Onze koning gaat zijn excuses aanbieden voor de rol van het koningshuis tijdens de slavernij. Dat is rijkelijk laat voor iets wat eeuwen geleden gebeurd is. Bovendien kan hij geen excuses aanbieden want geen der slaven leeft nog en bloedschuld bestaat niet. Hij kan hooguit betreuren wat er toen gebeurd is. Twee antropologen zaten op donderdag 15 juni bij Marielle Tweebeeke van Nieuwsuur. Tweebeeke hoorde gewillig hun eenzijdige verhaal over ons slavernijverleden aan en bevestigde het. Ik ben geen specialist op dit vakgebied maar heb er wel voldoende over gelezen dat ik begrijp dat ook hier activisme wordt bedreven. Je kunt het zo ingewikkeld maken als je wilt maar een aantal kaders dien je aan te houden. Ik geef ze hierna weer; in mijn komend boek Kafkaistan veel meer hierover.
1. Slavernij is van alle tijden, het is duizenden jaren oud; 2. Slavernij is vrijwel de gehele periode een regionale activiteit geweest. De reden is dat slechts de laatste honderden jaren er boten waren die de wereldzeeën bevoeren en voldoende groot waren om veel slaven te bevatten. Westerse slavernij duurde ‘slechts’ ruim 300 jaar en stopte formeel door de Britten en op 1 juli 1863 door Nederland. Elders ging de slavernij door maar de Britten gingen dit gewapenderhand tegen; in Afrika ging slavernij van zwart tegen zwart door zelfs tot 1922; 3. De slavernij was regionaal: blank maakte blank tot slaaf in de Balkan. Aziaten maakten Aziaten tot slaaf. Zwart maakte blank tot slaaf in Noord-Afrika tegen Zuid-Europanen en zwart maakte zwart tot slaaf in Afrika en bruin maakte zwart tot slaaf in Oost-Afrika. Blank maakten zwart tot slaaf naar de Caraïben; Krachtige Afrikaanse stammen overvielen de talrijke minder krachtige stammen en maakten de mannen gewelddadig tot slaaf voor hun eigen stam; ze terroriseerden elkaar. Arabieren waren de grootste slavendrijvers, 2 miljoen naar schatting; 4. In de periode van de Nederlandse slavernij waren het zwarten die zwarte slaven aanleverden aan blanke handelaren. Zwarten bepaalden de condities. Blanken gingen niet in land om tot slaven te maken. Zwarten voerden de slaven lokaal af en voerden ze met geweld door de woestijn naar de kust. Blanken kochten de slaven aan de kust en vertrokken zo snel mogelijk om niet ziek te worden; 5. De blanken stierven in grote getale aan boord omdat ze niet tegen de tropische ziekten konden. Ze kregen malaria. 6. De plantagehouders waren niet enkel blank maar op den duur ook zwarten. Het waren ook duizenden zwarten die in de Amerikaanse burgeroorlog met de Confederalisten meevochten. 7. Slavernij was niet uit racisme maar in ons geval uit winstbejag. Slavernij was vrijwel altijd tussen soortgenoten simpelweg omdat lang de techniek niet bestond om slaven van ver te halen en hen en masse over een oceaan te transporteren.
8. Mensen werden tot slaaf gemaakt omdat ze kwetsbaar waren. Er wordt nu gedaan alsof slavernij een blank versus zwart fenomeen is. Dat is niet correct. In feite is de slavernij van blank het minst talrijk van alle slavernij en is het juist blank die er een halt aan heeft toegeroepen. 9. De slavernij en het verhaal daaromheen is vooral het maken van een mythe waar zwarten mee kunnen leven: Slavernij was slecht en blanken zijn beesten dat ze dit deden. 10. De slavernij werd beëindigd door de opkomst van natiestaten met nationale legers die de slavernij konden bestrijden. In regio’s waar die bewaking niet kon plaatsvinden ging slavernij ‘gewoon’ door. Sub Sahara was de laatste regio waar slavernij ophield. 11. Slavernij is geen uitsluitend blanke activiteit maar vooral een gekleurde activiteit geweest.
Help DDS deze moeilijke tijden door te komen. Help ons een vuist te maken tegen de mainstream media én tegen het partijkartel. Strijd zij aan zij met ons. Doneer op BackMe en strijd zij-aan-zij met DDS tegen het de globalistische elites.
Het lijkt me wenselijk dat mensen van kleur het hele verhaal kunnen bevestigen zonder dat er één zondebok wordt aangewezen: de blanken. Het is niet alleen een distorsie van de historie maar vooral zeer onrechtvaardig.
Frits Bosch is econoom en socioloog. Hij is tevens auteur van “Risico als obsessie”, “Dat is het risico”, “Wereld op een keerpunt” “Onbehagen bij de elite”, “Schaft ook Nederland zich af?” en “Feminisme op de werkvloer”.