De leiders van de vier partijen die elkaar nu aan het besnuffelen zijn om te zien of daar een regeringscoalitie inzit, staan voor een unieke opdracht. Zij moeten gaan praten over “de rechtsstaat”. De uitdaging is dat geen van hen een specifieke expertise heeft over het onderwerp waarop het gesprek gericht is.
Bovendien is alles wat zij lezen over het onderwerp in de mainstream kranten (AD, NRC, VK, Het Parool) gericht op het mislukken van hun gesprekken. Alle talkshows van Op1 zullen ons avond na avond deskundigen voorschotelen die maar één boodschap hebben: het partijprogramma van
PVV, de opvattingen van
Geert Wilders, het is allemaal 1 op 1 in strijd met, jawel,
de “rechtsstaat”!Het verbieden van de Koran, zeg nou zelf, is toch in strijd met de “rechtsstaat?”.
Het verbieden van het bijzonder onderwijs op islamitische grondslag, toch in strijd met de “rechtsstaat”?
Op1, de mainstreamkranten, allemaal gaan ze Pieter, Dilan en Caroline aanraden niets, maar dan ook niets te lezen over de feiten die Geert ertoe brengen te denken, zoals hij denkt. Bijvoorbeeld de feiten die beschreven worden in Hamid Zanaz in L’Europe face à l’invasion islamique (2018). Of bij Mohamed Sifaoui in Taqiyya! Comment les Frères musulmans veulent infiltrer la France (2019). Of bij Waleed Al-Husseini in Une trahison française: les collaborationnistes de l’islam dévoilés (2017). Of bij Wilders zelf in Marked for Death: Islam’s War Against the West and Me (2012).
(Artikel gaat verder onder de boekcover)
Voor het welslagen van de missie, het in strijd verklaren met “de rechtsstaat” van de PVV dus, is het absoluut noodzakelijk dat geen enkele of zo min mogelijk kennis mag worden opgebouwd over het onderwerp van 1. De rechtsstaat, 2. De ideologische vormgeving aan de islam en de gevolgen die dat heeft voor de rechtsstaat.
De redacties van Op1 en de redacties van de systeemkranten, behoeven niet eens “samen te zweren” (complottheorie) om dit als hun gemeenschappelijke opdracht te onderkennen. Het spreekt voor zich. Het zit in hun DNA.
Pieter, Dilan en Caroline staan dus voor de zware opdracht hun eigen bronnen te gaan zoeken. Buiten de mainstream informatievoorziening om. Zij moeten zelf op onderzoek uit. Maar “zoekt, en gij zult vinden” (Mattheüs 7:7-11).
Paul Cliteur is de schrijver van Moreel Esperanto: naar een autonome ethiek (2007):