Moeten wij in Nederland lessen trekken uit Zuid-Afrika? Volgens socioloog Jacob Boersema wel, zo bleek uit een interview. Ik ben het met hem eens dat we belangrijke lessen moeten trekken uit wat er in Zuid-Afrika is gebeurd, maar om andere redenen dan die hij aanhaalt. Ik lees met enige jaloezie artikelen over Zuid-Afrika die geschreven zijn door Nederlandse academici en journalisten. Waar zij nog het excuus hebben dat ze de situatie in Zuid-Afrika niet kennen, lijken de ongenuanceerde standpunten van Boersema gewaagd voor iemand die juist door dat land gevormd is. De problematiek van Zuid-Afrika lijkt in zijn ogen bijna uitsluitend te wijzen op de kwestie van ras, alsof dat de definitie van die natie is.
De fundamentele mythologie van de utopie van de Regenboognatie berust op een kenmerkende misvatting over de geschiedenis van de anti-apartheidsstrijd als een strijd van goed tegen kwaad, van blank tegen zwart, een verhaal dat door veel Nederlandse academici, politici en journalisten met goedkeuring wordt ontvangen en verdedigd. Het is een verhaal over een eenvoudige scheiding tussen het slechte van de apartheidsjaren en het goede van de post-apartheidsstaat, geleid door een verheerlijkt ANC dat zijn eigen rol in de anti-apartheidsstrijd systematisch herschrijft en zuivert en het monopolie opeist om de 'partij van de bevrijding' te zijn.
Als je door die bril naar Zuid-Afrika kijkt, dan trek je altijd de verkeerde conclusies. Dit is niet hoe het zit.
Mijn Zuid-Afrika
Ik ben opgegroeid in Zuid-Afrika. Ik ging daar naar school en promoveerde daar op de ontstaansmythe van postapartheid Zuid-Afrika. We emigreerden naar Zuid-Afrika in 1996, twee jaar na de eerste democratische verkiezingen. Het betekende de vervulling van een levenslange droom van mijn Nederlandse vader. Mijn Zuid-Afrikaanse moeder aarzelde en zou spijt krijgen van de terugkeer naar haar vaderland. Voortdurend spoorde zij haar kinderen aan, ’to get out while you can’. Ik luister altijd naar mijn moeder en keerde in 2015 terug naar Nederland. Mijn familie woont nog steeds in Zuid-Afrika.
Rassenkwestie
In recente media discussies wordt ras op de voorgrond geplaatst van de problematiek in post-apartheid Zuid-Afrika. Dat men poogt het geïnstitutionaliseerde
racisme van Zuid-Afrika aan Nederland te koppelen in het kader van de Black Lives Matter (BLM) beweging, is ronduit schandalig. Wat al deze schrijvers met hun oogkleppen op door de vingers zien, is dat de focus op ras de doorleefde ervaringen van 49 miljoen Zuid-Afrikanen ontkent, voor wie ras onderaan de ladder van de problemen en angsten staat die ze elke dag tegenkomen in een land dat er niet in slaagt zijn eigen burgers, van alles rassen, leeftijden en genders te beschermen - behalve een kleine elite.
Dit is niet om te ontkennen dat de geschiedenis van Zuid-Afrika heeft geleid tot diepgewortelde ongelijkheden - dat is zeker het geval. Toch vereist de focus in het heden een verschuiving. In deze democratische staat, die sinds 1994 met een grote meerderheid het ANC heeft herkozen, en die miljoenen burgers in Zuid-Afrika benadeeld houdt, is het niet langer rassenhaat, maar een inherent corrupte en falende regering het grootste probleem. Toch blijft ras het belangrijkste gespreksonderwerp. Dit is niet veel meer dan een zondebok voor dezelfde regering en haar media om de aandacht af te leiden van de echte redenen waarom Zuid-Afrika vandaag de dag tekortschiet.
Aangezien Boersema suggereert dat de Nederlanders iets zouden kunnen leren over de manier waarop hij vindt dat blanke Zuid-Afrikanen hun 'vermeend inherent racisme' aanpakken, wil ik drie alternatieve en meer bruikbare lessen voorstellen die we in Nederland uit Zuid-Afrika zouden moeten trekken - misschien als een waarschuwing. Zuid-Afrika als gidsland? Zo ja, dan vooral als inspiratie om het tegengestelde pad in te slaan.
Les 1: Hoe geïnstitutionaliseerd racisme er werkelijk uitziet
In geen enkel land ter wereld is het scheidende concept van ras steviger verankerd, dan in Zuid-Afrika. Nergens is racisme meer geïnstitutionaliseerd dan in de post-apartheidsstaat. Onder het ANC heeft het land
meer wetgeving op het gebied van ras geïmplementeerd dan de Nasionale Party tussen 1948 en 1990. Ras bepaalt op
welke banen je kunt solliciteren, het
aantal posities op de universiteit dat aan je groep wordt toegekend, of je in aanmerking komt voor overheidssubsidies, terwijl voor nationale sportteams ook een rassenquotum geldt. Ondanks de inzet voor een niet-raciale samenleving blijft Zuid-Afrika de wereld door een raciale bril bekijken. Toen ik in 1997 in Zuid-Afrika met de middelbare school begon, moest ik een formulier invullen waarbij er vakjes voor ras moesten worden aangekruist. Ik had mezelf daarvoor nooit als 'blank' beschouwd, maar vanaf dat moment was ik wel blank.
Daarentegen illustreerde
Paul Cliteur eerder het feit dat landen als Nederland in feite van nature institutioneel antiracistisch zijn. Iets wat we vooral moeten koesteren als we een rechtvaardige samenleving willen.
Les 2: Quota's werken niet
Black Economic Empowerment (BEE, een systeem dat ernstig misbruikt wordt door de staat en doorzeefd wordt met vriendjespolitiek) en rechtstellende actie (veel vacatures in Zuid-Afrika worden geplaatst met de disclaimer dat ‘
historically disadvantaged South Africans‘ de voorkeur hebben) spelen de belangrijkste rollen in het geïnstitutionaliseerde racisme in Zuid-Afrika. Ondanks de 'goede bedoelingen' zijn deze systemen van nature gebrekkig en gemakkelijk vatbaar voor misbruik. Een goed voorbeeld van het
falen van de quota's is staatsbedrijf Eskom, het enige elektriciteitsbedrijf van Zuid-Afrika. Sinds 1994 faalt dit bedrijf systematisch als gevolg van quota's en politieke inmenging waardoor vriendjespolitiek en slechte
politiek het land in een
energiecrisis hebben gebracht. Zuid-Afrika is in iets meer dan twintig jaar tijd afgegleden van een Afrikaanse economische krachtpatser naar een land zonder
investment-grade rating.
Les 3: De geschiedenis als zondebok
Blanke Zuid-Afrikanen, zowel Engels- als Afrikaanssprekende, houden er niet van om in open kringen over ras te praten, het maakt hen ongemakkelijk. Veel blanke Zuid-Afrikanen hebben last van het koloniale en apartheidsverleden en politiek correct zijn is essentieel in Zuid-Afrika. Zeker gezien de dubbele moraal:
Adam Catzevelos verloor zijn baan na het plaatsen van een racistische rant video en
Vicki Momberg werd veroordeeld en gevangen gezet voor haatzaaien voor het gebruik van een veelbesproken woord in Zuid-Afrika tegen een zwarte politieagent. Toch blijven prominente politici hun publieke platformen gebruiken om aan te zetten tot
geweld tegen blanke Zuid-Afrikanen, zonder dezelfde publieke verontwaardiging of juridische gevolgen. Het lijkt erop dat haatzaaien meestal maar één kant op mag gaan.
Boersema ziet een etnische minderheid die hij beschuldigt van racisme en het voeren van 'blanke identiteitspolitiek'. Maar ziet hij dan niet dat zij zich bedreigd voelt omdat
haar taal langzaam wordt uitgedund? Hoort hij niet hoe haar
boeren en hun gezinnen op brute wijze worden
aangevallen, verkracht, gemarteld en vermoord? Waarom wordt gedaan alsof deze groep geen recht heeft op erkenning van haar leed? Waarom willen we niet zien dat er inderdaad een probleem is in de Regenboognatie, ooit de lieveling van de wereld?
In commentaren op artikelen over dit onderwerp wordt vaak beweerd dat de blanke boeren ofwel deze behandeling verdienen als boetedoening voor het koloniale en apartheidsverleden, ofwel dat het een terugverdientijd is voor datzelfde verleden en dat ze dat mogen verwachten. Dit is de kern van het probleem - is het rechtvaardig om de huidige en toekomstige generaties te straffen voor het beleid van het verleden? Moeten zij deze schuld dragen en boete doen? Kunnen we hen de schuld geven voor de tekortkomingen in het heden of ligt het probleem elders en is dit gewoon een geval van het zoeken voor een zondebok? Is dit een façade om de echte onderliggende problemen te bedekken? Vragen om elders te overwegen…
Oikofobie
Dit denkpatroon en de suggestie dat het niet-racialisme een vorm van racisme is, riekt naar zelfhaat. Aangemoedigd door een kleine elite in de academische wereld en de overheidsinstellingen, proberen ze in één van de minst racistische landen ter wereld problemen te vinden die er niet zijn, terwijl ze geleidelijk onze rijke geschiedenis vernietigen en het weefsel van onze samenleving ontrafelen, ooit als één van de meest vrije ter wereld beschouwd. Misschien is hier de ideologie van het regenboognationalisme zo gek nog niet en kan Zuid-Afrika op dit punt alsnog dienen als positief voorbeeld: eerst trots Nederlander zijn, dan je provinciaal, cultureel, religieus en etnisch erfgoed vieren en werken aan een gezamenlijke toekomst voor ons land en onze medeburgers.
Inderdaad, Boersema had misschien gelijk dat we lessen moeten trekken uit Zuid-Afrika. Maar voor de mensen die daar wonen en hebben gewoond en die het land tot bloei hadden willen zien komen, zijn de lessen niet de lessen die hij voorstelt. In plaats daarvan geeft Zuid-Afrika een belangrijke les over hoe en waarom we het racisme in Nederland vooral niét moeten institutionaliseren en koste wat kost de waanzin en het rassenpolitiek uit Zuid-Afrika buiten onze grenzen moeten houden. Dat zijn de echte lessen die Zuid-Afrika ons te bieden heeft.
Dr. Simone Kerseboom (1984) is fractievoorzitter voor Forum voor Democratie in de Provinciale Staten van Limburg en is gepromoveerd op de ontstaansmythe van postapartheid Zuid-Afrika.