dina perla
Dina-Perla Portnaar is columnist bij DDS.

-Dina-Perla Portnaar- Ladder van verlangen

Opinie16 apr , 18:30
Recentelijk liep ik met mijn hond Pommie door het Vondelpark toen ik plotseling mijn vader in de lentezon en middagrust op een bankje zag zitten. Mijmerend keek hij voor zich uit. Zijn spieren waren nog aangespannen van zijn training. Hij komt uit 1947, maar is nog altijd een man van discipline en kracht. Het was een mooi plaatje waar ik naar keek. Het ritme van de stad werd erdoor onderbroken. Hij leek wel even uit de tijd te zijn gestapt.
Ik ging met Pom voor hem staan en haalde hem terug. Hij bekeek ons alsof hij tevreden was over deze verrassing. Hoewel verrassing? “Normaal gesproken, ga ik hier nooit zitten na het trainen en loop ik gelijk naar huis. Vandaag voelde ik dat ik hier moest stoppen.” Alsof hij ons opgewacht had. Hij stond op en gebaarde me om samen het rondje Vondelpark af te maken.

Meester en leerlinge

Terwijl we liepen, sprak ik over mijn keuze om me te focussen op filosofische romans. Over wat dat concreet voor me betekent. Ik vertelde hem dat er veel gaat veranderen in mijn leven om mijn levenskwaliteit te verhogen en beter te focussen. (Schrijf ik nu met zware griep.) Het is misschien al een tijd een beetje teveel. Ik deelde dat ‘een bepaalde deur’ sluiten me zwaar viel, maar dat ik sindsdien pas kon denken aan de volgende stappen. Hij luisterde en begreep. Dat stuk duurde slechts een paar minuten.
Zoals altijd begon hij me iets bij te brengen en was ik degene die luisterde. Zijn love language met mij heeft altijd bestaan uit me iets bijbrengen als meester. En de meest complexe materie uit zijn spreekbeurten die ik steeds weer heb gevolgd als zijn leerlinge. Deze ontmoeting in het Vondelpark was een voortzetting van ons ritueel. Ik glimlachte, knikte en ontving wat hij me wilde vertellen.

Meer dan een middeleeuws epos

Zoals vaker in ons ritueel verschoof zijn leer naar zijn zoektocht naar God. En dit keer naar Dante. Mijn vader sprak over La Divina Commedia alsof hij er gisteren nog tijdens het lezen door overrompeld werd. Een werk dat hij overigens in klassiek Italiaans tot zich heeft genomen. Eén van de zeven of acht talen (ik ben de tel kwijt) waarmee hij werken bestudeerd, omdat iedere taal weer andere nuances naar voren brengt en andere gewaarwordingen in hem oproept. Dát is dus mijn vader. Nerdalert. Zijn kinderen kunnen er inmiddels ook wat van. Ik leer nu Spaans en vrees dat ik me ook aan Grieks ga begeven. Tijd. Prioriteit. De eeuwige strijd.
Het meesterwerk van Dante Alighieri is meer dan een middeleeuws epos. Het is een innerlijke reis. Een allegorie van de ziel op weg van verwarring naar verlossing. De hel (Inferno) is niet zomaar een plaats van bestraffing. Het is een spiegel. Voor wie het kent: elke cirkel toont een perverse vorm van verlangen dat zichzelf niet meer kent en daardoor destructief wordt.
Dante leert ons dat kwaad geen autonoom fenomeen is, maar een vervorming van het oorspronkelijke goed. Elk vagevuur (Purgatorio) staat voor de transformatie van dat verlangen. De heropvoeding van het hart. In het paradijs (Paradiso) ontmoeten we uiteindelijk de pure wil tot goedheid. Een verlangen dat transparant is geworden. Ook wel verlicht, afgestemd op het hogere.
Mijn vader, die ooit zelf de wereld van de Kabbala indook en jarenlang daarin doseerde, zag in Dante’s werk verwantschap. Ook de Kabbala spreekt immers over een innerlijke structuur van de mens in traptredes. Een ‘levensboom’ die via verschillende Sefirot, ook wel krachten of emanaties, de ziel tot eenheid probeert te brengen. Beide systemen, dus Dante’s trappen en de kabbalistische ladder, beschrijven het moment waarop de mens zijn diepste wens niet langer kan ontkennen. Het punt waarop het leven geen vluchtroutes meer duldt en je all in moet gaan. Dat hoeft niet perse een existentieel kantelpunt te zijn. De afgrond kan ook een poort zijn.
We spraken over hoe deze momenten vaak samenhangen met het offer van wat minder is voor wat meer kan worden. Bijvoorbeeld oppervlakkige intimiteit loslaten. Gemakzuchtig genot opgeven. Niet omdat verlangen en seksualiteit slecht is, maar omdat het zo kostbaar is dat het richting verdient. Want kun je nagaan als intimiteit je wel brengt waar je heen moet? Volgens mij is dat ons allemaal gegund.

My father’s gun

We spraken ook over sublimering: de kunst om het rauwe vuur in jezelf om te smeden tot iets scheppends. Want wat is er wezenlijker dan de toegang tot het hogere? Sorry kunstmatige intelligentie. Er zijn lagen waar je nooit, maar dan ook nooit bij zulk komen. Correctie: mag komen. Goddank, met de nadruk op God.
Ironisch genoeg, namen mijn vader en ik een foto voor het bekende Jezuskraampje tegenover het Concertgebouw. Mijn vader in zijn leren jas en stoere zonnebril op. Een soort ouderwetse held uit een Europese film noir. Alleen zijn grijze haren en gerimpelde huid verklapten dat hij geen dertiger meer is. Ik wat klassieker, glimlachend en vleiend tegen zijn wang aan, met Pommie voor de borst in de zachte zon.
Niks aan onze band en interactie is ooit standaard geweest. We zijn bovendien anders bedraad. Maar in dit speelveld blijven we elkaar tot de dag van vandaag vinden. Soms vraag ik me af hoe lang ik dat nog mag meemaken. Hoe vaak we nog samen een filosofisch zijpad zullen inslaan, dwalend langs het Amsterdamse decor. Zoals deze wandeling door Dante's hel en paradijs, gewoon door het stadspark. Als mijn vader er straks niet meer is, blijft zijn stem in me spreken. Niet uit nostalgie of enkel familiair verband, maar als belangrijke invloed op mijn leven.
Regelmatig denk ik aan Elton John’s My Father’s Gun, dat vreemde lied over erfgoed en verantwoordelijkheid. Want als mijn vader de theorie is, ben ik de praktijk. Hij heeft me menig raamwerken gegeven. Ik leef het leven erin uit. Dat is waarom ik schrijf, zoek, verander, leef. Waarom ik vanaf nu mogelijk vaker op een bankje in een park ga zitten. Hoewel het park op niet al te lange termijn, hoop ik, verwisseld zal worden door de zee.
Misschien dat een ander me dan onverwachts vindt, luisterend en iets begrijpend van mijn existentiële drang om te doen wat ik doe. Een ladder. Licht. Liefde. Een naam. Een geschiedenis, van Portnoy’s klacht met een ‘i’ aan het eind, zeg ik met een knipoog, tot de Nederlandse verbastering Portnaar. Daar zit eigenlijk alles in.
Dina-Perla Portnaar
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten