschot aan emissierechten die in de markt circuleerden, wat de prijs drukt. In plaats van de prijs van CO2 te verhogen, wat zou leiden tot hogere kosten voor zogenaamd ‘vervuilende bedrijven’, blijft de prijs relatief laag.
De mensen die dit bedenken geloven in een bepaalde maakbaarheid van de samenleving en hebben nooit gedacht dat bedrijven als gevolg van deze maatregelen zouden vertrekken naar landen zoals China en India, wat ertoe leidt dat er minder CO2 wordt uitgestoten met als gevolg een overschot aan emissierechten.
Dus wat is de reactie van deze heldere geesten; we moeten de CO2-prijs gewoon duurder maken. Leidt dat niet juist tot een versnelling van het aantal bedrijven dat vertrekt naar China of India? Om de CO2-prijs te verhogen willen zij veel verder gaan dan de directe economische impact van de uitstoot zelf. Ook willen zij klimaatverandering, het smelten van de ijskappen, het verlies aan biodiversiteit en de verslechtering van ecosystemen meewegen met het bepalen van de prijs. Dit is uiteraard volledig arbitrair, want immers, hoe koppel je een prijs aan smeltende ijskappen?
Je zou bijna denken dat het afstoten van de industrie binnen de EU het doel op zich is.
Dus aan de ene kant willen ze minder CO2-uitstoot, dat krijgen ze, maar doordat bedrijven vertrekken uit de EU, dus willen ze vervolgens de bedrijven die nog wel blijven binnen de EU, een nog hogere CO2-prijs laten betalen. Vergeet niet, deze kosten worden uiteindelijk betaald door de consument. Dit laat weer een hypocrisie zien van links, waarbij zij aan de ene kant op te willen komen voor de burgers die het niet breed hebben, maar onzinnige maatregelen bedenken die producten duurder maken die juist die groep hard raken.
Poll
Het klimaatdebat heeft zich gepositioneerd als een strijd tegen de klimaatcrisis, maar in werkelijkheid is het huidig beleid een verwoestende kracht tegen de economische kracht van landen zoals Nederland. De CO2-prijs, de onrealistische doelstellingen en de ideologische druk die het beleid aanstuurt, zorgen voor de verstoring van de markt en een verzwakking van de industriele basis. De enige oplossing om dit tegen te gaan, is het herstellen van een gezond economisch fundament waarbij nationale belangen en economische groei centraal staan, en waarbij klimaatbeleid niet ten koste gaat van de welvaart van de samenleving.
Hans Hodde is actief voor FVD in de Provinciale Staten van Flevoland. Hij komt uit een ondernemersfamilie en heeft van dichtbij gezien wat de destructieve coronamaatregelen hebben aangericht. Hans zet zich in voor het MKB en het voortbestaan van boeren bedrijven en vissers.