Een topper die slechte ideeën omarmt, is gevaarlijker dan duizend gekkies zonder ruggengraat. Een gewone burger – liefhebbende ouder, trouwe buur – geen extremist of psychopaat, maar tóch verantwoordelijk voor het grootst denkbare leed. Niet omdat hij slecht is, maar omdat hij foute overtuigingen heeft geslikt. Ik snijd zonder bombast door de façade van morele zekerheid heen, een illusie waar we krampachtig aan vasthouden.
Zien we niet dat ideeën machtiger zijn dan mensen? Zeker nu AI alvast voorsorteert hoe we moeten denken? Waarom worden we in ideologische kampen gedwongen, terwijl een kleurrijk palet van gedeelde, constructieve ideeën mogelijk is? De geschiedenis toont het steeds weer: niet de sadist, maar de meegaande massa voedt fascisme, communisme en het technocratische moralisme dat als een nieuwe religie onze instituties binnensluipt. Het pijnlijkste? Die massa gelooft dat ze het goed doet. De Sovjetofficier die mijn voorouders naar de Goelag stuurde uit naam van het collectief. De Nazi-ambtenaar die deportaties tekende uit plichtsbesef. De hedendaagse bureaucraat die ouders hun kinderen afpakt met algoritmes en toeslagen.
Subtiele propaganda van binnenuit
We denken dat propaganda iets is van schreeuwerige borden of vijandige regimes. Een ver-van-mijn-bedshow. Maar het is subtieler en gevaarlijker. Hoe miniemer de propaganda, hoe giftiger de besmetting. In Nederland komt die niet van buiten, maar van binnenuit. Decennia postmodernisme hebben ons verblind: niet brute indoctrinatie, maar culturele overtuigingen sturen ons. Daarom moeten we de prompts en scripts van de AI-wereld blijven tarten.
In het Westen wijzen we lachend naar Ruslands staatstelevisie, maar onze omroepen en onderwijs zijn net zo erg. Nederland is geen dictatuur, maar smoort verbindende stemmen in een landschap dat conflict vereist. Waarom eigenlijk? Moderne censuur is geen verbod, maar verwerping van eenheid en vernieuwing – en dat zien we links én rechts. We missen de moed om te zeggen: “Ik weet het niet, en dat hoeft ook niet.”
Verplichte empathie versus oprechte moraliteit
In een maatschappij vol toneelstukken zijn verbindende ideeën bedreigend. We verwarren verplichte empathie met echte moraliteit, vluchtige goeddoenerij met duurzame ethiek. Iets dat meelijwekkend voelt, móét wel goed zijn. Redelijkheid ruimt plaats voor emotionele chaos; wie het hardst huilt, wint. Strategisch slachtofferschap wordt een wapen, echte slachtoffers delven het onderspit. Kijk naar identiteitspolitiek, woke en genderactivisme: moraliteit als theater bouwt op drijfzand. De waarheid is hard, pijnlijk en ongevoelig voor tranen. Daar eindigen we toch altijd weer.
Maar zonder oprechte empathie zijn we nog verder van huis. We zijn uit balans en moeten ons evenwicht hervinden. Minder identiteitspolitiek, meer nuchterheid en ‘oranjehandelen’ – samenwerken met Hollandse flair. Kunnen we elkaar vinden in de strijd tegen illusie en zelfrechtvaardiging? Of is dit verbindende idealisme al te ver gezonken?
Helder nadenken is verzet
Ik herken het Nederland dat mij als vrijdenker kracht gaf niet meer. Een land dat me uit mijn milieu trok, maar nu verstikt in schijnzekerheid. Is er nog plek voor mijn soort? Wat doe ik hier nog? Terwijl groepsdruk en algoritmes bepalen wie we zijn, is zelfstandig denken in 2025 een revolutie. Totalitaire tanks zijn ingeruild voor de zachte tirannie van het goedbedoelende collectief – campagnes en sociale uitsluiting als wapens.
Nederlanders zwijgen, kijken weg en missen oprechte verbinding. ‘Oranjehandelen’ moeten we beschermen, niet alleen bepleiten. Begin met delen wat we betwijfelen én zeker weten, en eis verbeteringen waar het telt. Het Nederland waar ik naar snak, is verdwenen. Terwijl ik droom van een patatje mayo met uitjes en extra satésaus, vraag ik me af: waar zijn we mee bezig? Ik vrees dat onze wegen scheiden.
Dina-Perla Portnaar